Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderen twee erfgenamen, [eiser 1] en [eiser 2], dat de rechtbank hen toestaat de verdeling van de nalatenschap van hun overleden vader, [erflater], te regelen, met uitsluiting van de derde erfgenaam, [gedaagde]. De erfgenamen zijn het niet eens over de verkoop van de woning die deel uitmaakt van de nalatenschap. [gedaagde] wil de woning zelf overnemen, maar [eiser 1] en [eiser 2] zijn van mening dat dit niet in het belang van de verkoop is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van [eiser 1] en [eiser 2] prematuur is, aangezien er nog geen overeenstemming is over de wijze van verdeling en de waarde van de woning niet is vastgesteld. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. De rechtbank heeft ook geadviseerd om de woning te laten taxeren om verdere onduidelijkheid te voorkomen. De uitspraak is gedaan op 9 oktober 2024.