Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
Sub b
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
3.Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
4.Waardering van het bewijs
- gevallen waarin het uitsluiten van bepaalde resultaten van het opsporingsonderzoek van het gebruik voor het bewijs, noodzakelijk is om een schending van artikel 6 EVRM te voorkomen;
- gevallen waarin sprake is van een vormverzuim waarbij het recht van de verdachte op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM niet (rechtstreeks) aan de orde is, maar waarbij het gaat om de schending van een ander strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel. In die gevallen geldt als belangrijk uitgangspunt dat de omstandigheid dat de verkrijging van onderzoeksresultaten gepaard is gegaan met een vormverzuim dat betrekking heeft op een ander strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel dan het recht op een eerlijk proces, niet eraan in de weg staat dat die resultaten voor het bewijs van het tenlastegelegde feit worden gebruikt. Is echter sprake van een ernstige schending van een strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel, dan kan onder omstandigheden toepassing van bewijsuitsluiting noodzakelijk worden geacht als rechtsstatelijke waarborg en als middel om met de opsporing en vervolging belaste ambtenaren te weerhouden van onrechtmatig optreden en daarmee als middel om te voorkomen dat vergelijkbare vormverzuimen in de toekomst zullen plaatsvinden.
bovenop de slaapkamer” een aantal dozen en tassen stonden. Waar de rugzak is gevonden waarin het wapen met een losse patroonhouder en 130 stuks munitie is aangetroffen, volgt niet uit het dossier. Het dossier bevat ook geen ander bewijs waaruit de wetenschap van verdachte over het wapen en munitie volgt. Dat verdachte een sleutel had van de woning, en pasjes van hem zijn aangetroffen in de slaapkamer, is daartoe onvoldoende. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde.
5.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
8 (acht) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
2 jaarvast.
- 1 STK pistool (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525516, met verlengd patroonmagazijn en lampje aan de onderkant, Glock);
- 1 DV patroon (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525529);
- 1 DV patroon (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525528);
- 1 STK verdovende middelen (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525583, hennep);
- 1 STK verdovende middelen (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525586, henneptoppen);
- 1 STK verdovende middelen (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525585, hashish).
- 6.000 EUR (omschrijving: PL1300-2024161596-6525563);
- 296,12 EUR, (omschrijving: PL1300-2024161596-G6525591).