Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 20 maart 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
“(…)
De cash intensieve sector
sector wordt door toezichthouders en banken gezien als een sector met een verhoogd risico
op financieel economische criminaliteit. Dit komt omdat coffeeshops doorgaans een hoog
volume cashtransacties kennen, in combinatie met een minder transparante bedrijfsvoering
en waardering van producten.
een wijze van dienstverlening waarbij er voldoende oog is voor de risico’s, in plaats van het
beëindigen van onze klantrelaties in de cash intensieve sector waarin uw onderneming zich
bevindt. Om de dienstverlening te kunnen blijven aanbieden, vullen we wel onze
omdat wij hiervoor afhankelijk zijn van de medewerking van derden en dat deze derden
sector. Maar om toch aan de voorwaarden tot het reduceren van contant geld te kunnen
voldoen, wijzen we u graag op de mogelijkheid girale transacties te ontvangen door gebruik
te maken van Betaalverzoek, bijvoorbeeld via een QR-code. (…)”
3.Het geschil
risk appetite. ING kan geen pincontract verlenen aan Trefpunt. ING neemt namelijk op haar beurt diensten af van Visa en Mastercard en in de voorwaarden van Visa en Mastercard staat dat geen diensten mogen worden verleend aan coffeeshops in landen waar de verkoop van cannabis niet legaal is. Als ING zich niet houdt aan die voorwaarden riskeert zij dat Visa of Mastercard de dienstverlening beëindigen. ING kan daarom geen pincontract aanbieden aan Trefpunt. Zij kan wel het alternatief ‘betaalverzoek zakelijk’ aanbieden aan Trefpunt. ING gebruikt dit al bij andere coffeeshops en heeft daar goede ervaringen mee. Daarnaast kan Trefpunt andere betaaldienstverleners benaderen. Die betaaldienstverleners willen Trefpunt mogelijk wel een pincontract aanbieden.
4.De beoordeling
Voor zover het standpunt van Trefpunt ter zitting op deze manier verkeerd wordt begrepen, geldt dat de rechtbank niet meegaat in dit betoog van Trefpunt. Trefpunt heeft medegedeeld dat zij per jaar ongeveer € 8 miljoen omzet behaalt. Alleen al daaruit blijkt dat zij geen kleine wederpartij is en dus ook niet gelijk is te stellen met een consument. Dat betekent dat de Richtlijn oneerlijke bedingen niet van toepassing is op Trefpunt.
Het eenzijdig wijzigingsbeding is ook niet onredelijk bezwarend. ING heeft contractsvrijheid waarbij zij mag bepalen op welke wijze zij wenst te contracteren met anderen. ING kan dus ook gedurende een contract besluiten dat zij de voorwaarden waaronder wordt gecontracteerd wenst te wijzigen. Daar komt in dit geval bij dat op ING een verplichting rust om de risico’s op witwassen te verkleinen. ING heeft onderzoek gedaan naar die risico’s en bepaald tot welk bedrag aan contante stortingen zij die risico’s aanvaardbaar vindt. Op basis daarvan heeft zij aan haar gehele categorie ‘coffeeshops’ dezelfde maatregel opgelegd. Er is ook geen sprake van een kernprestatie die niet eenzijdig kon worden gewijzigd.
Zeker aangezien ING daarnaast heeft aangevoerd dat er alternatieven zijn voor het hebben van een pincontract bij ING, namelijk ‘betaalverzoek zakelijk’ en betaaldienstverleners zonder bankvergunning die wel pincontracten aanbieden. Trefpunt heeft gereageerd op deze alternatieven. De rechtbank bespreekt deze hierna.
- griffierecht € 676,00
€ 178,00Totaal € 2.082,00