Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
(…)
Schoonmaak/cleaning
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], de terugbetaling van een waarborgsom van € 2.000,- die zij aan gedaagde, [gedaagde], hebben betaald in het kader van een tijdelijke huurovereenkomst. De huurovereenkomst eindigde op 23 juni 2023, maar gedaagde heeft de borg niet terugbetaald, met als reden dat er schade aan het gehuurde zou zijn ontstaan. Eisers betwisten de inhouding van de borg en stellen dat gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake is van schade die aan hen kan worden toegerekend. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht tijdens een mondelinge behandeling op 2 mei 2024. Gedaagde heeft een lijst met schade en foto’s overgelegd, maar de kantonrechter oordeelt dat de schade niet voldoende is gespecificeerd en dat gedaagde niet kan bewijzen dat de schade aan eisers is toe te rekenen. De kantonrechter wijst de vordering van eisers toe en veroordeelt gedaagde tot terugbetaling van de borg, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eisers.