ECLI:NL:RBAMS:2024:6581

• Datum uitspraak: 23 oktober 2024
• Publicatiedatum: 28 oktober 2024
• Zaaknummer: 735917
• Instantie: Rechtbank Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Verbintenissenrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: M. Wouters
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake verbetering van een eerder vonnis in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 oktober 2024 een herstelvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eisers, waaronder [eiser 2] B.V. en gedaagde Adviespraktijk A'dam Zuid-Oost B.V. Het herstelvonnis betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis dat op 11 september 2024 was gewezen. Eisers hebben op 17 september 2024 de rechtbank verzocht om verbetering van het vonnis, omdat er sprake was van een kennelijke fout. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en de fout gecorrigeerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het bedrag dat gedaagde aan eiser moet terugbetalen, gewijzigd moet worden van € 31.662,26 naar € 37.899,16. Dit bedrag is inclusief de wettelijke rente die vanaf 4 januari 2023 verschuldigd is, omdat gedaagde vanaf die datum in verzuim is. De rechtbank heeft ook andere passages in het eerdere vonnis aangepast om de wijzigingen correct weer te geven.

Het herstelvonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft bepaald dat de verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen documenten van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit herstelvonnis is een belangrijke stap in het proces om de juiste juridische uitkomst te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht

Zaaknummer: C/13/735917 / HA ZA 23-614

Herstelvonnis van 23 oktober 2024

in de zaak van

1. [eiser 1] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 2] QQ (in de hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van de heer [naam] ),

wonende in [woonplaats 1] ,
3.
[eiser 3] ,

wonende in [woonplaats 2] ,
4.
[eiser 4] ,

wonende in [woonplaats 3] (Verenigde Arabische Emiraten),
5.
[eiser 5] ,

wonende in [woonplaats 4] ,

eisende partijen,

hierna samen te noemen: [eiser 2] (mannelijk, enkelvoud),

advocaat: mr. A.C. Kool,

tegen

1. ADVIESPRAKTIJK A'DAM ZUID-OOST B.V.,

gevestigd in Amsterdam,
2.
[gedaagde] ,

wonende in [woonplaats 5] ,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

gedaagde partijen,

hierna samen te noemen: Adviespraktijk A'dam Zuid-Oost c.s. (mannelijk, enkelvoud),

advocaat: mr. R.A. Moonen.

1. Het verzoek tot verbetering

1.1.

Bij e-mail van 17 september 2024 is namens [eiser 2] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 11 september 2024 gewezen vonnis.

2. De beoordeling

2.1.

De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 11 september 2024 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen.

2.2.

De rechtbank verbetert het vonnis als volgt.

3. De beslissing

De rechtbank

3.1.

bepaalt dat nummer 2.16 van het op 11 september 2024 tussen [eiser 2] en Adviespraktijk A'dam Zuid-Oost c.s. gewezen vonnis, waar staat:

“Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] veroordeeld wordt om in totaal het bedrag van € 31.662,26 (€ 17.329,16 + € 20.570,-) aan [eiser 2] terug te betalen. De gevorderde wettelijke rente zal daarbij worden toegewezen met ingang van 4 januari 2023 omdat [gedaagde] vanaf deze datum in verzuim is.”

wordt gewijzigd in:

“Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] veroordeeld wordt om in totaal het bedrag van € 37.899,16 (€ 17.329,16 + € 20.570,-) aan [eiser 2] terug te betalen. De gevorderde wettelijke rente zal daarbij worden toegewezen met ingang van 4 januari 2023 omdat [gedaagde] vanaf deze datum in verzuim is.”,

3.2.

bepaalt dat nummer 3.1 van het op 11 september 2024 tussen [eiser 2] en Adviespraktijk A'dam Zuid-Oost c.s. gewezen vonnis, waar staat:

“veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 2] te betalen een bedrag van € 31.662,26, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf 4 januari 2023 tot de dag dat [gedaagde] het volledige bedrag betaald heeft,”

wordt gewijzigd in:

“veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 2] te betalen een bedrag van € 37.899,16, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf 4 januari 2023 tot de dag dat Adviespraktijk A'dam Zuid-Oost c.s. het volledige bedrag betaald heeft,”,

3.3.

bepaalt dat deze verbeteringen onder vermelding van de datum 23 oktober 2024 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 11 september 2024,

3.4.

gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 11 september 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wouters en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.