ECLI:NL:RBAMS:2024:6849
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan feiten die onpartijdigheid van de rechter aantasten
Op 4 november 2024 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, dat op 13 oktober 2024 was ingediend. Het verzoek was gericht tegen mr. R. van de Water, bestuursrechter te Amsterdam. De verzoeker, die geen advocaat had, voerde aan dat hij als blinde niet in staat was om zijn zaken zelf af te handelen en dat hij geen leesbare stukken ontving. Hij had drie zaken lopen bij de rechter, maar voelde zich benadeeld door de gang van zaken en de communicatie met de rechtbank. De rechtbank ontving het wrakingsverzoek op 18 oktober 2024 en de behandeling van de drie zaken werd uitgesteld naar aanleiding van het verzoek.
De Wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Het verzoek bevatte een opsomming van klachten over de Jeugdzorg, de overheid en de rechtspraak, maar specifieke verwijten aan de rechter ontbraken. Hierdoor werd het verzoek als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Wrakingskamer oordeelde verder dat het wrakingsmiddel lichtvaardig was ingezet zonder redelijke grond, wat werd aangemerkt als misbruik van recht. Daarom werd besloten dat verdere verzoeken tot wraking in de betreffende zaken niet in behandeling zouden worden genomen.
De beslissing van de Wrakingskamer is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.