ECLI:NL:RBAMS:2024:6960

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C13/24.19 S
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissement Blokker B.V. na intrekking van surseance van betaling

Op 13 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam in de zaak met surseancenummer C13/24.19 S het vonnis uitgesproken waarbij de op 4 november 2024 aan Blokker B.V. verleende voorlopige surseance van betaling is ingetrokken. De rechtbank heeft Blokker B.V. in staat van faillissement verklaard. De bewindvoerders, mr. J.R. Berkenbosch en mr. R.P.A. de Wit, die eerder waren aangesteld tijdens de surseance, zijn nu aangesteld als curatoren in het faillissement.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen uitzicht is dat Blokker B.V. haar schuldeisers in de toekomst kan voldoen, en dat de onderneming heeft opgehouden te betalen. De rechtbank is bevoegd om deze procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van Blokker B.V. in Nederland ligt, conform artikel 3 van verordening (EU) 2015/848.

In de uitspraak zijn ook de rechters-commissarissen benoemd, te weten mr. V.G.T. van Emstede en mr. C.H. Rombouts. De curatoren zijn belast met het openen van brieven en telegrammen gericht aan de gefailleerde. Tevens is bepaald dat het loon van de bewindvoerders en de kosten die tijdens de surseance zijn gemaakt, in een aparte beschikking zullen worden vastgesteld. Tot slot is er een periode van twee maanden ingesteld waarin derden geen verhaal kunnen uitoefenen op de boedel zonder toestemming van de rechters-commissarissen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht

surseancenummer: C13/24.19 S

faillissementsnummer:
C/13/24/479 F
Bij beschikking van deze rechtbank van 4 november 2024 is aan:
de besloten vennootschap
Blokker B.V.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 33147847,
statutair gevestigd te Amsterdam,
vestigingsadres: 1114 AM Amsterdam-Duivendrecht, Van der Madeweg 13,
correspondentieadres: 1090 GB Amsterdam, Postbus 94072,
voorlopige surseance van betaling verleend, met benoeming van mr. J.R. Berkenbosch en mr. R.P.A. de Wit tot bewindvoerders.
Bij brief van mr. R.P.A. de Wit, welke brief mede is ondertekend door [naam 1] en [naam 2] , bestuurders van voornoemde vennootschap, hebben mr. J.R. Berkenbosch en mr. R.P.A. de Wit voornoemd verzocht de voorlopig verleende surseance van betaling in te trekken en de thans gesurseëerde in staat van faillissement te verklaren.
De rechtbank is gebleken dat het vooruitzicht dat schuldenares na verloop van tijd haar schuldeisers tevreden zal kunnen stellen niet bestaat en dat schuldenares verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank is gelet op het bepaalde in artikel 3 van verordening (EU) 2015/848 van het Europees parlement en de raad van de Europese Unie bevoegd deze hoofdprocedure te openen, nu het centrum van de voornaamste belangen van schuldenares in Nederland ligt.

De beslissing

De rechtbank:
- trekt in de aan Blokker B.V. voornoemd voorlopig verleende surseance van betaling;
- verklaart Blokker B.V. voornoemd in staat van faillissement, benoemt mr. V.G.T. van Emstede en mr. C.H. Rombouts, leden van deze rechtbank, tot rechters-commissarissen en stelt mr. J.R. Berkenbosch, advocaat te 1007 EE Amsterdam, Postbus 51204, en mr. R.P.A. de Wit advocaat te 1008 AC Amsterdam, Postbus 7925, aan tot curatoren;
- bepaalt dat de curatoren brieven en telegrammen gericht aan gefailleerde zullen openen;
- bepaalt dat het loon van de bewindvoerders en de overige in de surseance van betaling gemaakte kosten in een afzonderlijke beschikking zullen worden vastgesteld;
- bepaalt dat elke bevoegdheid van derden tot verhaal op tot de boedel behorende goederen of tot opeising van goederen die zich in de macht van gefailleerde of de curatoren bevinden voor een periode van twee maanden niet zonder machtiging van de rechters-commissarissen kan worden uitgeoefend, te rekenen van de dag van de uitspraak tot verlening van voorlopige surseance van betaling van 4 november 2024, die dag daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. de Vos en in het openbaar uitgesproken op
13 november 2024 te 8.00 uur.