ECLI:NL:RBAMS:2024:6934

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
AMS 24/6615
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening demonstratieverbod in Amsterdam

Op 12 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar tegen de aan hem verleende ontheffing met locatieaanwijzing op het demonstratieverbod, zoals vastgelegd in de Noodverordening Ongeregeldheden van 10 november 2024. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, waarbij hij het uitgangspunt hanteerde dat de organisator van een demonstratie mag bepalen waar deze plaatsvindt, mits dit in de nabijheid van een relevante locatie is, in dit geval de Stopera. De burgemeester had echter aangegeven dat er vreest voor escalatie als de demonstratie daar zou plaatsvinden, vooral omdat er een gemeenteraadsvergadering op die locatie was en de politie de situatie als moeilijk beheersbaar beschouwde.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester het voorschrift kon opleggen dat de demonstratie niet bij de Stopera mocht plaatsvinden, maar wel op het Westergasterrein. De rechter benadrukte dat de noodverordening zelf geen onderwerp kan zijn van een bestuursrechtelijke procedure, en dat er bij een voorschrift meer ruimte is voor de burgemeester om te handelen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester voldoende redenen had om te vrezen voor wanordelijkheden en dat het verzoek om de demonstratie bij de Stopera te houden, werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/6615

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

12 november 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. W.H. Jebbink),
en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder, hierna: de burgemeester

(gemachtigden: mrs. M. Kappelhof en M.I. Houben).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de aan hem verleende ontheffing met locatieaanwijzing op het demonstratieverbod uit de Noodverordening Ongeregeldheden 10 november.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 12 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigden van de burgemeester. [naam] (politiechef) was aanwezig tijdens de zitting.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3. Het gaat net als afgelopen zondag [1] om een bestuursrechtelijk kort geding, op hele korte termijn, met beperkte informatie, en er moet snel worden beslist.
4. Er is geen ruimte voor een uitgebreide juridische analyse over de verhouding tussen de verschillende bevoegdheden die de burgemeester heeft op grond van de Wet openbare manifestaties en de Gemeentewet.
5. Zoals zondag al is overwogen, kan de noodverordening zelf geen onderwerp zijn van een bestuursrechtelijke procedure. De noodverordening is een algemeen verbindend voorschrift. Daartegen staan geen bezwaar en beroep open.
6. Nu is de situatie anders dan zondag. De demonstratie is nu niet verboden. Er is een ontheffing verleend, waaraan een voorschrift is verbonden. De demonstratie mag niet bij de Stopera, maar wel in het Westergasterrein. [verzoeker] wil wel bij de Stopera kunnen demonstreren. Dat verzoek wijst de kortgedingrechter af.
7. De kortgedingrechter ziet het voorschrift als een voorschrift genoemd in artikel 5 van de Wet openbare manifestaties (Wom). Een voorschrift moet op grond van artikel 2 van de Wom bedoeld zijn om wanordelijkheden te voorkomen.
8. De toets aan artikel 2 van de Wom is anders bij een verbod, dan bij een voorschrift. Bij een verbod moeten er concrete aanwijzingen zijn dat deze demonstratie gaat zorgen voor wanordelijkheden. Bij een voorschrift heeft de burgemeester meer vrijheid. De rechter kijkt bij zo’n voorschrift meer van een afstand.
9. Het uitgangspunt is dat de organisator van een demonstratie mag bepalen waar de demonstratie plaatsvindt. Ook is het uitgangspunt dat een demonstratie in de buurt is van een locatie die van belang is, in dit geval de Stopera.
10. De burgemeester heeft op de zitting ook toegelicht dat zij vreest voor escalatie. Op de locatie van de Stopera is de situatie volgens de politie lastig te beheersen. Er vindt daar een vergadering van de gemeenteraad plaats. Ook heeft de Stopera een openbare functie.
11. Indien de demonstratie bij de Stopera wel mag, moet de politie demonstranten toestaan. De toestroom van mensen die uit zijn op ongeregeldheden is dan veel lastiger tegen te gaan, dan als de demonstratie van begin af aan niet is toegestaan. De politie wil voorkomen dat mensen die uit zijn op ongeregeldheden, zich bij demonstranten bij de Stopera kunnen voegen.
12. Ook wees de burgemeester op de situatie gisterenavond op Plein '40-45. Binnen mum van tijd liep de situatie daar volledig uit de hand. De politie vreest dat ook als er vandaag wordt gedemonstreerd bij de Stopera. Daarnaast heeft de politie toegelicht dat er sterke aanwijzingen zijn dat (op Plein ‘40-45) vanavond weer ongeregeldheden zullen plaatsvinden. Dit alles tegen de achtergrond van afgelopen week, waarin, aldus de politie, ongekend geweld in de stad heeft plaatsgevonden, en dat het nog steeds erg onrustig is in de stad.
13. De burgemeester heeft voldoende toegelicht dat zij wanordelijkheden vreest die niet beheersbaar zijn als de demonstratie bij de Stopera wordt gehouden. Op dit moment oordeelt de kortgeding rechter dan ook dat de burgemeester inderdaad dit voorschrift kon opleggen en dat de demonstratie niet bij de Stopera gehouden mag worden, maar wel op het Westergasterrein.
14. Het verzoek wordt afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.M. Nannan Panday, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
12 november 2024.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de voorzieningenrechter van 10 november 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:6875.