Uitspraak
1.CHIP 1 EXCHANGE NL B.V.,
2.
[gedaagde 2],
3.3. [gedaagde 3] ,
4.4. [gedaagde 4] ,
5.5. [gedaagde 5] ,
6.6. [gedaagde 6] ,
7.7. [gedaagde 7] ,
8.8. [gedaagde 8] ,
9.9. [gedaagde 9] ,
10.10. [gedaagde 10] ,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 6 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitaantekeningen van Fusion Trade
- de pleitaantekeningen van [gedaagden]
- de pleitaantekeningen van Chip 1.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
actief benaderenvan klanten door [gedaagde 2] en de voormalig werknemers. Er zijn geen verklaringen van klanten van Fusion Trade waaruit dit zou volgen en uit de overgelegde communicatie tussen [gedaagden] en klanten van Fusion Trade blijkt dat ook niet met zoveel woorden. Eerder lijkt het erop dat het delen van contact gegevens – waarvan wel sprake is – op verzoek van klanten (e.a.) is gebeurd; zo volgt uit de e-mail van 16 april 2024 van BSH (prod. 22 bij de dagvaarding) dat dit bedrijf een – algemene - uitvraag plaatst bij Chip 1 (en zeven andere ‘brokers in components’).Voor nadere bewijslevering omtrent de vraag of het initiatief desalniettemin tóch is uitgegaan van [gedaagden] is in kort geding geen plaats.
na benaderd te zijn door die klantenwijst de kantonrechter op het bepaalde in art. 653 lid 3 sub b BW op grond waarvan een dergelijk beding geen stand zal houden wegens onbillijke benadeling van de werknemer.