Uitspraak
1.Het procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
klaagster;
Rechtbank Amsterdam
Op 25 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak waarin klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Kuijper, beroep aantekende tegen de beslissingen van de Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken. De zaak betreft de vraag of klaagster op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) gerepatrieerd mocht worden naar Zweden. Klaagster was niet aanwezig tijdens de zitting, omdat zij in Zweden verbleef en niet in staat was om terug te reizen naar Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klachtencommissie de overplaatsing van klaagster niet inhoudelijk had beoordeeld, maar deze op formele gronden gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de repatriëring van klaagster onrechtmatig was, omdat er geen wettelijke grondslag was voor een dergelijke beslissing op basis van de Wvggz. De rechtbank concludeerde dat de repatriëring tegen de wil van klaagster had plaatsgevonden, wat in strijd was met de wet. Daarnaast werd de beperking van de bewegingsvrijheid van klaagster binnen de kliniek als onterecht beoordeeld. De rechtbank heeft Arkin, de zorgaanbieder, veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1700,- aan klaagster, als gevolg van de onterechte repatriëring en beperking van haar bewegingsvrijheid.