ECLI:NL:RBAMS:2024:6660

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/739407 / HA ZA 23-837
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke bescherming van het dyslexielettertype en de licentieovereenkomsten met Microsoft

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dyslexiefont B.V. en Microsoft Corporation. Dyslexiefont, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Maatjes, vorderde een boete van € 475.000 van Microsoft, omdat zij meende dat Microsoft inbreuk had gemaakt op haar auteursrechten door licenties voor het dyslexielettertype aan te schaffen voor individuele medewerkers in plaats van voor het gehele bedrijf. Microsoft, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Dadi, betwistte deze vordering en stelde dat er geen inbreuk was op het auteursrecht, omdat de licenties rechtmatig waren aangeschaft door de medewerkers voor hun eigen gebruik.

De rechtbank oordeelde dat Dyslexiefont onvoldoende bewijs had geleverd dat Microsoft inbreuk had gemaakt op haar auteursrechten. Hoewel het dyslexielettertype auteursrechtelijk beschermd is, was er geen bewijs dat het lettertype door andere medewerkers van Microsoft openbaar was gemaakt. De rechtbank concludeerde dat de vier medewerkers van Microsoft rechtmatig gebruik hadden gemaakt van het lettertype en dat er geen licentieovereenkomst was die heel Microsoft bindt. De vorderingen van Dyslexiefont werden afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Microsoft, die in totaal € 12.042 bedroegen.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenkomsten bij het aangaan van licenties, vooral in situaties waarin meerdere medewerkers van een bedrijf betrokken zijn. De rechtbank wees erop dat Dyslexiefont niet tijdig had aangegeven dat de aangeschafte licenties niet correct waren, waardoor Microsoft gerechtvaardigd vertrouwen had gekregen in de geldigheid van de licenties.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/739407 / HA ZA 23-837
Vonnis van 30 oktober 2024
in de zaak van
DYSLEXIEFONT B.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Dyslexiefont,
advocaat: mr. H. Maatjes,
tegen
MICROSOFT CORPORATION,
te Washington (Verenigde Staten van Amerika),
gedaagde partij,
hierna te noemen: Microsoft,
advocaat: mr. K. Dadi.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 juni 2023,
- de akte houdende overlegging producties van Dyslexiefont van 20 september 2023,
- het vonnis in incident van 24 januari 2024, met de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 15 mei 2024, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 september 2024, met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Daarna is een datum voor het vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
De heer [naam 1] , [functie] van Dyslexiefont, heeft een dyslexielettertype, het dyslexie font, bedacht. Op de website van Dyslexiefont kan een licentie van dit lettertype worden aangeschaft. Vier medewerkers van Microsoft hebben een businesslicentie aangeschaft voor één persoon. Dyslexiefont zegt dat dat niet kan omdat een bedrijf alleen een businesslicentie kan aanschaffen gebaseerd op haar totaal aantal medewerkers. Microsoft moet daarom een boete betalen of het bedrag aan misgelopen licentievergoeding omdat Microsoft inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Dyslexiefont op het lettertype.
2.2.
De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat Dyslexiefont onvoldoende duidelijk heeft gemaakt aan Microsoft dat de vier losse licentieovereenkomsten die zijn gekocht door één medewerker niet kloppen. Daarom hoeft Microsoft geen boete te betalen. Het lettertype is wel auteursrechtelijk beschermd en Dyslexiefont is auteursrechthebbende, maar Microsoft heeft geen inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Dyslexiefont. Daarom worden alle vorderingen van Dyslexiefont afgewezen.

3.De feiten

3.1.
[naam 1] (hierna: [naam 1] ) heeft in 2008 een ontwerp voor een lettertype vervaardigd gericht op mensen met dyslexie (hierna: het dyslexie font of het lettertype). [naam 1] , die zelf dyslectisch is, heeft dit lettertype ontworpen in het kader van zijn afstudeerproject aan de kunstacademie.
3.2.
Dyslexiefont is in 2013 opgericht door [naam 1] en [naam 2] .
3.3.
Via de website van Dyslexiefont kan online een licentie worden afgenomen om het dyslexie font te gebruiken. Hierbij kan worden gekozen uit verschillende soorten gebruik van de licentie: thuis, educatie, werk (business), uitgever, ontwikkelaar of anders.
3.4.
Indien wordt gekozen voor een businesslicentie staat daarbij de volgende waarschuwing:
“Business License can only be orderded for the entire company, not just the number of employees using it.”
3.5.
In de algemene voorwaarden van Dyslexiefont (hierna: Terms & Conditions) staat (ook) een bepaling over het opgeven van het aantal werknemers:

Article 4 – Users
4.1
Business Users and Educational Users shall upon registration provide
Dyslexie Font with the following information; organization name, contact person, address, VAT number (if applicable), payment details, number of employees or number of students and e-mail address. (…).
4.2
The User warrants that all information provided is correct and the contact person is authorized to act on behalf of the User.”
3.6.
Op 7 november 2021 maakt een medewerker van Microsoft, [naam 3] (functie Customer Success Accountmanager) (hierna: [naam 3] ), een businessaccount aan op de website van Dyslexiefont en koopt en betaalt daarna één businesslicentie van het dyslexie font.
3.7.
Op de factuur van 8 november 2021 staat:
“License ordered is for internal use only, and can only be ordered for the entire company calculated based on the total number of employee(s).
The lifetime license you have ordered is calculated based on the total number of 1 employees within your business. The lifetime license cannot be ordered by just the number of employees using the font. If you have made a mistake, please reach out to us at info@dyslexiefont.com.”
3.8.
Op 23 november 2021 zoekt Dyslexiefont per e-mail contact met [naam 3] . Dyslexiefont vraagt of het lettertype bevalt. [naam 3] heeft hierop geantwoord.
Daarna stuurt Dyslexiefont op 30 november 2021 [naam 3] nog een e-mail met wat informatie over het lettertype, en verder vraagt zij:
“And if there are more employees are interested in using the Dyslexie font, please let us know so we can start working on the correct license structure.”
3.9.
Hierna hebben nog enkele medewerkers van Microsoft op dezelfde wijze als [naam 3] één businesslicentie op de website van Dyslexiefont aangeschaft. Op 26 november 2021 op naam van [naam 4] , 12 juli 2022 op naam van [naam 5] en op 28 juli 2022 op naam van [naam 6] . Op elk factuur van de licentie staat dezelfde tekst zoals genoemd onder overweging 3.7.
3.10.
Dyslexiefont neemt, na aanschaf van de vierde licentie door een Microsoft medewerker, op 1 augustus 2022 opnieuw contact op met [naam 3] . Hierin herhaalt Dyslexiefont dat gesproken moet worden over de juiste licentie structuur:
“As already mentioned in my email below I have explained that – if more employees are interested in using the Dyslexie Font – we should work out the correct license structure. In this regard I ask you to send me further information about the use of Dyslexie Font within your company. Also, if you are not the correct person to discuss this further, please send me the contact details of the correct person.”
3.11.
Op 8 augustus 2022 heeft [naam 3] geantwoord dat zij de vraag intern zou doorsturen.
3.12.
Hierna neemt [naam 7] , programmamanager van de Procurement afdeling, contact op met Dyslexiefont. Hij vraagt om meer informatie, onder meer wie en hoe het dyslexie font is gedownload. Hierna corresponderen partijen kort met elkaar hierover.
3.13.
Op 21 februari 2023 stuurt Dyslexiefont (middels haar advocaat) een sommatiebrief naar Microsoft. Dyslexiefont schrijft dat Microsoft in strijd handelt met de licentievoorwaarden (artikel 4.1 en 4.2), inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Dyslexiefont en Microsoft hierdoor een boete verbeurt.
3.14.
Op 2 maart 23 reageert de bedrijfsjurist van Microsoft (samengevat) dat er geen sprake is van een overtreding van de licentievoorwaarden. Dyslexiefont had eerder bezwaar moeten maken, door dit niet te doen heeft zij het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de licentie klopte.
3.15.
Hierna corresponderen Dyslexiefont en de commerciële afdeling van Microsoft over een mogelijke licentie, maar die is niet tot stand gekomen.

4.Het geschil

4.1.
Dyslexie Font vordert om bij vonnis – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. voor recht te verklaren dat Microsoft in strijd met de algemene voorwaarden handelt door de handelswijze zoals toegelicht in deze dagvaarding en als gevolg daarvan een boete is verschuldigd conform deze algemene voorwaarden;
II. Microsoft te voordelen tot betaling van € 475.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2023;
III. Microsoft te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met BTW en de wettelijke rente vanaf 15 juni 2023;
IV. Microsoft te veroordelen tot betaling van de proceskosten conform het geldende tarief, en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
Subsidiair:
V. te verklaren voor recht dat Microsoft inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Dyslexie Font door haar handelswijze zoals toegelicht in deze dagvaarding;
VI. Microsoft te veroordelen tot betaling van € 382.000,00 (althans een bedrag gelijk aan USD 415.670,00), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2023;
VII. Microsoft op basis van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) te veroordelen in de volledige proceskosten van Dyslexie Font, en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Dyslexiefont legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Primair stelt Dyslexiefont dat zij een licentieovereenkomst heeft gesloten met de vier medewerkers van Microsoft die een licentie van Dyslexiefont hebben aangeschaft en dat heel Microsoft is gebonden aan deze overeenkomst omdat een bedrijf slechts een ‘businesslicentie’ kan aanschaffen voor het totaal aantal medewerkers bij een bedrijf. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Dyslexiefont van toepassing. Microsoft heeft in strijd met de licentievoorwaarden gehandeld door niet een licentie aan te schaffen op basis van al haar medewerkers. Op grond van die algemene voorwaarden is Microsoft een boete verschuldigd.
Subsidiair, indien wordt geoordeeld dat de algemene voorwaarden van Dyslexiefont niet van toepassing zijn en/of de boeteclausule niet van toepassing is, maakt Microsoft inbreuk op het auteursrecht van Dyslexiefont. Microsoft heeft namelijk zonder toestemming van Dyslexiefont het dyslexie font / lettertype verveelvoudigd dan wel openbaar gemaakt. Als gevolg daarvan heeft Dyslexiefont schade geleden. Dyslexiefont begroot de schade op de gederfde licentievergoeding.
4.3.
Microsoft voert verweer. Microsoft concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Dyslexiefont, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Dyslexiefont, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Dyslexiefont in de kosten van deze procedure.
Microsoft betwist onder meer dat Dyslexiefont een licentieovereenkomst heeft gesloten met Microsoft die heel Microsoft bindt. Dyslexiefont heeft vier losse licentieovereenkomsten gesloten met de vier medewerkers van Microsoft. Er was geen aanleiding voor Dyslexiefont om ervan uit te gaan dat de vier medewerkers bevoegd waren om namens heel Microsoft te handelen en om heel Microsoft te binden. Dyslexiefont heeft onvoldoende duidelijk gemaakt dat Microsoft in strijd met enige voorwaarden van Dyslexiefont zou hebben gehandeld.
Ten aanzien van de subsidiaire stelling heeft Microsoft aangevoerd dat het dyslexie font / lettertype geen auteursrechtelijk beschermd werk is. Ook is Dyslexiefont niet de maker of de auteursrechthebbende, maar is dat de heer [naam 1] zelf en hij is geen partij bij deze procedure. Daarnaast is er geen sprake van een inbreuk en schade.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vorderingen van Dyslexiefont zijn gestoeld op twee gronden: primair op de gestelde overeenkomst tussen partijen en subsidiair op het auteursrecht. De rechtbank zal deze gronden achtereenvolgens beoordelen. De rechtbank stelt vast dat over haar bevoegdheid reeds is beslist in het incident en zal eerst het toepasselijk recht vaststellen.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
5.2.
Met overneming van de motivering voor de toepasselijkheid van de Terms & Conditions in de overwegingen 5.2 tot en met 5.5 van het vonnis in incident van 24 januari 2024 en onder toepassing van artikel 3 van de Verordening Rome I [1] zal Nederlandse recht worden toegepast. In artikel 10.3 van de Terms & Conditions is namelijk een rechtskeuze voor Nederlands recht gedaan en daaraan is Microsoft gebonden.
Primair: overeenkomst?
5.3.
De stelling van Dyslexiefont is dat zij een licentieovereenkomst heeft gesloten met (vier medewerkers van) Microsoft en dat heel Microsoft hier aan is gebonden, omdat een bedrijf alleen een businesslicentie kan afsluiten gebaseerd op het totaal aantal medewerkers bij dat bedrijf. Microsoft was hier volgens Dyslexiefont ook van op de hoogte omdat:
  • dat op het aanvraagformulier van de licentie staat (zie 3.4);
  • dit in de algemene voorwaarden van Dyslexiefont staat (zie 3.5);
  • dit op de factuur staat (zie 3.7);
  • Dyslexiefont dit heeft aangekaart in haar e-mails aan de medewerkers van Microsoft die een licentie hadden aangeschaft, met de mededeling (samengevat) als er meer medewerkers zijn die het willen gebruiken moet er gesproken worden over de juiste licentiestructuur (zie 3.8 en 3.10);
  • Dyslexiefont heeft gesproken met medewerkers van meerdere afdelingen van Microsoft, via mail (procurement, software asset management etc). Zij waren dus allemaal op de hoogte dat gesproken moest worden over juiste licentiestructuur.
5.4.
Het staat vast de Dyslexiefont een licentieovereenkomst heeft gesloten met vier medewerkers van Microsoft. Dat betwist Microsoft niet. De rechtbank gaat echter niet mee met het standpunt van Dyslexiefont dat heel Microsoft aan de licentieovereenkomst is gebonden. De rechtbank zal uitleggen waarom.
5.5.
De vier medewerkers hebben, ieder voor zich, een businesslicentie aangeschaft via de website van Dyslexiefont. Zij hebben daarbij ingevuld dat er één medewerker is. Dit valt te verklaren omdat de medewerkers het dyslexie font alleen voor eigen gebruik (in hun eigen werkomgeving) hebben aangeschaft. Microsoft heeft toegelicht dat haar medewerkers eigen budget hebben om zelf keuzes voor hun werkomgeving te maken.
Dyslexiefont heeft gesteld en onderbouwd dat in het aanvraagformulier een algemene waarschuwing staat dat de licentie alleen kan worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers van het bedrijf. Maar na de aanschaf van de businesslicenties door de vier medewerkers van Microsoft, voor één persoon, heeft Dyslexiefont niet laten weten dat dit niet klopt en dat er een fout is gemaakt omdat de licentie niet voor alle medewerkers van Microsoft is aangeschaft, terwijl Dyslexiefont wel op hoogte was (omdat dit een feit van algemene bekendheid is) dat Microsoft een bedrijf was met meer dan één werknemer. Integendeel, Dyslexiefont heeft na de aanvraag door de eerste medewerker ( [naam 3] ) wel een bericht gestuurd met de vraag of zij tevreden is met het lettertype en/of er meer medewerkers van Microsoft zijn die het lettertype willen
gebruiken[vrij vertaald en onderstreping, rb] omdat er dan moet worden gesproken over de juiste licentiestructuur (zie 3.8), maar zij heeft daarbij niet letterlijk gezegd dat de businesslicentie voor het totaal aantal medewerkers van Microsoft moet worden aangeschaft. Uit dit bericht van Dyslexiefont volgt dus onvoldoende duidelijk dat [naam 3] niet de juiste licentie heeft aangeschaft en/of dat zij een fout heeft gemaakt. Evenmin blijkt daaruit dat Dyslexiefont zich op het standpunt stelt dat door deze aanschaf Microsoft reeds gebonden was aan een bedrijfsbrede licentie.
Bovendien is dit bericht van Dyslexiefont zelfs tegenstrijdig met de waarschuwing in het formulier; in het aanvraagformulier stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal werknemers, maar in haar email schrijft zij dat er moet worden gesproken over de juiste licentiestructuur als meer medewerkers geïnteresseerd zijn ‘
inusinghet lettertype. Uit dit bericht lijkt dus te volgen dat pas over een juiste licentiestructuur moet worden gepraat als er meer medewerkers van Microsoft zijn die het lettertype willen
gebruiken, en dus niet al alleen vanwege het feit dat Microsoft meer medewerkers heeft. Ditzelfde geldt voor de e-mails die Dyslexiefont in augustus 2022 heeft verstuurd (zie 3.10). Hierin heeft Dyslexiefont het wederom over ‘more employees are interested
in usingthe Dyslexie Font’ [onderstreping, rb].
5.6.
Het feit dat op het aanvraagformulier en in de Terms & Conditions stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers maakt het voorgaande niet anders. Dyslexiefont heeft juist door het versturen van de berichten naderhand de indruk gewekt dat alles in orde was en niet dat er een fout was gemaakt (waarvoor zelfs een boete zou worden verbeurd). Datzelfde geldt voor de factuur. Die overigens werd ontvangen nadat het product al was betaald – zodat die geen onderdeel van de gesloten overeenkomst uitmaakt – en alleen in het klantenportaal stond, waardoor het niet waarschijnlijk is dat deze is gezien of bekeken. Dat de betrokken medewerkers overigens over een creditcard van Microsoft bleken te beschikken die zij voor hun werk gerelateerde budget mochten gebruiken is verder ook geen handeling die leidt tot de conclusie dat een bekrachtiging door een bevoegde persoon binnen Microsoft is verricht.
5.7.
Uiteindelijk benoemt Dyslexiefont pas voor het eerst in februari 2023 in haar sommatiebrief duidelijk dat de aangeschafte businesslicentie niet klopt en Microsoft een licentie had moeten aanschaffen gebaseerd op haar totaal aantal medewerkers, ongeacht hoeveel medewerkers het daadwerkelijk (willen) gebruiken. Dat is te laat. Dyslexiefont had al het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat de aangeschafte licentie klopte, of in ieder geval onvoldoende duidelijk gemaakt dat het niet klopte. Door toen pas aan te kaarten dat de aangeschafte licenties niet klopte heeft Dyslexiefont in strijd gehandeld met het door haar gewerkte vertrouwen. Dyslexiefont wist al vanaf het eerste moment dat Microsoft een bedrijf was met meer medewerkers. Dyslexiefont heeft op de zitting toegelicht dat dit niet de normale gang van zaken is bij de aanvraag van een businesslicentie bij grote bedrijven. Dyslexiefont heeft wel te kennen gegeven dat zij met haar berichten van november 2021 en augustus 2022 had bedoeld om aan te geven dat de licentiestructuur niet klopt omdat het niet is gebaseerd op het totaal aantal medewerkers, maar dat heeft zij onvoldoende duidelijk gemaakt, zoals hiervoor is toegelicht.
5.8.
Dat Dyslexiefont verder, zoals zij heeft gesteld, met meerdere afdelingen van Microsoft over de licentie heeft gesproken, waardoor volgens Dyslexiefont Microsoft op de hoogte was dat de licentie niet klopte, maakt het voorgaande niet anders. Dyslexiefont heeft toegegeven dat zij nergens in het aankoopproces vraagt of de persoon die de aankoop doet bevoegd is om het hele bedrijf te binden. Voor al die verschillende medewerkers geldt hetzelfde als hiervoor toegelicht; het standpunt van Dyslexiefont dat zij meende dat Microsoft een verkeerde licentie had aangeschaft was onvoldoende duidelijk en uit deze contacten kan geen bekrachtiging door Microsoft van de licentieovereenkomst worden begrepen.
5.9.
De conclusie is dan ook dat tussen Dyslexiefont en Microsoft geen licentieovereenkomst tot stand is gekomen die heel Microsoft bindt. De inhoud van de vier losse licentieovereenkomst kan niet zo worden uitgelegd dat hiermee heel Microsoft is gebonden. Dit betekent dat de primaire vorderingen van Dyslexiefont niet toewijsbaar zijn.
Subsidiair: auteursrecht
5.10.
Omdat de primaire grondslag van Dyslexiefont niet slaagt, zal de rechtbank nu haar subsidiaire grondslag beoordelen.
5.11.
Om te beoordelen of Microsoft een inbreuk maakt op de auteursrechten van Dyslexiefont moet eerst worden beslist of het dyslexie font een auteursrechtelijk beschermd werk is.
5.12.
Om een werk te kunnen kwalificeren als auteursrechtelijk beschermd dient het werk oorspronkelijk te zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. [2]
Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Auteurswet. [3] Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. [4] De keuzes van de maker mogen niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze; de verschillende manieren om een idee uit te voeren zijn dan zodanig beperkt dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan en de auteur onmogelijk uitdrukking kan geven aan zijn creatieve geest en tot een resultaat kan komen dat een eigen intellectuele schepping vormt. [5] Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode. [6]
5.13.
Dyslexiefont voert aan dat het dyslexie font een uniek ontwerp heeft. Zij heeft dit onderbouwd met een beroep op de door haar overgelegde productie 2. In deze productie staat een toelichting van de website van Dyslexiefont over de kenmerken van het dyslexie font. De volgende, unieke elementen worden genoemd:
a. zwaardere onderkant; het zwaartepunt van de letters ligt laag,
geen letter is gelijk; de vorm van op elkaar lijkende letters is aangepast,
betere spatiëring; de afstand tussen verschillende letters en woorden is vergroot,
langere stokken en staarten; letters met stokken en staarten worden langer gemaakt,
hoofdletters en leestekens zijn vetter gemaakt,
schuinere letters; sommige letters worden schuiner neergezet dan andere letters,
grotere openingen; de openingen van diverse letters zijn vergroot,
verschillende hoogtes; letters die op elkaar lijken, krijgen verschillende hoogtes om deze ieder een eigen karakter mee te geven,
i. hogere x-hoogte; de hoogte van letters is – vergeleken met de breedte – vergroot.
5.14.
Microsoft betwist dat de door Dyslexiefont aangevoerde kenmerken voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Microsoft heeft onderzoeken overgelegd waaruit zou volgen dat juiste déze kenmerken die het Dyslexiefont noemt kenmerkend zijn voor dyslexielettertypen in het algemeen, daarom technisch bepaald zijn en dus niet auteursrechtelijk beschermd.
[naam 1] heeft op de zitting verklaard dat dit functionele doel nog niet bekend was toen hij dit lettertype ontwierp in 2008. [naam 1] heeft verklaard dat hij voor zijn afstudeeropdracht voor de kunstacademie dit lettertype heeft ontworpen, tegen de – dat op moment geldende – regels voor typografie in en gebaseerd op zijn eigen handschrift en zijn ervaring als dyslect bij de leesbaarheid. Daardoor kan worden geoordeeld dat er creatieve keuzes zijn gemaakt bij het ontwerpen van dit lettertype. De kenmerken die maken dat het lettertype beter leesbaar is voor dyslectici, waren gelet op de afwijking van de regels van de typografie, op dat moment een creatieve keuze. Die creatieve keuzes dienden ook een functioneel doel, namelijk de betere leesbaarheid van teksten voor dyslectici, maar dat was toen nog niet bekend. Deze creatieve keuzes zijn daarna kennelijk breed gevolgd, gelet op het aantal onderzoeken van ná 2008 over de verschillende kenmerken die zijn ontwerp omvat. Microsoft heeft geen voorbeelden overgelegd van onderzoeken van dyslexielettertypen van vóór 2008. Dus het uitgangspunt is dat [naam 1] de eerste was die dit bedacht en daarmee is het dyslexie font een auteursrechtelijk beschermd werk.
5.15.
[naam 1] is als maker van het werk de auteursrechthebbende. [naam 1] is echter geen partij in deze procedure. Dyslexiefont heeft aangevoerd dat zij auteursrechthebbende is omdat zij het lettertype mag gebruiken en de website exploiteert. De rechtbank begrijpt het standpunt van Dyslexiefont zo dat uit de exploitatie door Dyslexiefont en het feit dat [naam 1] [functie] is van Dyslexiefont, Dyslexiefont de auteursrechten onder licentie van [naam 1] heeft verkregen en onder deze licentie sub-licenties mag uitgeven.
5.16.
De vier medewerkers van Microsoft hebben rechtmatig gebruik gemaakt van het lettertype omdat zij een licentie hebben afgenomen en de gevraagde vergoeding aan Dyslexiefont hebben betaald. De rechtbank oordeelt dat Microsoft verder geen inbreuk heeft gemaakt op dit auteursrecht van Dyslexiefont. Microsoft heeft namelijk voldoende toegelicht (in het kader van haar betwisting) dat het lettertype alleen door deze vier medewerkers van Microsoft is aangeschaft en gedownload op de C-schijf van hun computers. De heer [naam 8] (software asset manager bij Microsoft) heeft op de zitting verklaard dat het dyslexie font niet op andere computers van medewerkers bij Microsoft is aangetroffen. In het licht van deze toelichting door Microsoft heeft Dyslexiefont onvoldoende gesteld en onderbouwd dat het lettertype door (iemand anders van) Microsoft openbaar is gemaakt. Dyslexiefont heeft gesteld dat zij niet kan controleren wat er na het downloaden met het dyslexie font gebeurt, maar dat is in dit kader onvoldoende. Er is geen enkele aanwijzing dat Microsoft het lettertype zonder toestemming openbaar heeft gemaakt.
5.17.
Dit betekent dat (alhoewel) Dyslexiefont wel het auteursrecht (onder licentie) heeft op het auteursrechtelijke beschermde lettertype, de subsidiaire vorderingen niet toewijsbaar zijn omdat er geen sprake is van een inbreuk op het auteursrecht.
Slotsom en proceskosten
5.18.
De vorderingen van Dyslexiefont worden in het geheel afgewezen.
5.19.
Microsoft vordert vergoeding van de redelijke en evenredige kosten op de voet van artikel 1019h Rv. Beide partijen gaan uit van toepasselijkheid van artikel 1019h Rv voor het auteursrechtelijk deel van de vordering. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Voor de vaststelling van een proceskostenveroordeling op grond van artikel 1019h Rv wordt aangesloten bij de Regeling Indicatietarieven in IE-zaken rechtbanken (hierna: de Indicatietarieven).
5.20.
Microsoft heeft ook aangevoerd dat in deze zaak sprake is sprake van een zogeheten gemengde grondslag, omdat primair een beroep is gedaan op een verbintenisrechtelijke grondslag en subsidiair op het auteursrecht. Microsoft heeft aangevoerd dat 50% betrekking heeft op de primaire, niet-IE, grondslag en 50% op de subsidiaire grondslag die wel ziet op (het verweer op) de handhaving van IE-rechten. Dyslexiefont heeft hierover geen standpunt ingenomen. De rechtbank gaat mee in de 50/50-verdeling.
5.21.
Voor de toepassing van artikel 1019h Rv zal de rechtbank de indicatietarieven voor IE-zaken hanteren en de zaak kwalificeren in de categorie ‘normaal’, waarvoor een maximum tarief geldt van € 17.500. Het door Microsoft gespecificeerde bedrag aan proceskosten gaat dit bedrag te boven, daarom gaat de rechtbank uit van het maximumbedrag. Op basis van de 50/50-verdeling is dit € 8.750 en omdat Dyslexiefont voor een deel wel gelijk heeft gekregen (het werk is wel auteursrechtelijk beschermd en zij is auteursrechthebbende), zal Dyslexiefont maar 30% hiervan aan Microsoft moeten betalen, wat neerkomt op een bedrag € 2.625,-. Voor de overige 50% zal het liquidatietarief worden toegepast.
5.22.
De proceskosten van Microsoft worden begroot op:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat IE-deel
- salaris advocaat niet-IE-deel
2.625,00
3.502,00
(30% van 50% van € 17.500)
(50% van 2 punten × € 3.502,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.042,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Dyslexiefont af,
6.2.
veroordeelt Dyslexiefont in de proceskosten van € 12.042,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Dyslexiefont niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, rechter, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.

Voetnoten

1.Artikel 3 Rome I (Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst)
2.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I).
3.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 ( [naam 10] / H3)
4.Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 [naam 9] -tapes)
5.Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, (Lancôme / Kecofa)
6.Hoge Raad 22 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1529 ( [naam 10] / H3)