ECLI:NL:RBAMS:2024:6978

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
742591 HA ZA 23-1052
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van contractuele voorwaarden door bank voor cash-intensieve onderneming

In deze zaak vorderde TREFPUNT K.M. B.V., een coffeeshop gevestigd in Rotterdam, dat de rechtbank ING BANK N.V. zou gebieden de contractuele voorwaarden niet te wijzigen, zodat Trefpunt ongelimiteerd contant geld kon blijven storten. Trefpunt stelde dat de door ING opgelegde limieten op contante stortingen niet werkbaar waren en dat zij een pincontract nodig had om haar bedrijfsvoering voort te zetten. ING verdedigde zich door te stellen dat de wijziging van de voorwaarden noodzakelijk was om risico's op financieel-economische criminaliteit te beperken, gezien de cash-intensieve aard van de coffeeshopsector. De rechtbank oordeelde dat ING in redelijkheid de voorwaarden mocht wijzigen en dat de vorderingen van Trefpunt werden afgewezen. De rechtbank benadrukte dat ING haar zorgplicht niet had geschonden en dat de wijziging van de voorwaarden niet onredelijk was. Trefpunt werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/742591 / HA ZA 23-1052
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van
TREFPUNT K.M. B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Trefpunt,
advocaat: mr. S.T. Blom,
tegen
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: ING,
advocaat: mr. M.E.G. Murris LLM..

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 november 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 20 maart 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 27 juni 2024 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Trefpunt exploiteert een coffeeshop. Zij bankiert bij ING. Op 13 januari 2022 heeft ING in het kader van haar klantenonderzoek aan Trefpunt vragen gesteld over haar bedrijfsvoering. Trefpunt heeft die vragen beantwoord.
2.2.
Op 28 februari 2022 heeft ING per brief aan Trefpunt laten weten dat zij de contractuele voorwaarden aanpast. In deze brief staat verder het volgende:
“(…)
De cash intensieve sector
(…) De sector waarin uw onderneming, een coffeeshop, zich bevindt is cash intensief. Deze
sector wordt door toezichthouders en banken gezien als een sector met een verhoogd risico
op financieel economische criminaliteit. Dit komt omdat coffeeshops doorgaans een hoog
volume cashtransacties kennen, in combinatie met een minder transparante bedrijfsvoering
en waardering van producten.
De contractuele voorwaarden voor uw sector worden aangevuld
Zoals gezegd kunnen wij onze dienstverlening per sector aanpassen als dit nodig is. Wij zijn
verplicht om risico’s in kaart te brengen en waar mogelijk te voorkomen. Wij kiezen voor
een wijze van dienstverlening waarbij er voldoende oog is voor de risico’s, in plaats van het
beëindigen van onze klantrelaties in de cash intensieve sector waarin uw onderneming zich
bevindt. Om de dienstverlening te kunnen blijven aanbieden, vullen we wel onze
contractuele voorwaarden aan. (…)
- Het volume aan contante stortingen bedraagt maximaal 20% van de totale jaaromzet. (…)
- Het totale volume aan contante stortingen mag maximaal € 500.000 op jaarbasis zijn;
- Biljetten van € 500, € 200, en € 100 mogen niet gestort worden. (…)
Reduceer uw cash intensiviteit door gebruik te maken van Betaalverzoek
Het aansluiten van een betaalautomaat voor uw coffeeshop is helaas geen optie. Dit komt
omdat wij hiervoor afhankelijk zijn van de medewerking van derden en dat deze derden
ervoor hebben gekozen dat het aansluiten van een betaalautomaat niet mogelijk is voor deze
sector. Maar om toch aan de voorwaarden tot het reduceren van contant geld te kunnen
voldoen, wijzen we u graag op de mogelijkheid girale transacties te ontvangen door gebruik
te maken van Betaalverzoek, bijvoorbeeld via een QR-code. (…)”
2.3.
Op 23 maart 2022 heeft de advocaat van Trefpunt aan ING laten weten dat de limiet van € 500.000 op de contante stortingen voor Trefpunt niet werkbaar is en verzocht de limiet op contante stortingen in te trekken.
2.4.
In de periode daarna hebben Trefpunt en ING nog diverse keren gecorrespondeerd over de gewijzigde voorwaarden. Trefpunt verzoekt ING de limiet op de contante stortingen te verhogen en haar een pincontract aan te bieden. ING heeft vastgehouden aan de gewijzigde voorwaarden zoals gecommuniceerd in de brief van 28 februari 2022 en aan Trefpunt medegedeeld dat zij vanwege de voorwaarden van Visa en Mastercard, waar ING mee samenwerkt, geen pincontract kan verstrekken.

3.Het geschil

3.1.
Trefpunt vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
1. voor recht verklaart dat ING tegenover Trefpunt toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de met Trefpunt gesloten overeenkomst en/of haar contractuele zorgplicht heeft geschonden, althans onrechtmatig heeft gehandeld en dat ING aansprakelijk is voor de schade die Trefpunt hierdoor lijdt en zal lijden,
2. ING gebiedt de door haar aangeboden diensten ongewijzigd te continueren, meer specifiek ING gebiedt tot het ongelimiteerd storten van contant geld en opnemen van contant geld door Trefpunt ongewijzigd te faciliteren,
3. ING gebiedt Trefpunt volledige toegang tot de betaal- en pinfaciliteiten te verstrekken, waaronder door het ter beschikking stellen van een betaalautomaat en door het aangaan van een Overeenkomst Acceptatie Betaalkaarten met Trefpunt,
4. ING veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 100.000,- per dag of dagdeel dat zij in gebreke is aan een van de onder 1 tot en met 3 genoemde vorderingen te voldoen.
subsidiair:
5. de vorderingen 1, 3 en 4 toe te wijzen en ten aanzien van vordering 2; ING gebiedt te faciliteren dat Trefpunt een in overleg te bepalen bedrag kan storten en opnemen, met als resultaat dat Trefpunt haar schuldeisers giraal kan blijven betalen,
meer subsidiair:
6. de beslissing neemt die de rechtbank juist acht,
in alle gevallen:
7. ING veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
Trefpunt legt aan haar vorderingen ten grondslag dat ING geen eenzijdige wijzigingsbevoegdheid heeft, dan wel haar zorgplicht schendt met de eenzijdige wijziging of de wijziging is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. ING heeft haar voorwaarden voor de gehele sector ‘coffeeshops’ aangepast. De aanpassing van de voorwaarden is voor Trefpunt echter niet werkbaar. De voortzetting van de bedrijfsvoering van Trefpunt is op dit moment afhankelijk van het kunnen storten van contant geld. Trefpunt heeft geen pinautomaat en pincontract, dus haar klanten betalen altijd contant. Trefpunt kan haar leveranciers alleen in contanten betalen, Trefpunt betaalt haar andere schuldeisers, zoals de verhuurder van het pand, de Belastingdienst en haar werknemers, wel giraal. Trefpunt moet dus minstens het bedrag dat zij aan die schuldeisers betaalt, kunnen storten en dat is meer dan € 500.000. Trefpunt zou graag de mogelijkheid willen aanbieden aan klanten om te pinnen, maar zij kan hiervoor geen contract krijgen bij ING. Zolang dat niet kan, moet Trefpunt onbeperkt contant geld kunnen storten, dan wel moet ING maatwerk leveren en Trefpunt meer dan € 500.000 laten storten.
3.3.
ING betwist dat zij haar voorwaarden niet op deze manier had mogen wijzigen. ING heeft in het kader van haar verplichtingen om witwassen te voorkomen de mogelijkheden onderzocht om het risico op witwassen te beperken voor de coffeeshops die bij haar bankdiensten afnemen. ING heeft aan alle coffeeshops in haar portefeuille eenzelfde limiet opgelegd op het bedrag aan stortingen. Voor alle andere coffeeshops is dat voldoende. ING heeft rekening gehouden met de belangen van Trefpunt en heeft daarnaast een afweging gemaakt van het risico dat zij loopt en haar
risk appetite. ING kan geen pincontract verlenen aan Trefpunt. ING neemt namelijk op haar beurt diensten af van Visa en Mastercard en in de voorwaarden van Visa en Mastercard staat dat geen diensten mogen worden verleend aan coffeeshops in landen waar de verkoop van cannabis niet legaal is. Als ING zich niet houdt aan die voorwaarden riskeert zij dat Visa of Mastercard de dienstverlening beëindigen. ING kan daarom geen pincontract aanbieden aan Trefpunt. Zij kan wel het alternatief ‘betaalverzoek zakelijk’ aanbieden aan Trefpunt. ING gebruikt dit al bij andere coffeeshops en heeft daar goede ervaringen mee. Daarnaast kan Trefpunt andere betaaldienstverleners benaderen. Die betaaldienstverleners willen Trefpunt mogelijk wel een pincontract aanbieden.

4.De beoordeling

Vooropmerkingen
4.1.
Onder pincontract wordt in deze zaak verstaan: de dienst ‘acceptatie betaalkaarten van ING’, dan wel een vergelijkbare dienst van een andere betaaldienstverlener. Dit is dus niet een pinautomaat, want dergelijke kastjes kan Trefpunt aanschaffen. Die zijn echter onbruikbaar zolang er geen betaalrekening aan die pinautomaten is gekoppeld en daarvoor heeft Trefpunt een pincontract nodig. Trefpunt wil graag dat ING die diensten verleent, maar ING weigert, om hierna te bespreken redenen, die services te verlenen.
4.2.
ING heeft, naast de beperking op het storten van contant geld, ook een beperking opgelegd op het soort biljetten dat mag worden gestort. Trefpunt mag geen biljetten van € 100, € 200 en € 500 storten. Trefpunt heeft ter zitting verklaard dat zij zich niet verzet tegen deze maatregel.
4.3.
In de vorderingen van Trefpunt staat dat zij ook ongelimiteerd geld wil kunnen opnemen. Die vordering hebben partijen ter zitting besproken, waarbij ING heeft verklaard dat hierop altijd, voor al haar klanten een bepaalde limiet rust en dat die limiet ook al steeds voor Trefpunt heeft gegolden. Trefpunt heeft verduidelijkt dat zij eigenlijk niet heeft bedoeld ‘ongelimiteerd opnemen’, maar dat zij wil dat ING de voorwaarden die gelden voor het opnemen van geld ongewijzigd in stand laat. ING heeft daarop laten weten dat zij geen plannen heeft om die voorwaarden voor Trefpunt te wijzigen. Aangezien hierin niets is gewijzigd en ING geen plannen heeft om iets te wijzigen, heeft Trefpunt op dit moment geen belang bij deze vordering en zal deze verder niet worden besproken.
Mocht ING de voorwaarden wijzigen?
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat op ING een verplichting rust om witwassen te voorkomen en dat bedrijven waarin veel contant geld in omloop is, zoals coffeeshops, een verhoogd risico kunnen vormen op witwassen. ING heeft om dat risico te beperken besloten om voor alle coffeeshop die zij bedient de contractuele voorwaarden te wijzigen.
4.5.
Trefpunt heeft in de dagvaarding het standpunt ingenomen dat ING de voorwaarden niet eenzijdig kon wijzigen. Trefpunt heeft aangevoerd dat de mogelijkheid om contant geld te storten en opnemen een kernprestatie is die niet eenzijdig kan worden gewijzigd en dat als ING al een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid heeft deze oneerlijk is omdat deze ongeclausuleerd is en niet transparant, zoals bedoeld in de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG). Het eenzijdig wijzigingsbeding is daarnaast onredelijk bezwarend, waarbij Trefpunt gelijk moet worden gesteld met een consument.
4.6.
Uit de spreekaantekeningen ter zitting leidt de rechtbank af dat Trefpunt dit standpunt heeft losgelaten. Daarin haalt zij namelijk overheidsbeleid aan waarin staat dat eenzijdige maatregelen mogelijk zijn mits deze maatregelen geen groepen klanten categoraal uitsluiten.
Voor zover het standpunt van Trefpunt ter zitting op deze manier verkeerd wordt begrepen, geldt dat de rechtbank niet meegaat in dit betoog van Trefpunt. Trefpunt heeft medegedeeld dat zij per jaar ongeveer € 8 miljoen omzet behaalt. Alleen al daaruit blijkt dat zij geen kleine wederpartij is en dus ook niet gelijk is te stellen met een consument. Dat betekent dat de Richtlijn oneerlijke bedingen niet van toepassing is op Trefpunt.
Het eenzijdig wijzigingsbeding is ook niet onredelijk bezwarend. ING heeft contractsvrijheid waarbij zij mag bepalen op welke wijze zij wenst te contracteren met anderen. ING kan dus ook gedurende een contract besluiten dat zij de voorwaarden waaronder wordt gecontracteerd wenst te wijzigen. Daar komt in dit geval bij dat op ING een verplichting rust om de risico’s op witwassen te verkleinen. ING heeft onderzoek gedaan naar die risico’s en bepaald tot welk bedrag aan contante stortingen zij die risico’s aanvaardbaar vindt. Op basis daarvan heeft zij aan haar gehele categorie ‘coffeeshops’ dezelfde maatregel opgelegd. Er is ook geen sprake van een kernprestatie die niet eenzijdig kon worden gewijzigd.
4.7.
ING mocht haar voorwaarden dus eenzijdig wijzigen. Van ING kan wel worden verwacht dat zij maatwerk levert ten aanzien van de individuele coffeeshops indien blijkt dat de aangepaste voorwaarden voor hen geen uitkomst bieden.
Is bij de wijziging voldoende rekening gehouden met de belangen van Trefpunt?
4.8.
Trefpunt vraagt in deze zaak om maatwerk omdat voor haar de beperking op de mogelijkheid om contant geld te storten in combinatie met de onmogelijkheid om een pincontract te krijgen, maakt dat zij klem komt te zitten. Zolang Trefpunt geen pincontract heeft, is zij volledig afhankelijk van contant geld. Omdat zij zowel contant geld als giraal geld nodig heeft om aan al haar verplichtingen te voldoen moet zij ongelimiteerd, dan wel een veel hoger bedrag dan van ING mag, aan contant geld kunnen storten. Trefpunt heeft aangevoerd dat haar bedrijfsvoering in gevaar komt indien ING haar verbiedt om meer contant geld te storten of blijft weigeren aan Trefpunt een pincontract aan te bieden.
4.9.
ING verzet zich tegen het verhogen van de stortingsmogelijkheid. Zij heeft ter zitting toegelicht dat zij heeft onderzocht of zij Trefpunt een hogere limiet kan aanbieden, maar dat ING de daarmee gepaard gaande risico’s niet wil nemen. Daarnaast heeft ING twee alternatieven genoemd waarmee de omloop van contant geld voor Trefpunt omlaag kan worden gebracht. Een daarvan is ‘betaalverzoek zakelijk’ als dienst van ING. Het andere alternatief is een pincontract bij een andere betaaldienstverlener. Zij heeft ook toegelicht waarom het voor haar geen optie is om aan Trefpunt een pincontract aan te bieden. ING zou Trefpunt graag een pincontract aanbieden, maar ING maakt hiervoor op haar beurt gebruik van de dienstverlening van Visa en Mastercard die – kort gezegd – in hun voorwaarden hebben opgenomen dat geen pincontract mag worden aangeboden aan coffeeshops. ING is afhankelijk van Visa en Mastercard voor haar dienstverlening en als zij in strijd handelt met hun voorwaarden kan zij een boete opgelegd krijgen, dan wel kan de dienstverlening worden beëindigd. Daarom kan zij geen pincontract verstrekken aan Trefpunt.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van ING om zelf te bepalen aan wie zij welke dienst aanbiedt een zwaarwegend belang is. Daar komt in dit geval bij dat het verstrekken van een pincontract aan Trefpunt voor ING verstrekkende consequenties kan hebben. Dat ING de dienstverlening van Visa en Mastercard niet op het spel wil zetten om Trefpunt een pincontract aan te bieden, is een afweging die zij in redelijkheid kan maken.
Zeker aangezien ING daarnaast heeft aangevoerd dat er alternatieven zijn voor het hebben van een pincontract bij ING, namelijk ‘betaalverzoek zakelijk’ en betaaldienstverleners zonder bankvergunning die wel pincontracten aanbieden. Trefpunt heeft gereageerd op deze alternatieven. De rechtbank bespreekt deze hierna.
Betaalverzoek zakelijk
4.11.
Het betaalverzoek zakelijk houdt in dat Trefpunt gebruik maakt van QR-codes waarmee de klant in zijn of haar bankomgeving middels een betaalverzoek aan Trefpunt geld kan overmaken.
4.12.
Trefpunt heeft aangevoerd dat dit geen goed alternatief is. Op één QR-code kan voor maximaal € 5.000 aan betalingen worden gedaan, terwijl de dagomzet van Trefpunt € 30.000 is. Trefpunt heeft dus meerdere QR-codes nodig op één dag en er is niet steeds iemand aanwezig die bevoegd is om in te loggen op de online bankomgeving om nieuwe QR-codes aan te maken. De QR-codes zijn niet gekoppeld aan het kassasysteem, dus Trefpunt weet niet zeker of het geld is binnengekomen. Daarmee is het ook fraudegevoelig, want klanten kunnen valse afbeeldingen maken die de indruk geven dat zij hebben betaald, terwijl Trefpunt niets van hen heeft ontvangen. Verder kost het betalen via een QR-code extra tijd, gemiddeld één minuut extra. Trefpunt weet uit ervaring dat zij ongeveer een klant per minuut kan bedienen. Dat zou voor haar betekenen dat zij dubbel zo lang bezig is met een klant, terwijl het bij Trefpunt altijd al druk is. Hiermee loopt zij dus ook risico op omzetverlies. Al met al is dit voor Trefpunt geen reëel alternatief.
4.13.
ING heeft op de bezwaren van Trefpunt gereageerd en aangevoerd dat meerdere QR-codes tegelijkertijd kunnen worden gebruikt. Dat betekent dat degene die bevoegd is in de online bankomgeving de QR-codes aan te maken dit vooraf kan doen en gedurende de dag niet aanwezig hoeft te zijn om nieuwe QR-codes te maken. De QR-codes kunnen daarnaast, in tegenstelling tot wat Trefpunt heeft begrepen, wel worden gekoppeld aan het kassasysteem. Dit is dus ook niet fraudegevoelig is en betalingen worden direct meegeteld in de boekhouding.
4.14.
De rechtbank heeft begrip voor de praktische bezwaren van Trefpunt, maar meent ook dat ING duidelijk heeft toegelicht dat in ieder geval een deel daarvan niet opgaat omdat het in de praktijk niet werkt zoals Trefpunt heeft aangenomen. Daarnaast heeft Trefpunt ‘betaalverzoek zakelijk’ nooit geprobeerd. Dat betekent dat niet met zekerheid is vast te stellen dat het veel langer duurt en dat dit omzetverlies tot gevolg heeft. Zolang Trefpunt weigert om betaalverzoek zakelijk een kans te geven, kan het ook niet daadwerkelijk worden afgeschreven.
Pinfaciliteit bij een andere betaaldienstverlener
4.15.
Het andere alternatief dat ING heeft genoemd is een pincontract bij een andere betaaldienstverlener. ING heeft uitgelegd dat andere betaaldienstverleners, zonder bankvergunning, een andere afweging maken met betrekking tot de voorwaarden van Visa en Mastercard en dat zij zodoende wel bereid zijn tot het verstrekken van pincontracten aan coffeeshops. Volgens ING zijn er ongeveer 70 van dit soort aanbieders, waaronder Adyen en Molly.
4.16.
Trefpunt heeft aangevoerd dat zij andere betaaldienstverleners heeft benaderd, maar dat deze weigeren om haar een pincontract te verstrekken. Trefpunt heeft een aantal dagen voor de mondelinge behandeling aanvragen bij Brink en Buckaroo overgelegd.
4.17.
De mogelijkheid om een pincontract te verkrijgen bij een andere betaaldienstverlener is door Trefpunt onvoldoende onderzocht. Dit alternatief lijkt een volwaardig alternatief te zijn voor een pincontract bij ING. De twee aanvragen bij Brink en Buckaroo zijn onvoldoende om aan te nemen dat Trefpunt geen kans maakt op zo’n pincontract. Er zijn immers nog ongeveer 68 andere aanbieders die nog niet zijn benaderd. Trefpunt is pas in een vrij laat stadium van deze procedure begonnen met andere betaaldienstverleners benaderen en deze optie dient eerst te worden onderzocht.
Geen uitbreiding Yin Yang-arresten
4.18.
Voor zover Trefpunt heeft bedoeld te betogen dat haar een pincontract moet worden aangeboden omdat het voor haar anders onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer, op de wijze zoals is geoordeeld in het Yin Yang II-arrest van de Hoge Raad (HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652), volgt de rechtbank haar daarin niet.
4.19.
In het Yin Yang arrest wordt geoordeeld dat op banken ook de verplichting kan rusten om een betaalrekening aan te bieden aan een onderneming. In dit geval gaat het echter niet om een betaalrekening, die heeft Trefpunt al bij ING, maar om een aanvullende dienst, namelijk een pincontract. Volgens Trefpunt zou die, conform de overwegingen in het Yin Yang arrest, aan haar moeten worden aangeboden omdat zij zonder niet kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en het onmogelijk is om haar bedrijf te exploiteren.
4.20.
Van dat laatste is in dit geval echter (nog) geen sprake. Zoals hiervoor geoordeeld dient Trefpunt eerst de twee door ING genoemde alternatieven te onderzoeken. De rechtbank merkt hierbij op dat, als vast komt te staan dat de twee alternatieven geen optie zijn, het de vraag is of dat betekent dat ING dan kan worden verplicht een pincontract te verstrekken aan Trefpunt. Wellicht dient dan eerder aan de orde te komen of de beperking op de stortingsmogelijkheid voor Trefpunt kan worden verhoogd. Zolang er de mogelijkheid bestaat dat Trefpunt over giraal geld kan beschikken is er echter geen noodzaak om ING te verplichten om meer risico te nemen dan waar zij zich comfortabel bij voelt en hoeft de stortingslimiet niet te worden verhoogd.
Conclusie
4.21.
Het wijzigen van de voorwaarden door ING in niet in strijd met haar zorgplicht, dan wel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. ING hoeft de wijzigingen niet terug te draaien. De vorderingen van Trefpunt zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.22.
Trefpunt zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van ING tot op heden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten x € 614,00)
- nakosten
€ 178,00Totaal € 2.082,00
4.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Trefpunt in de proceskosten, aan de zijde van ING begroot op € 2.082,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Trefpunt niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Trefpunt ook de kosten van betekening betalen,
5.3.
veroordeelt Trefpunt in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wouters, rechter, bijgestaan door mr. Z.S. Lintvelt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.