ECLI:NL:RBAMS:2024:6523
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestuurlijke boete wegens omzetting zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen een bestuurlijke boete van € 25.140,- behandeld. De boete was opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam wegens het omzetten van een zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten. Eiser, eigenaar van de woning aan [adres] in Amsterdam, betwistte de overtreding en stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de bewering dat de woning door vijf personen werd bewoond. De rechtbank heeft de zaak op 16 september 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een getuige. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de overtreding, omdat de verklaringen van de getuigen niet betrouwbaar zijn en de inschrijvingen in de Basisregistratie Personen (Brp) niet voldoende zijn om de overtreding te onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. Eiser krijgt het betaalde griffierecht terug en verweerder wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 2.998,- aan eiser.