Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Dit EAB, uitgevaardigd door de Arrondissementsrechtbank te Wiener Neustadt op 11 maart 2024, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Nederland woont en de Nederlandse nationaliteit heeft. De behandeling van de zaak vond plaats op 21 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. G.M. Kolman, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.C. van Klaveren.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd en de gevangenhouding van de opgeëiste persoon bevolen, maar deze direct geschorst onder voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan feiten die onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet vallen, namelijk deelneming aan een criminele organisatie en georganiseerde of gewapende diefstal. De rechtbank concludeert dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat de opgeëiste persoon voldoende banden met Nederland heeft en de garantie is gegeven dat hij zijn straf in Nederland zal ondergaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De beslissing om de overlevering toe te staan is genomen in het openbaar en is definitief, aangezien er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.