Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Prosecutor’s Office-Plovdivte Bulgarije (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
verdict no. 13van 21 februari 2019 van
the District Court in Plovdiv, in werking getreden op 10 juni 2020 (zaaknummer: 2416/2016);
- een
- een
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the Appellate Court of the city of Plovdivof de beslissing van
the Supreme Court of Cassation of the city of Sofiain het licht van het hiervoor weergegeven toetsingskader aan artikel 12 OLW moet worden getoetst. Voor beide beslissingen geldt echter dat uit de verstrekte informatie niet blijkt dat sprake is van een van de situaties als bedoeld in artikel 12, onder a, b en c, OLW. Evenmin is een adequate verzetgarantie verstrekt als bedoeld in artikel 12, onder d, OLW, nu de verstrekte verzetgarantie niet onvoorwaardelijk is.
5.Toepasselijke wetsbepaling
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Prosecutor’s Office-Plovdiv(Bulgarije) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
[opgeëiste persoon] .