ECLI:NL:RBAMS:2024:5572

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
739547
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitencontractuele aansprakelijkheid van importeur voor gebrekkige auto’s

In deze zaak vorderde Smilease B.V., een leasemaatschappij, schadevergoeding van Stellantis N.V. en Stellantis Nederland B.V. wegens vermeende gebreken aan auto’s die zij had aangeschaft. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat Stellantis c.s. niet als producent van de auto’s kan worden aangemerkt en dus niet aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW van het Burgerlijk Wetboek. Smilease had auto’s gekocht bij merkdealers en had een contractuele relatie met hen, waardoor zij hen had moeten aanspreken voor eventuele schade. De rechtbank concludeerde dat er geen onrechtmatige daad was gepleegd door Stellantis c.s. en wees de vorderingen van Smilease af. Tevens werd Smilease veroordeeld in de proceskosten van Stellantis c.s. tot een bedrag van € 2.082,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke producenten-aansprakelijkheid en de rol van contractuele relaties in dergelijke geschillen.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/739547 / HA ZA 23-845
Vonnis van 4 september 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SMILEASE B.V.,
gevestigd te Leek,
eisende partij,
hierna te noemen: Smilease,
advocaat: mr. A. van der Ploeg,
tegen

1.de naamloze vennootschap STELLANTIS N.V.,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

STELLANTIS NEDERLAND B.V.,
beide gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partijen,
hierna te noemen: Stellantis N.V., Stellantis Nederland en voor zover gezamenlijk bedoeld Stellantis c.s.,
advocaat: mr. W.B.J. van Overbeek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 september 2023,
- de akte overlegging producties van Smilease,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 31 januari 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de ten behoeve van de mondelinge behandeling door Smilease bij akte overgelegde producties 33 tot en met 48,
- het proces-verbaal van de op 21 mei 2024 gehouden mondelinge behandeling met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Smilease is een private leasebedrijf. Haar bedrijfsactiviteiten bestaan onder meer uit het in operationele lease geven van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.
2.2.
Het wagenpark van Smilease bestaat uit ongeveer 1600 auto’s van verschillende merken, waaronder van Opel, Peugeot en Citroën. Circa 450 van deze auto’s van de merken Opel, Peugeot en Citroën zijn uitgerust met een 1.2 PureTech 3 cilinder benzinemotor (hierna: de motor). Met uitzondering van een paar auto’s heeft Smilease deze 450 auto’s gekocht van/aangeschaft bij merkdealers.
2.3.
Stellantis N.V. is volgens gegevens uit het handelsregister van de kamer van koophandel een financiële holdingvennootschap. Zij staat sinds januari 2021 aan het hoofd van een groep van ondernemingen, waaronder ondernemingen die zich bezig houden met de productie van auto’s van de merken Opel, Peugeot en Citroën (de autofabrikanten).
2.4.
Stellantis Nederland is de Nederlandse importeur van auto’s die geproduceerd zijn door deze autofabrikanten. Als bedrijfsactiviteiten vermeldt een uittreksel uit het handelsregister over Stellantis Nederland het importeren van nieuwe en lichte bedrijfsauto’s, groothandel, handelsbemiddeling en detailhandel in auto-onderdelen en -accessoires. Stellantis Nederland voert onder meer de handelsnamen Opel Nederland, Peugeot Nederland, Citroën Nederland en PSA Groupe. Stellantis Nederland is verantwoordelijk voor de verkoop in Nederland van nieuwe Stellantis voertuigen op groothandelsniveau, alsmede het repareren en onderhouden ervan. Stellantis Nederland verkoopt geen auto’s aan eindgebruikers/consumenten, maar uitsluitend aan merkdealers.
2.5.
Op auto’s die geproduceerd zijn door de Stellantis groep wordt in beginsel, onder de daarvoor geldende voorwaarden, een tweejarige fabrieksgarantie verstrekt door de desbetreffende autofabrikanten. Garantiewerkzaamheden worden uitsluitend kosteloos verricht door reparateurs die door Stellantis Nederland zijn erkend en aangesteld (de Stellantis reparateurs).
2.6.
Alle Stellantis auto’s zijn door de autofabrikanten voorzien van onderhoudsschema’s. Tot 2017 werd door de autofabrikanten ten aanzien van de distributieriem van de auto’s met een 1.2 PureTech 3 cilinder benzinemotor geadviseerd deze na 10 jaar of 175.000 gereden kilometers te vervangen. Bij auto’s die vanaf 2017 zijn verkocht is de onderhoudsinterval voor de distributieriem aangepast naar 6 jaar of 100.000 gereden kilometers.
2.7.
In 2018 is door de autofabrikanten geconstateerd dat sommige Stellantis auto’s die waren uitgerust met de motor te maken kregen met een verminderde rembekrachtiging, waarbij het rempedaal krachteriger dan gebruikelijk moest worden ingetrapt om de auto tot stilstand te brengen. Na het doen van onderzoek hebben de autofabrikanten eind 2020 maatregelen genomen (hierna ook genoemd de veiligheidscampagne en/of de recall). Die maatregelen bestonden uit het aanpassen van het onderhoudsschema, het extra controleren van bepaalde onderdelen ,zoals de distributieriem, en het zo nodig onder voorwaarden kosteloos vervangen ervan.
2.8.
In de periode november 2020 tot en met december 2023 zijn in het kader van die veiligheidscampagne meerdere terugroepacties in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) geplaatst.
2.9.
In december 2020 zijn bovendien brieven verzonden aan bezitters van Stellantis auto’s waarbij deze kwestie mogelijkerwijs speelt. In die brieven worden de eigenaren van deze auto’s opgeroepen zich bij een Stellantis reparateur te melden. Smilease betwist de ontvangst van een dergelijke brief.
Een voorbeeld van een dergelijke terugroepbrief van, in dit geval Peugeot Nederland luidt, voor zover hier relevant:
“Omdat voor Peugeot uw veiligheid voorop staat, heeft de fabrikant ons gevraagd de
software van uw Peugeot te updaten om de diagnose van het rembekrachtigingssijsteem te verbeteren en te voorkomen dat de rembekrachtiging niet of minder goed werkt. Wij zullen de onderdelen van het rembekrachtigingssysteem van uw auto controleren die beschadigd kunnen zijn geraakt door een onvolkomenheid van de distributieriem. […]
Om de prestaties en duurzaamheid van uw motor te garanderen, adviseren wij nu de
distributieriem elke 100.000 km of elke 6 jaar (al naar gelang welke limiet als eerste
wordt bereikt) te vervangen. Vanaf heden zat de controle van de distributieriem
worden opgenomen in de reguliere onderhoudswerkzaamheden.
Om uw veiligheid te beschermen houdt u zich aan bepaalde regels. Zo is ook de
naleving van het onderhoudsschema essentieel voor de levensduur van uw motor.
Wij raden u aan de aanbevelingen van de fabrikant voor wat betreft de motorolie en
het periodieke onderhoud na te leven, en adviseren u geen producten (additieven) aan
de motorolie toe te (laten) voegen.
Voor bepaalde gebruiksomstandigheden wordt een verzwaard onderhoudsschema
voorgeschreven. […]
Deze werkzaamheden, die beslist noodzakelijk zijn, zullen vanzelfsprekend gratis
worden uitgevoerd. […]
Wij verzoeken u vriendelijk per omgaande contact op te nemen met een PEUGEOT
dealer om de datum af te spreken waarop de werkzaamheden bij uw auto worden
uitgevoerd. […]”
2.10.
Bij een aantal Stellantis auto’s die waren voorzien van de motor was daarnaast sprake van overmatig olieverbruik, mogelijkerwijs veroorzaakt door verstopping van de keerringen (bij motoren die geproduceerd zijn tussen april 2014 en juli 2018) of een defect aan de oliedampafscheider (bij motoren geproduceerd tussen juli 2018 en februari 2023). Ten aanzien van de problematiek van het overmatig olieverbruik hebben de betreffende autofabrikanten onder bepaalde voorwaarden een verlengde fabrieksgarantie in het leven geroepen. Daarbij zijn al naar gelang de leeftijd van de auto of het gereden aantal kilometers de volledige kosten van vervanging gedekt (minder dan 5 jaar / 100.000 kilometer) of alleen de kosten van de te vervangen onderdelen (meer dan 5 jaar maar minder da 8 jaar / 150.000 kilometer).

3.Het geschil

3.1.
Smilease vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht te verklaren dat Stellantis N.V. en/of Stellantis Nederland onrechtmatig jegens Smilease heeft gehandeld door het in het verkeer brengen van auto’s uitgerust met de motor, die bij normaal gebruik aanzienlijke schade veroorzaken;
II. Stellantis N.V. en/of Stellantis Nederland (hoofdelijk) te veroordelen tot vergoeding van alle door Smilease als gevolg van de onrechtmatige daad van Stellantis c.s. geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vermeerderen met wettelijke rente;
III. Stellantis c.s. (hoofdelijk) te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Smilease grondt haar vordering op artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Volgens Smilease is voor het vestigen van aansprakelijkheid van een producent, zoals Stellantis c.s., voldoende dat deze producent een product in het verkeer heeft gebracht dat bij normaal gebruik voor het doel waarvoor het bestemd is schade veroorzaakt. Dat is volgens Smilease het geval. Smilease stelt dat (een substantieel aantal van) de door Stellantis c.s. in het verkeer gebrachte auto’s die voorzien zijn van de motor structurele en ernstige problemen vertonen. Deze problemen laten zich samenvatten in de volgende drie issues:
(1) bovenmatige slijtage van de motor. Die slijtage uit zich in een verhoogd olieverbruik;
(2) aantasting van de distributieriem door bijtend oliemengsel;
(3) riemresten die zorgen voor bovenmatige slijtage en verstopte onderdelen van de motor.
Smilease stelt als gevolg van het onrechtmatige handelen van Stellantis c.s. schade te hebben geleden. Die schade bestaat uit, samengevat weergegeven:
- hogere reparatiekosten als gevolg van de problemen aan de motor;
- het vroegtijdig moeten verkopen van auto’s wegens, onder meer, het voortdurend verhoogde olieverbruik;
- waardevermindering van de auto’s. De auto’s hebben als gevolg van de motorproblemen een lagere verkoopwaarde;
- gemaakte operationele kosten die gemoeid zijn met de administratieve afhandeling van de ontstane issues met de gebrekkige motor;
- het geregeld moeten inzetten (en regelen van) vervangend vervoer en de daarmee gepaard gaande kosten;
- gemiste (lease)inkomsten wegens het vroegtijdig moeten verkopen van auto’s die beduidend minder lang ingezet kunnen worden;
- de noodzaak om eerder te investeren in nieuwe auto’s ter vervanging van auto’s met een gebrekkige motor.
3.3.
Stellantis c.s. voert gemotiveerd verweer. Kort samengevat komt dat verweer neer op het volgende:
- gedaagden zijn geen van beiden producent van de auto’s en ook niet aan een producent gelijk te stellen;
- de feitelijke beschrijving van de gebreken en de oorzaak ervan zijn onjuist /onvolledig gepresenteerd wegens het miskennen van de in het leven geroepen veiligheidscampagne waarmee afdoende maatregelen zijn getroffen. Meer kan van haar niet worden verlangd;
- de vordering is verjaard;
- er is geen sprake van onrechtmatigheid;
- er is geen sprake van schuld/toerekenbaarheid;
- het causaal verband tussen de gestelde onrechtmatige daad en de gestelde schade ontbreekt.
De vorderingen dienen te worden afgewezen. Er bestaat onvoldoende grond voor een verwijzing naar een schadestaatprocedure, aldus steeds Stellantis c.s.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Smilease houdt Stellantis c.s., in haar hoedanigheid van producent van de door Smilease bij merkdealers aangekochte auto’s, buitencontractueel aansprakelijk voor het in het verkeer brengen van die auto’s omdat die auto’s volgens Smilease bij normaal gebruik, voor het doel waarvoor zij zijn bestemd, schade veroorzaken. Zij maakt daarbij aanspraak op door haar zelf geleden schade, onder meer aan de auto’s zelf.
4.2.
Feitelijk komt de vordering van Smilease neer op een aanspraak tot vergoeding van schade aan het product zelf en door haar zelf geleden gevolgschade als gevolg van het niet ontvangen van een deugdelijk product tegenover de door haar betaalde koopprijs. De rechtbank stelt vast dat het naar Nederlands recht op dit moment nog onduidelijk is onder welke omstandigheden een producent op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor dergelijke schade tegenover een koper van die producten. Uit de door Smilease aangehaalde rechtspraak van de Hoge Raad [1] kan wel worden afgeleid dat een producent aansprakelijk kán zijn uit onrechtmatige daad voor schade aan het product zelf, maar anders dan Smilease betoogt niet onder welke omstandigheden dat het geval is.
4.3.
Anders dan Smilease stelt kan zij daarom niet volstaan met het enkel aantonen van het in het verkeer brengen van een product door een producent (of daaraan gelijk te stellen onderneming) dat bij normaal gebruik schade veroorzaakt. Voor de vraag of er sprake is van een op artikel 6:162 BW gegronde buitencontractuele aansprakelijkheid van een producent dient aansluiting te worden gezocht bij het bepaalde in artikel 6:185 BW en bij de regeling van de productaansprakelijkheid van een producent. Zo moet bijvoorbeeld ook bij een op artikel 6:162 BW gegronde aansprakelijkheid sprake zijn van een gebrekkig product dat door een producent in het verkeer is gebracht zoals bedoeld in de regeling rondom de productaansprakelijkheid (zie artikelen 6:186 en 6:187 BW). Ook moet het in het verkeer gebrachte product de veiligheid bieden die men daarvan mag verwachten, alle omstandigheden daarbij in aanmerking genomen. In aanvulling daarop is bij een op artikel 6:162 BW gegronde vordering eveneens vereist dat de onrechtmatige daad aan de producent kan worden toegerekend, omdat deze te wijten is aan diens schuld dan wel aan een oorzaak die voor risico van de producent komt.
4.4.
Gelet op het hiervoor overwogene komt de rechtbank, mede gelet op de navolgende omstandigheden van het geval, in onderling samenhang bezien, tot het oordeel dat er in dit geval geen reden is om Stellantis c.s. buitencontractueel aansprakelijkheid te achten jegens Smilease voor de door Smilease gestelde gebreken aan de motor. Daartoe is het volgende redengevend.
4.5.
Allereerst is van belang dat Stellantis c.s. niet de producent is van de Stellantis auto’s en ook niet van de motoren die zich in die auto’s bevinden. Zij is niet de onderneming die de auto’s in het verkeer heeft gebracht in die zin dat zij de auto’s na productie/fabricage daarvan aan de distributieketen heeft doorgegeven. Dat hebben de in de Europese Unie gevestigde autofabrikanten gedaan. Stellantis N.V. is een financiële holdingmaatschappij. Stellantis Nederland produceert/fabriceert evenmin zelf auto’s of motoren. Zij is de importeur en distribiteur op groothandel niveau van Stellantis auto’s die elders worden gefabriceerd door autofabrikanten. Voor zover Stellantis Nederland handelt onder de handelsnaam Opel Nederland, Peugeot Nederland en Citroën Nederland, is dat naar moet worden aangenomen, uit oogpunt van commerciële doeleinden. Zij heeft daarmee in ieder geval niet de indruk gewekt zelf de fabrikant van de auto’s of de motoren te zijn. Smilease heeft niet, althans onvoldoende concreet gesteld dat Stellantis c.s. de indruk heeft gewekt dat zij zelf de producent (fabrikant) van de auto’s is door een naam, merk of ander onderscheidingsteken op de auto’s of de daarin gemonteerde motor aan te brengen. Dat op de motoren PSA vermeld staat is hiertoe onvoldoende. Niet is komen vast te staan dat dit op initiatief van of door Stellantis c.s. is gebeurd en/of dat hiermee Stellantis c.s. is bedoeld. Dit vormt veeleer een verwijzing naar de PSA groep als geheel. Ook is onvoldoende dat een medewerker van Stellantis c.s. een reactie heeft gegeven in het televisieprogramma Kassa op problemen met de motor of dat bij de RDW bij de terugroepacties Stellantis B.V. zou zijn vermeld. Gelet op het voorgaande kwalificeert Stellantis c.s. dus niet als producent die de auto’s in het verkeer heeft gebracht. Hierop stuiten de vorderingen, ingesteld jegens Stellantis c.s. in hoedanigheid van producent, in beginsel al af.
4.6.
Ook is relevant dat Smilease een zakelijke eindgebruiker van de auto’s is. Zij heeft een contractuele relatie met merkdealers bij wie zij de auto’s heeft gekocht. Het was vervolgens een mogelijkheid geweest deze dealers aan te spreken voor de schade die Smilease heeft geleden doordat de auto’s volgens haar niet beantwoorden aan hetgeen zij op grond van de koopovereenkomst(en) mocht verwachten. Dat heeft zij evenwel om haar moverende redenen niet gedaan. Dat zij daarbij mogelijk beperkt wordt door exoneraties in de verkoopvoorwaarden vormt geen reden om de weg naar buitencontractuele aansprakelijkheid van een andere partij (de producent/fabrikant) in de distributieketen te openen. Daarvoor moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden.
4.7.
Van de door Smilease genoemde drie problemen met de auto’s is door haar gesteld noch gebleken dat deze een potentieel gevaar opleveren voor personen of zaken van anderen. Hooguit ten aanzien van de remproblematiek zou sprake kunnen zijn van een ernstige of onmiddellijke dreiging voor het ontstaan van schade aan personen of zaken van anderen. Alleen op dat punt zou mogelijk sprake kunnen zijn van een gebrekkig product als bedoeld in de regeling rondom productaansprakelijkheid waarbij aansluiting gezocht moet worden.
4.8.
Smilease vordert in hoofdzaak schade als gevolg van een volgens haar non-conform product, te weten schade aan het product zelf of daar haar zelf geleden gevolgschade. Er is geen sprake van (dreigende) personenschade of schade aan zaken van derden. Hooguit de gemaakte reparatiekosten in verband met het vroegtijdig moeten vervangen van de distributieriem in verband met de remproblematiek zouden kunnen worden gezien als kosten ter voorkoming van een dreigend gevaar voor schade aan personen of zaken van anderen, voor zover deze ten onrechte niet door Smilease c.s. zijn vergoed in het kader van de in het leven geroepen veiligheidscampagne.
4.9.
In verband met de geconstateerde remproblematiek is deze veiligheidscampagne in het leven geroepen op grond waarvan bezitters van Stellantis voertuigen onder voorwaarden aanspraak kunnen maken op kosteloze vervanging van de distributieriem door Stellantis reparateurs. Dat het remprobleem, en daarmee het potentiële gevaar voor personenschade of zaakschade van anderen hiermee onvoldoende wordt ondervangen is niet gebleken.
4.10.
Smilease c.s. stelt geen terugroepbrief te hebben ontvangen en ook dat de veiligheidscampagne in de praktijk niet zorgvuldig wordt uitgevoerd. In de praktijk is zij toch vaak geconfronteerd met doorbelaste kosten voor het vroegtijdig vervangen van de distributieriem. Stellantis c.s. doet in de ogen van Smilease slechts alsof zij haar verantwoordelijkheid neemt, maar blijft hiermee feitelijk in gebreke.
4.11.
Van het niet deugdelijk uitvoeren van de veiligheidscampagne, en het ten onrechte niet gratis of onder coulance vervangen van de distributieriem zou in een aantal door Smilease genoemde gevallen sprake kunnen zijn. Wat hier echter ook van zij, in deze procedure wordt Stellantis c.s. niet in hoedanigheid van verantwoordelijke voor het uitvoeren van de veiligheidscampagne aangesproken maar wordt Stellantis c.s. aansprakelijk gehouden in hoedanigheid van producent. Zoals hiervoor al is overwogen, kwalificeert Stellantis c.s. echter niet als producent van de auto’s. In hoeverre correcte uitvoering gegeven wordt aan de veiligheidscampagne kan daarmee in deze procedure in het midden blijven.
4.12.
Dat neemt niet weg dat Stellantis c.s., zoals zij ter zitting heeft toegezegd te zullen doen, alsnog samen met Smilease na kan gaan waarom in een aantal gevallen door Stellantis reparateurs geen gratis vervanging van de distributieriem en/of coulance is toegepast.
4.13.
Gelet op het voorgaande zijn de vorderingen van Smilease niet toewijsbaar.
4.14.
Nu Smilease in het ongelijk wordt gesteld, zal zij de proceskosten inclusief nakosten van Stellantis c.s. moeten betalen. De proceskosten van Stellantis c.s. worden begroot op:
-betaald griffierecht € 676,-
-salaris advocaat € 1.228,- (2 punten x tarief € 614)
-nakosten
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.082,-.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Smilease in de proceskosten van Stellantis c.s. van € 2.082,- te betalen binnen veertien dagen na heden. Als Smilease niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Smilease € 92 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
veroordeelt Smilease in de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na heden zijn voldaan;
5.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen, rechter, bijgestaan door mr. C.L. de Rijke, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024.

Voetnoten

1.ECLI:NL:HR:2017:32 (Daf Achmea)