Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiseres] B.V. (voorheen V.O.F. [eiseres] ), uit Amsterdam, eiseres
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
18 november 2020 heeft verweerder een voorschot van € 5.391,- aan eiseres verstrekt voor deze periode. Daarbij heeft verweerder berekend dat eiseres in totaal een tegemoetkoming zou ontvangen van € 6.740,-.
18 februari 2021 heeft verweerder een voorschot van € 5.730,- aan eiseres verstrekt voor deze periode. Daarbij heeft verweerder berekend dat eiseres in totaal een tegemoetkoming zou ontvangen van € 7.161,-.
21 december 2021 heeft verweerder een voorschot van € 13.188.- aan eiseres verstrekt voor deze periode. Daarbij heeft verweerder berekend dat eiseres in totaal een tegemoetkoming zou ontvangen van € 16.485,-.
Beoordeling door de rechtbank
2 juni 2023. Deze termijn is later ook uit coulance verlegd, namelijk tot en met 26 juli 2023. In de nota van toelichting bij de NOW-3 en NOW-5 staat dat indien niet tijdig een aanvraag voor vaststelling wordt gedaan de subsidieverlening wordt ingetrokken en dat dit tot gevolg heeft dat het subsidievoorschot onverschuldigd is betaald en volledig wordt teruggevorderd. [3] Doorslaggevende betekenis komt hierbij toe aan de uitdrukkelijke bedoeling van de minister en de dwingend voorgeschreven datum om de definitieve vaststelling aan te vragen.
22 februari 2023 en is deze periode uit coulance verlengd tot en met 19 april 2023. Die periodes waren naar het oordeel van de rechtbank voldoende lang. Het beroep op deze uitspraak leidt dus niet tot een ander oordeel.
Conclusie en gevolgen
€ 875,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 371,- aan eiseres te vergoeden.
mr.I.G.A. Karregat, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op