Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Beoordeling van het onder 1 ten laste gelegde
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van het feit
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
van 9 november 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als first offender.
.Het betreft in de onderhavige zaak het oriëntatiepunt voor inbraak in een bedrijfspand. Als uitgangspunt voor strafoplegging voor een dergelijk feit geldt als oriëntatiepunt dat – bij een first offender – een werkstraf zal worden opgelegd van 80 uren. De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, mede vanwege het hiervoor genoemde oriëntatiepunt van oordeel dat aan verdachte geen jeugddetentie moet worden opgelegd, omdat hij first offender is.
10.Ten aanzien van het beslag
11.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren met aftrekvan de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen.
gedeelte van 16 (zestien) urennietten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten.
benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijkin zijn vordering.