ECLI:NL:RBAMS:2024:6621
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag videofoon en verplaatsing bedieningspunt halofoon
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een videofoon en het verplaatsen van het bedieningspunt van de halofoon. Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 29 mei 2023 afgewezen, omdat een videofoon een algemeen gebruikelijke voorziening is die voor iedereen verkrijgbaar in de winkel is en eiseres het bedieningspunt voor de halofoon kan gebruiken als zij haar slaapkamer anders inricht. Met het bestreden besluit van 21 december 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft het beroep op 8 oktober 2024 op zitting behandeld, maar partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.
De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag voor een videofoon en de verplaatsing van het bedieningspunt voor de halofoon mocht afwijzen, aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Tijdens de bezwaarfase heeft eiseres aangevoerd dat in de vloer van haar slaapkamer een luik zit waar haar hoog/laag bed vanwege het zware gewicht niet op kan staan. Eiseres wijst hierbij op foto’s van haar slaapkamer waarop zij met pijlen heeft aangegeven waar het luik, het bed en de halofoon zich bevinden. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit is gebaseerd op een advies van het IAB, maar dat dit advies niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Verweerder had het bestreden besluit hier dan ook niet op mogen baseren.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Doets, rechter, in aanwezigheid van mr. J.C.M. Schilder, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2024.