Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Weiden in der Oberpfalz(Duitsland), hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Weiden in der Oberpfalzuitgevaardigd arrestatiebevel (1 Gs 454/24).
4.Strafbaarheid
de handel in verdovende middelenaan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld. Het feit valt op deze lijst onder nummer 5, te weten:
dood door schulden
zwaar lichamelijk letsel door schuldniet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd – voldaan is aan het vereiste dat op de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
over te gaan.
7.Evenredigheid
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Weiden in der Oberpfalz(Duitsland) voor de feiten zoals deze zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.