ECLI:NL:RBAMS:2024:5613

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
13-087832-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel van de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt

Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit EAB, uitgevaardigd door de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt op 11 maart 2024, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Nederland woont en de Nederlandse nationaliteit heeft. De behandeling van de zaak vond plaats op 21 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. G.M. Kolman, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.C. van Klaveren.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd en de gevangenhouding van de opgeëiste persoon bevolen, maar deze direct geschorst onder voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan feiten die onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet vallen, namelijk deelneming aan een criminele organisatie en georganiseerde of gewapende diefstal. De rechtbank concludeert dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat de opgeëiste persoon voldoende banden met Nederland heeft en de garantie is gegeven dat hij zijn straf in Nederland zal ondergaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De beslissing om de overlevering toe te staan is genomen in het openbaar en is definitief, aangezien er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-087832-24
Datum uitspraak: 4 september 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 26 juni 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 11 maart 2024 en uitgevaardigd door de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt, afdeling 32, Oostenrijk (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 21 augustus 2024 in aanwezigheid van mr. G.M. Kolman, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.C. van Klaveren, advocaat in Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen en die gevangenhouding direct geschorst onder voorwaarden.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Aan het EAB ligt ten grondslag – gelezen in samenhang met het A-formulier – een
National Arrest Warrant(Bevel tot arrestatie) van 8 maart 2024 van
the Public Prosecutor Wiener Neustadt with approval of the Regional court.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Oostenrijks recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als zogenoemde lijstfeiten, die in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder de nummers 1 en 18, te weten:
deelneming aan een criminele organisatie
en
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Oostenrijk een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en beroept zich op de garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW. De rechtbank stelt vast dat de opgeëiste persoon zodanige banden heeft met Nederland, dat de tenuitvoerlegging van een eventueel na overlevering opgelegde straf, uit het oogpunt van sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden dan in de uitvaardigende lidstaat. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, deze straf in Nederland mag ondergaan.
De regionale rechtbank Wiener Neustadt heeft op 10 juli 2024 de volgende garantie gegeven:
Op verzoek van het Openbaar Ministerie Wiener Neustadt, geeft de regionale rechtbank Wiener Neustadt de garantie overeenkomstig artikel 29 lid 3 EU-JZG, volgens welke [opgeëiste persoon] , geboren op [geboortedag] 1997, met Nederlandse nationaliteit, zal worden overgeleverd aan Nederland voor de tenuitvoerlegging van een straf opgelegd door een Oostenrijkse rechtbank, eens de procedure is afgerond en het vonnis rechtsgeldig is.
De garantie heeft betrekking op de strafbare feiten in het Europees aanhoudingsbevel d.d. 11-03-2024, dossiernummer 13 St 61/24 h.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt, afdeling 32, Oostenrijk, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. M.C. Danel en R.W.L. Koopmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 4 september 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.