Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van het feit en van verdachte
verontschuldigbaarheeft ingebeeld, terwijl verdachte bovendien niet heeft mogen menen dat hij zich tegen dat gestelde gevaar moest verdedigen op de wijze zoals hij heeft gedaan.
6.Motivering van de straffen
7.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
2 (twee) jaarvast.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en,
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
[benadeelde partij]toe tot een bedrag van
€ 20.000,-(twintigduizend euro) aan vergoeding van
immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 14 mei 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening.