Op 17 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 28 november 2020 betrokken was bij een dodelijk verkeersongeval te Duivendrecht. De verdachte, een vrachtwagenchauffeur, reed met een defect voertuig dat niet harder kon dan 20 km/u op een snelweg waar een maximum snelheid van 100 km/u gold. Ondanks eerdere waarschuwingen van de politie om niet te rijden met het defecte voertuig, besloot de verdachte toch de weg op te gaan. Het ongeval vond plaats toen het slachtoffer, dat met een veel hogere snelheid reed, tegen de achterkant van de vrachtwagen van de verdachte botste, met dodelijke gevolgen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam had gedragen, wat leidde tot het fatale ongeval. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van twee jaren. De rechtbank hield rekening met het tijdsverloop sinds het ongeval en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten was veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om adequaat te reageren op defecten aan hun voertuig en de gevaren die voortkomen uit onvoorzichtig rijgedrag. De rechtbank stelde dat de verdachte, als beroepschauffeur, extra voorzichtig had moeten zijn en had moeten handelen om de veiligheid op de weg te waarborgen.