ECLI:NL:RBAMS:2024:5193

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
13/189254-24 (EAB 3)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een opgeëiste persoon aan Hongarije op basis van een Europees aanhoudingsbevel

Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Hongarije op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de Centrale Rechtbank voor de Stadsdistricten van Pest op 31 mei 2024, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Hongarije is geboren en momenteel gedetineerd is in Nederland. Tijdens de zitting op 7 augustus 2024 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N. Alberts, en een tolk in de Hongaarse taal. De officier van justitie, mr. S.J. Wirken, was ook aanwezig.

De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak verlengd en de gevangenneming bevolen. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten volgens Hongaars recht, die zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De feiten zijn geclassificeerd als georganiseerde of gewapende diefstal, waarvoor in Hongarije een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd.

De raadsvrouw heeft geen verweren gevoerd tegen de inhoud van het EAB. De opgeëiste persoon heeft wel medische omstandigheden aangevoerd, namelijk een tumor in zijn strottenhoofd, en verzocht om behandeling in Nederland. De rechtbank oordeelt echter dat medische omstandigheden geen grond vormen voor weigering van de overlevering. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/189254-24 (EAB III)
Datum uitspraak: 21 augustus 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 10 juni 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 31 mei 2024 door de Centrale Rechtbank voor de Stadsdistricten van Pest, Hongarije (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1983,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
nu gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 7 augustus 2024, in aanwezigheid van mr. S.J. Wirken, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N. Alberts, advocaat te Almere (waarnemend voor
mr. S.M. Hof, advocaat te Amsterdam) en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van de Centrale Rechtbank voor de Stadsdistricten van Pest (Hongarije) van 2 november 2023, nummer: 14.B.20.949/2023/7-II.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Hongaars recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Het standpunt van de raadsvrouw

De raadsvrouw heeft geen verweren gevoerd met betrekking tot de inhoud van het EAB.

5.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Hongarije een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

7.Overige verweren

De opgeëiste persoon heeft nog naar voren gebracht dat hij een tumor in zijn strottenhoofd heeft, waarvoor hij behandeld wil worden in Nederland. Medische omstandigheden kunnen echter niet tot weigering van de overlevering leiden. De medische situatie van de opgeëiste persoon kan eventueel door de officier van justitie worden meegenomen bij de te nemen beslissing over de feitelijke overlevering zoals bedoeld in artikel 35 OLW.

8.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

9.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

10.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de Centrale Rechtbank voor de Stadsdistricten van Pest (Hongarije) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.T.C. de Vries, voorzitter,
mrs. H.J.H. van Meegen en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 21 augustus 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.