Uitspraak
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.De procedure
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 13 juni 2023;
- het verweerschrift van de man, ingekomen op 17 augustus 2023;
- de F9-formulieren van de vrouw, met producties, ingediend op 31 december 2023;
- het aanvullend verweerschrift van de man, ingekomen op 8 januari 2024.
2.De feiten
- [minderjarige 1],
- [minderjarige 2],
3.Het verzoek, het verweer en het zelfstandig verzoek
- te bepalen dat de vrouw met uitsluiting van de man zal worden belast met het gezag over de minderjarigen;
- een zorgregeling tussen de man en de minderjarigen vast te stellen, waarbij de minderjarigen om het weekend – te weten ieder even weekend – van vrijdag uit school tot zondagavond 19.00 uur na het eten bij de man zullen verblijven, althans een in goede justitie vast te stellen regeling;
- te bepalen dat de man maandelijks bij vooruitbetaling aan de vrouw zal voldoen een bedrag van € 257,- per kind per maand, dan wel een in goede justitie vast te stellen bedrag, met ingang van 29 april 2023, dan wel datum indiending verzoekschrift, althans een in goede justitie vast te stellen datum.
- de vakanties bij helfte te verdelen waarbij een vakantie start op de laatste schooldag voorafgaand aan de vakantie uit school en eindigt op de daaropvolgende week of weken op zondag om 19.00 uur waarbij de ouder haalt uit school en die ouder brengt naar de andere ouder;
- de feestdagen bij helfte te verdelen; waarbij deze om en om worden gevierd;
- een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen:
- zolang de man geen eigen woonruimte heeft: waarbij de minderjarigen eens per veertien dagen een weekend bij de man en de oma zijn, van vrijdag uit school tot zondag 16.00 uur;
- zodra de man eigen woonruimte heeft: bij helfte,
- te bepalen dat de man voor de minderjarigen met ingang van de beschikking althans een zodanige datum welke de rechtbank passend acht, een bedrag van € 25,- per kind per maand bij vooruitbetaling aan de vrouw dient te voldoen, althans een zodanig lagere bijdrage te bepalen als de rechtbank in goede justitie juist acht.
4.De beoordeling
5.De beslissing
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2016;
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2019;