ECLI:NL:RBAMS:2024:6875

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
AMS 24/6605
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen noodverordening van de burgemeester van Amsterdam

Op 10 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding over een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de Noodverordening Ongeregeldheden van de burgemeester van Amsterdam. De burgemeester had op 8 november 2024 een verbod ingesteld op het houden van betogingen of vergaderingen op of aan de openbare weg of op openbaar vaarwater, in het kader van de openbare orde na ongeregeldheden. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.H. Jebbink, heeft bezwaar gemaakt tegen deze noodverordening en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 november 2024 waren ook de gemachtigden van de burgemeester aanwezig, evenals de algemeen commandant van de politie.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat de burgemeester op grond van de Gemeentewet en de Wet openbare manifestaties bevoegd was om een dergelijk verbod op te leggen, mits er een noodzaak voor was. De politie had aangegeven dat er na het vertrek van supporters nog ongeregeldheden waren en dat er vrees was voor escalaties bij eventuele demonstraties. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel het recht om te demonstreren belangrijk is, de burgemeester in deze situatie gerechtvaardigd was om het verbod op te leggen, gezien de huidige omstandigheden in de stad. De noodverordening had bovendien een beperkte duur, wat ook meegewogen werd in de beslissing.

De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat zijn oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid voor hoger beroep of verzet tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/6605

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

10 november 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. W.H. Jebbink),
en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder, hierna: de burgemeester

(gemachtigden: H.H.L. Krans en M. Kappelhof).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de Noodverordening Ongeregeldheden 7 en 8 november.
1.2.
De burgemeester heeft op 8 november 2024 in de noodverordening onder andere bepaald, dat het verboden is een betoging of een vergadering op of aan de openbare weg of op het openbaar vaarwater te houden. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigden van de burgemeester. De algemeen commandant bij de politie, [naam] , was aanwezig tijdens de zitting.
1.4.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3. Dit is een bestuursrechtelijk kort geding waarbij er slechts beperkte informatie beschikbaar was om een oordeel te kunnen gegeven.
4. Voorlopig vindt de voorzieningenrechter dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht geen bezwaar mogelijk is tegen deze noodverordening. Maar via de melding kan je wel een besluit construeren dat getoetst kan worden, dus gaan we nu naar de inhoud.
5. De burgmeester kan op grond van de Gemeentewet ook een dergelijk verbod opleggen, naast de bevoegdheden die zij heeft op grond van de Wet openbare manifestaties.
6. Maar er moet wel een noodzaak zijn voor zo’n verbod.
7. Het recht om te demonstreren is een belangrijk recht en dat wordt nu ingeperkt. De voorzieningenrechter kan deze noodzaak nu, in dit kortgeding, alleen met beperkte informatie toetsen. De vraag die voorligt is of er na het vertrek van de supporters nog gevaar is voor openbare orde.
8. De politie heeft toegelicht dat er gisteravond en vannacht, na het vertrek van de supporters, nog ongeregeldheden waren. Er is vrees voor escalaties als er vandaag demonstraties zijn. Ook is de rust nu nog niet teruggekeerd in de stad. Daartegenover staat dat de noodverordening een beperkte duur heeft en voor alsnog niet meer geldt na dit weekend.
9. Het oordeel van de voorzieningenrechter is dan ook dat de burgemeester dit verbod op deze manier kon opleggen en het verzoek wordt afgewezen.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 november 2024 door mr. S.D. Arnold, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. G. dos Santos 't Hoen, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.