4.4.1Identificatie Encrochat-accounts (feit 1 en 2)De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Feiten en omstandigheden
Uit onderzoek naar de Encrochat-accounts ' [naam account 1] ', ' [naam account 2] ', ' [naam account 3] ' en ' [naam account 4] ' blijkt het volgende.
Op 5 juni 2020 zijn in café [naam café] in Amsterdam telefoons in beslag genomen, waaronder een BQ Aquaris met IMEI-nummer [nummer 1] . In het café was onder meer verdachte aanwezig bij de groep mannen waarvan de telefoons in beslag zijn genomen. Verdachte heeft dit ter zitting ook bevestigd. Deze telefoon blijkt te zijn gebruikt door een gebruiker met het Encrochat-account ' [naam account 1] '. Uit onderzoek naar de tegencontacten blijkt dat ‘ [naam account 1] ’ bij andere Encrochat-gebruikers onder meer staat opgeslagen onder de bijnamen “ [bijnaam 4] ”, “ [bijnaam 5] ”, “ [bijnaam 6] ” en “ [letter 1] ”. Eén van de tegencontacten van ‘ [naam account 1] ’ is ‘ [naam account 3] ’. ' [naam account 3] ' heeft ' [naam account 1] ' opgeslagen onder de bijnaam “ [letter 1] ” en ' [naam account 3] ' is door ' [naam account 1] ' opgeslagen onder de bijnaam “ [bijnaam 7] ”.
Uit de Basisregistratie personen Personen (hierna: BRP) blijkt dat verdachte van 9 december 2009 tot 6 juli 2020 ingeschreven stond op het adres [adres 2] en van 6 juli 2020 tot heden op de [adres 3] .Uit analyse van de historische verkeersgegevens (hierna: histo’s) blijkt dat de BQ Aquaris telefoon in de onderzochte periode van 21 april 2020 tot en met 21 november 2020 het meest gebruik heeft gemaakt van Cell-ID's gelegen op de zendmastlocaties [zendlocatie 1] en [zendlocatie 2] en in de nachtelijke uren veel gebruik heeft gemaakt van de Cell-ID’s op de [zendlocatie 3] en [zendlocatie 1] te Amsterdam. Aannemelijk is dat het adres van verdachte op de [adres 2] in het dekkingsgebied van de zendmast [zendlocatie 1] valt. Verder blijkt dat het laatste contactmoment is geregistreerd op 5 juni 2020 te 18:17 uur, vlak voor de inbeslagname van de telefoon.
Uit de chatberichten komen de volgende identificerende gegevens – die onder meer betrekking hebben op huisnummers en/of locaties – naar voren:
• Op 26 maart 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ‘ [naam account 6] ’, waarbij ‘ [naam account 6] ’ zegt: “3 min. Bij jou”, waarop ' [naam account 1] ' antwoord: “Oke bro kom na boven”. ‘Normaltonic’ vraagt dan ‘numer’, waarop ' [naam account 1] ' antwoordt: “ [nummer 2] ”.
• Op 31 maart 2020 vindt een gesprek plaats tussen ‘ [naam account 1] ’ en ‘ [naam account 22] ’, waarbij [naam account 1] zegt: “bel aan”, “kom fff. Na boven”, waarop ‘ [naam account 22] vraagt “Welke num” en ‘ [naam account 1] ’ reageert: “ [nummer 2] ”.
• Op 6 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ‘ [naam account 1] ’ en ‘ [naam account 7] ’, waarbij ‘ [naam account 1] ’ zegt: “Druk met verbouwing”.
• Op 10 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ‘ [naam account 1] ’ en ‘Normaltonic’, waarbij ‘ [naam account 1] ” zegt: “Ben nieuwe huis”, “kom boven” en “bel aan [nummer 3] ”.
• Op 15 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ‘Openbook’, waarbij ‘Openbook’ zegt: “Net voor je deur” en ' [naam account 1] ' zegt “Geev me lift” waarna hij twee foto’s verstuurt. Uit onderzoek naar de gestuurde foto’s komt naar voren dat de foto's meer dan vermoedelijk gemaakt zijn op de [straatnaam 1] te Amsterdam, ter hoogte van de kruising met de [straatnaam 2] . Dit adres is nabij [adres 2] .
• Op 27 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ‘ [naam account 1] ’ en ‘ [naam account 8] ’ waarbij ' [naam account 1] ' zegt: “Want overam zeggen ze 6 wekem ofzo”, “Voor die keuken”.
• Op 2 mei 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ‘ [naam account 9] ’, waarbij ‘ [naam account 9] ’ zegt: “Ben nu onderweg naar jou”, ' [naam account 1] ' antwoordt: “Bel aa”, waarop ‘ [naam account 9] ’ vraagt “Welke nr” en ' [naam account 1] ' antwoord: “ [nummer 2] ”.
Uit onderzoek naar het Encrochat-account ' [naam account 2] ' blijkt dat het eerst verzonden bericht op 5 juni 2020 om 19.52 uur is, vlak na het laatste contactmoment van Encrochat-account ‘ [naam account 1] ’. Verder blijkt dat ' [naam account 2] ' van de in totaal 48 tegencontacten 25 overeenkomstige tegencontacten met ' [naam account 1] ' heeft. Twee tegencontacten van ' [naam account 2] ' zijn ' [naam account 3] ' en ' [naam account 4] '. ' [naam account 4] ' heeft ' [naam account 2] ' opgeslagen onder de bijnaam “ [letter 1] ”. ' [naam account 2] ' heeft ' [naam account 3] ' opgeslagen onder de bijnaam “zw”.
Uit chatberichten komen de volgende identificerende gegevens naar voren:
• Op 5 en 6 juni 2020 heeft ' [naam account 2] ' meerdere berichten aan tegencontacten verstuurd waarin hij aangeeft dat hij al zijn contacten kwijt is en om contacten vraagt. Zo zegt hij op 5 juni 2020 tegen ‘ [naam account 5] ’: “My fhone gone mate”, “This is new one” en “I lost all contackts mate”. Wanneer ‘ [naam account 7] ’ op 6 juni 2020 aan ' [naam account 2] ' vraagt of hij “Tillie kwijt geraakt??”, zegt ' [naam account 2] ' tegen ‘ [naam account 7] ’: “Lang verhaal man gister door at opgerold” en “alle tellies inbeslag genomen”.
• Op 12 juni 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 2] ' en ' [naam account 4] ', waarbij ' [naam account 2] ' vraagt of ' [naam account 4] ' zwarte keukens voor hem kan bekijken: “Kan je miss voor me kojken”, “Bij brunzyeel keukens”, “Westpoort heb mooie gezien daar”, “Zwarte”, waarop ' [naam account 4] ' antwoord: “Is goed bra (..) Dan ga ik diekant op”, waarna ' [naam account 4] ' een paar uur later meerdere foto’s van zwarte keukens stuurt en zegt: “Bro die man zegt levertijd 3 maanden zoiezo”.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte op de [adres 1] , is door de politie geconstateerd dat er een vrij nieuwe zwarte keuken staat.
Uit onderzoek naar de Encrochat-accounts ' [naam account 3] ' en ' [naam account 4] ' blijkt het volgende. Uit analyse van de histo’s blijkt dat het eerste contactmoment van Encrochat-account ' [naam account 3] ', dat is gekoppeld aan IMEI-nummer [nummer 4] , op 6 juni 2020 is geregistreerd en dat de telefoon op drie momenten in de nacht contact heeft gemaakt met Cell-ID's op de zendmastlocatie [zendlocatie 4] te Amsterdam. Het laatste contactmoment is op 9 juni 2020 om 15.59 uur. Blijkens de BRP staat de medeverdachte ingeschreven op de [adres 4] , gelegen op [woonwijk] . De [straatnaam 3] is tevens gelegen op [woonwijk] en kruist de [straatnaam 4] .Uit onderzoek naar de tegencontacten blijkt dat ' [naam account 3] ' door ' [naam account 1] ' is opgeslagen onder de bijnaam “ [bijnaam 7] ”, door ‘ [naam account 10] ” als “ [bijnaam 8] ” en door ‘ [naam account 11] ’ als “ [bijnaam 9] ”. [bijnaam 7] en [bijnaam 10] zijn afkortingen voor de term [term] , [bijnaam 11] is een afkorting voor [bijnaam 3] , de mogelijke bijnaam van verdachte, en [bijnaam 9] is een veelgebruikte afkorting voor [voornaam medeverdachte] , de voornaam van de medeverdachte.
Uit chatberichten komen de volgende identificerende gegevens naar voren:
• Op 10 april 2020 zegt ' [naam account 3] ' tegen ‘ [naam account 12] ’: “Ik ben [term] van [bijnaam 1] ”.
• Op 15 april 2020 zegt ' [naam account 1] ' tegen ' [naam account 3] ': “Geev me adress word pap voor je gedropt”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt: “ [adres 5] ”.
Het adres [adres 5] ligt op acht minuten loopafstand van de [straatnaam 4] .
• Op 5 mei 2020 vraagt ' [naam account 3] ' aan ‘ [naam account 13] ’: “(..) Kan je richting [woonwijk] komen”.
• Op 26 mei 2020 zegt ‘ [naam account 8] ’ tegen ' [naam account 3] ': “(..) ik hoor dat ik langs je kan rijden [woonwijk] ”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt: “Zie je voor de deur ah [woonwijk] bij dienbushalte”.
De Albert Heijn (AH) op de [straatnaam 5] bevindt zich op 650 meter afstand van de [straatnaam 4] .
• Op 8 juni 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 2] ' en ' [naam account 3] ' waarbij ' [naam account 2] ' aangeeft: “Bro deze tel verloopt morgen”, “Heb nieuwe vr je gehaald”, waarop ' [naam account 3] ' later op de dag reageert met: “Ok ik kom morgen langs inchaAllah deze verloopt morgen”. Het laatst verzonden bericht van [naam account 3] is op 8 juni 2020 om 21:40:33 uur.
Op 9 juni 2020 is een Encrochat-telefoon met het account ' [naam account 4] ' in gebruik genomen, aansluitend op het laatst verzonden bericht van het account ‘ [naam account 3] ’. Uit onderzoek naar de tegencontacten blijkt dat ' [naam account 4] ' door het Encrochat-account ‘ [naam account 14] ’ is opgeslagen onder de bijnaam “ [bijnaam 12] ”. Het eerst verzonden bericht van ' [naam account 4] ' is op 9 juni 2020 om 16:59 uur en is gericht aan ' [naam account 2] ', waarin ' [naam account 4] ' zegt: “Jo met mij”, “ [letter 2] ”. Vervolgens vraagt ' [naam account 2] ' of ' [naam account 4] ' voldoende contactnamen heeft: “Heb je iedrreeen”, “Of moet ik je gevej”, waarop ' [naam account 4] ' antwoordt: “De belangrijke heb ik”.
Op 10 juni 2020 stuurt ' [naam account 2] ' de accountnaam van ‘ [naam account 4] ’ door aan ‘ [naam account 15] ’ met de opmerkingen: “Voeg deze toe”, “zwagri”.
De laatste berichten zijn verzonden op 13 juni 2020. Op 13 juni 2020 kwam het bericht naar buiten dat de server van Encrochat was gehackt door de autoriteiten.
Op 11 januari 2022 is de woning van de medeverdachte op de [adres 4] doorzocht. In de woning werden een geldtelmachine en meerdere geldbedragen, waaronder een bedrag van € 49.900,- en een bedrag van € 7.400,-, aangetroffen. Ook werd A4 papier aangetroffen.Op het A4 papier staat een aantal bedragen die worden voorafgegaan door de letters GG en een totaalbedrag, waarbij deze notities lijken op de foto’s van handgeschreven notities die zijn verzonden door Encrochat-account ' [naam account 4] '. Door verbalisant [nummer 5] is geconstateerd dat het handschrift op het A4 papier grote gelijkenis vertoont met handschrift op de notities van de verstuurde foto’s van ' [naam account 4] ' en dat de notities ogenschijnlijk door dezelfde persoon zijn geschreven.Het A4 papier is onderzocht op dactyloscopische sporen. Hieruit is gebleken dat de sporen met SIN AAPN5627NL en AAPN5658NL hebben geleid tot een individualisatie op de medeverdachte.
Bewijsoverweging
De rechtbank heeft voor de identificatie van de Encrochat-accounts hierboven de redengevende feiten en omstandigheden uiteengezet. In tegenstelling tot de verdediging, die ter betwisting van de identificatie vraagtekens heeft gesteld bij iedere bevinding afzonderlijk, heeft de rechtbank de redengevende feiten en omstandigheden in zijn geheel en in hun onderlinge samenhang bezien en beoordeeld. De optelsom van die bevindingen laat naar het oordeel van de rechtbank zien dat verdachte de gebruiker is van Encrochat-account ‘ [naam account 1] ’ en het opvolgende account ‘ [naam account 2] ’ en dat medeverdachte [medeverdachte] de gebruiker is van het Encrochat-account ‘ [naam account 3] ’ en het opvolgend account ‘ [naam account 4] ’ en dat alle berichten van deze accounts aan verdachte en de medeverdachte als gebruikers van de accounts zijn toe te schrijven.
Hierbij wordt – samenvattend – onder meer gewezen op de volgende omstandigheden:
‘ [naam account 3] ’ stelt zichzelf voor als de “ [term] van [bijnaam 1] ” en ‘ [naam account 1] ’ heeft ‘ [naam account 3] ’ opgeslagen onder de naam “ [bijnaam 7] ”. Dit komt overeen met het gegeven dat verdachte en medeverdachte [term] van elkaar zijn en de voornaam van verdachte [voornaam verdachte] is.
Bij de doorzoeking van de woning van de medeverdachte zijn handgeschreven notities aangetroffen, waarop zijn vingerafdrukken ook zijn aangetroffen, die grote gelijkenis vertonen met (het handschrift op) de notities die ' [naam account 3] ' heeft verzonden.
De telefoon waaraan ‘ [naam account 1] ’ is gekoppeld is op 5 juni 2020 in een café in Amsterdam in beslag genomen waar verdachte aanwezig was. Verdachte heeft dit ter zitting ook bevestigd. Vervolgens komt de ingebruikname van Encrochat-account ‘ [naam account 2] ’ overeen met het moment dat de telefoon van ‘ [naam account 1] ’ in beslag is genomen, namelijk in de avond van 5 juni 2020. Ook blijkt dat ‘ [naam account 2] ’ berichten stuurt dat hij zijn contanten kwijt is en zijn telefoon weg is en dat 25 tegencontacten van de accounts ‘ [naam account 1] ’ en ‘ [naam account 2] ’ overeen komen.
In de Encrochat-berichten worden huisnummers/locaties genoemd die overeenkomen met de adressen van de verdachten. Zo noemt ‘ [naam account 1] ’ huisnummer [nummer 2] en [nummer 3] , wat overeenkomt met de huisnummers van de adressen van verdachte, te weten [adres 2] en [adres 3] . Ook verstuurt ' [naam account 1] ' foto’s van locaties nabij [adres 2] . ‘ [naam account 3] ’ noemt in zijn gesprekken de locatie [woonwijk] , wat op loopafstand is van de woning van de medeverdachte op de [adres 6] .
Uit de Encrochat-berichten tussen ‘ [naam account 3] ’ en ‘ [naam account 2] ’ blijkt dat ' [naam account 2] ' op 8 juni 2020 aangeeft dat het account van ‘ [naam account 3] ’ verloopt en dat ‘ [naam account 2] een nieuwe telefoon heeft voor ' [naam account 3] '. Op 9 juni 2020 vindt vervolgens het eerste contact tussen ‘ [naam account 4] ’ en “ [naam account 2] ’ plaats, waarbij gevraagd wordt of ‘ [naam account 4] ’ voldoende contactnamen heeft. Hieruit volgt genoegzaam dat ' [naam account 4] ' het opvolgende account is van ' [naam account 3] '.
Uit de Encrochat-berichten volgt ook dat ' [naam account 1] ' in april 2020 bezig is met de verbouwing van zijn nieuwe huis, waaronder de keuken, waarna op 12 juni 2020 een gesprek tussen ' [naam account 2] ' en ' [naam account 4] ' plaatsvindt waarbij foto’s worden gestuurd van nieuwe zwarte keukens. Dit komt overeen met het gegeven dat verdachte vanaf 6 juli 2020 op een nieuw adres (de [adres 3] ) staat ingeschreven en dat tijdens de doorzoeking van de [adres 3] op 11 januari 2022 een zwarte keuken is aangetroffen.
Door de raadsvrouw is nog aangevoerd dat de zendmastgegevens onvoldoende onderscheidend zijn, omdat geen aantallen worden genoemd en het dossier geen overzicht bevat van de data waarop de genoemde zendmasten zijn aangestraald. Hoewel in de historische verkeersgegevens inderdaad niet te zien is op welke dagen de zendmasten precies zijn aangestraald, staat in het dossier wel vermeld dat de telefoon (in de nachtelijke uren) vaak gebruik heeft gemaakt van een zendmast waar het adres van verdachte onder valt. Daarbij komt dat de zendmastgegevens in samenhang met de overige bevindingen moeten worden gezien en dat de bevindingen ook geen afbreuk doen aan de identificaties. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Verder is nog aangevoerd dat een aantal gegevens onvoldoende onderscheidend en/of onderbouwd zijn, zoals de vermelding dat ' [naam account 1] ' zweert op het graf van zijn moeder, dat ‘ [bijnaam 2] ’ op de Spaarndammerbuurt slaat en de TCI-informatie dat verdachte ‘ [bijnaam 3] ’ is. De rechtbank heeft deze gegevens niet gebruikt voor het bewijs, maar stelt wel vast dat deze bevindingen ook geen afbreuk doen aan de identificaties.
Voor zover de raadsvrouw nog heeft willen suggereren dat mogelijk een andere persoon de gebruiker van de Encrochat-accounts zou zijn, gaat de rechtbank daar niet in mee. In het dossier zijn geen aanknopingspunten te vinden voor een mogelijke andere gebruiker dan verdachte gedurende de ten laste gelegde periode. Ook is aangevoerd dat de identificerende bevindingen tevens betrekking zouden kunnen hebben op de broer van verdachte. De rechtbank is evenwel van oordeel dat de bovengenoemde indicaties dusdanig specifiek op verdachte van toepassing zijn dat niet aannemelijk is dat de broer van verdachte de gebruiker is geweest van de Encrochat-accounts ' [naam account 1] ' en ' [naam account 2] '.
4.4.2Uitvoer cocaïne (feit 1)
Feiten en omstandigheden
Met betrekking tot de uitvoer van cocaïne gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden, gebaseerd op de wettige bewijsmiddelen in het dossier.
Onderschepping cocaïne door Ierse autoriteiten op 25 april 2020Op 25 april 2020 hebben observatieteams van de Ierse autoriteiten twee vrachtwagens geobserveerd. Eén vrachtwagen, met kenteken [kenteken 1] , was in de haven van Dublin aangekomen op 25 april 2020 om 00.10 uur. Een tweede vrachtwagen, met kenteken [kenteken 2] , kwam om 06.00 uur aan in de haven van Dublin. De bestuurder van de vrachtwagen met kenteken [kenteken 2] bleek later te zijn genaamd [naam 3] . De twee vrachtwagens reden naar de Maxol Garage in Turvey, Donabate en parkeerden daar naast elkaar aan de achterkant van de garage. Om 13.20 uur kwam een witte Ford Transit bestelbus met kenteken [kenteken 3] het parkeerterrein oprijden. De bestuurder van de Ford Transit, die later bleek te zijn genaamd [naam 4] , parkeerde de Ford Transit en benaderde de cabine van de vrachtwagen met kenteken [kenteken 2] . [naam 4] haalde drie kartonnen dozen uit de bestuurderskant van deze vrachtwagen en zette de kartonnen dozen in de Ford Transit. De Ford Transit verliet het gebied en reed naar het benzinestation Applegreen in Lusk, waar [naam 4] is aangehouden. Tijdens de doorzoeking van de Ford Transit is 35 kilogram (kg) verdovende middelen, vermoedelijke cocaïne, aangetroffen in een verborgen bergruimte achterin de bus.De verdovende middelen zijn forensisch onderzocht, waaruit is gebleken dat het inderdaad cocaïne betreft en dat het totale gewicht 35.040,8 gram bedraagt.De blokken cocaïne zijn door de Ierse politie gefotografeerd. Op de foto’s is te zien dat het gaat om groenkleurige blokken, waarop een logo van een voertuig is aangebracht, in drie kartonnen dozen gestapeld. Door de Ierse politie is ook een persbericht uitgebracht waarin een foto is opgenomen van de aangetroffen blokken cocaïne.[naam 4] heeft verklaard dat hij een encrypted telefoon had gekregen waarop hij instructies ontving en dat hij € 2.000,- zou krijgen om naar het benzinestation in Donabate te gaan om dozen op te halen van de bestuurder van een witte vrachtwagen. Hij was zich ervan bewust dat er cocaïne in de dozen zat. [naam 3] heeft verklaard dat hij een man had ontmoet die hem had aangeboden hem te betalen als [naam 3] dozen met cocaïne vanuit Dublin zou meenemen. [naam 3] kreeg een Iers telefoonnummer waar hij contact mee moest opnemen. Toen hij bij Maxol in Donabate had geparkeerd belde hij dit nummer en gaf aan de contactpersoon door waar hij zich bevond.Onder [naam 3] is een iPhone in beslag genomen, waarvan de data is onderzocht. Op 23 april 2020 zijn op de iPhone coördinaten opgeslagen waaruit is op te maken dat het toestel die dag vanuit Duitsland naar Nederland is bewogen. Op 23 april 2020 om 15:11 uur werd de locatie Oeienbosch opgeslagen in het toestel. Het toestel bleef vervolgens op de locatie Oeienbosch tot 23 april 2020 te 17:09 uur.
Encrochat-berichtenIn de periode van 20 tot en met 28 april 2020 vinden gesprekken plaats tussen Encrochat-accounts ' [naam account 1] ', ‘ [naam account 5] ’, ‘ [naam account 16] ’, ' [naam account 3] ', ‘ [naam account 17] ’, ‘ [naam account 18] ’, ‘ [naam account 19] ’, ‘ [naam account 20] ’ en ‘ [naam account 21] ’. In de gesprekken wordt gesproken over "tp", wat vermoedelijk verwijst naar transport. Ook wordt gesproken over "paper", waarvan bekend is dat dit straattaal is voor geld. Verder worden bedragen genoemd met de letter ‘k’ erachter, waarvan bekend is dat dit een veelgebruikte afkorting en straattaal is voor € 1.000,-.
In de gesprekken staat het volgende vermeld:
Op 20 april 2020 heeft ' [naam account 1] ' contact met ‘ [naam account 5] ’, waarin vermoedelijk gesproken wordt over geldwisselaars. ' [naam account 1] ' vraagt aan ‘ [naam account 5] ’: “Did you have change peupel” en “Ore same peupel have paper is spain”. ‘ [naam account 5] ’ vraagt aan ' [naam account 1] ': “How much u need there mate”, waarop ' [naam account 1] ' antwoordt: “200k mate”.
Op 21 april 2020:
• ‘ [naam account 5] ’ bericht om 17.39 uur aan [naam account 1] dat hij wacht op ‘tp for paper’. ‘ [naam account 1] ’ ontvangt dan later een telefoonnummer van iemand die ’s-nachts geparkeerd is bij Breda/Tilburg. ‘ [naam account 1] ’ geeft dat nummer door aan ‘ [naam account 16] ’ en vraagt hem om 19.55 uur: “Kan je deze man bellen”.
• Om 20:38 uur vraagt ' [naam account 1] ' aan ‘ [naam account 5] ’: “Mate did tp go tgeurday”, waarop ‘ [naam account 5] ’ om 20.40 uur antwoordt: “Yes mate on track see him in morning ye”.
• ‘ [naam account 16] ’ houdt ‘ [naam account 1] ’ op de hoogte en bericht om 20.48 uur: “Ga in die kant op” en om 20.57 uur: “Is bij Breda in die buurt 1 :20 rijden Ben onderweg”.
• Om 22.05 uur vraagt ‘ [naam account 5] ’ aan ' [naam account 1] ' of hij contact heeft gehad met de chauffeur: “Mate did u contact driver”, waarop ‘ [naam account 1] ’ om 22.06 uur antwoordt dat de chauffeur onderweg is: “Ye mate driver one whay tu gihim”.
• ‘ [naam account 5] ’ zegt om 22.07 uur tegen ' [naam account 1] ': “There 350500 there mate” en om 22.19 uur: “Cuz sent over paper for 20 mate and had 18k over u give driver 500left 17500 that go to u ye”. ‘ [naam account 1] ’ geeft aan dat hij het ‘in blokken’ krijgt (‘I am getting in blok mate’) en vraagt naar het totaal. ‘ [naam account 5] ’ zal er de volgende dag op terugkomen.
• Om 22.11 uur heeft ‘ [naam account 1] ’ ook contact met ‘ [naam account 16] ’ en geeft hem de opdracht om iets, vermoedelijk geld, af te geven op [woonwijk] aan ' [naam account 3] '. ‘ [naam account 16] ’ zegt: “Bro hen het aangenomen rij nu terug”, waarop ' [naam account 1] ' reageert met: “Breng na [woonwijk] ”, “Geev aan”, “ [naam account 3] ”. Couldhyena antwoordt hierop: “Oke bro is goed”. Om 23.06 uur bericht ‘ [naam account 16] ’ aan ' [naam account 1] ': “hen het afgegeven”. ‘ [naam account 3] ’ bevestigt om 23.08 uur ook aan ' [naam account 1] ' dat het is afgegeven: “salam bro zaka is net geweest”.
Op 22 april 2020:
• ‘ [naam account 5] ’ vraagt om 12.48 uur aan ‘ [naam account 18] ’ om een bevestiging van de hoeveelheid van 35 blokken: “So 35 for tp tomorrow ye and he try get rest next week is that were we are at mate”. ‘ [naam account 18] ’ antwoordt met: “Yes 35 defo tomorrow”.
• Vervolgens lijkt er wat onvrede te zijn over de hoeveelheid van 35. ‘ [naam account 18] ’ vraagt namelijk: ‘why only 35’. ‘ [naam account 5] ’ stuurt om 19.43 uur een conversatie met ‘ [naam account 18] ’ en ‘ [naam account 19] ’ door aan ' [naam account 1] '. ‘ [naam account 19] ’ geeft hierin aan: “Good and bad. Thurs conformed but 35 max” en “Its whatever the driver is comfortable with whatever laad or trailer he gonna have each time. There's nobody else's stock on.”
• Om 20.19 uur stuurt ‘ [naam account 19] ’ een bericht van ‘ [naam account 20] ’ door aan ‘ [naam account 18] ’ dat de vrachtwagen morgen rond lunchtijd ergens langs de A67 bij Eindhoven is: “
[naam account 20] : Truck will be there around lunch time somewhere on A67 between Venlo – Eindhoven.
[naam account 20] : More likelv its Eindhoven".”. [naam account 27] vraagt aan ‘ [naam account 19] ’: “and 35”. Waarop ‘ [naam account 19] ’ antwoordt: “We get location tomorrow” en “Yes”.
• Om 22.30 vraagt ‘ [naam account 5] ’ aan ‘ [naam account 27] ’ welk Encrochat-account hij de volgende dag door kan geven: “What encro I give lad for drop tomorrow?”, waarop ‘ [naam account 18] ’ antwoordt met: “ [naam account 19] ”. ‘ [naam account 5] ’ stuurt de naam ‘ [naam account 19] ’ vervolgens door aan ‘ [naam account 1] ’ en stuurt om 23.56 uur ook het gesprek tussen hem en ‘ [naam account 18] ’ door.
Op 23 april 2020:
• Om 11.33 uur zegt ‘ [naam account 5] ’ tegen ' [naam account 1] ': “1pm mate to be there” en om 12.21 uur: “Mate can u contact tp pls”.
•‘ [naam account 1] ’ geeft om 12.25 aan ‘ [naam account 16] ’ de opdracht om twee blokken weg te halen: “Haal 2 blokken weg” en laat ‘ [naam account 16] ’ om 12.26 uur weten dat: ‘ [naam account 19] de encro is van die man daar’.
• ‘ [naam account 16] ’ bericht om 12.59 uur aan ' [naam account 1] ' dat hij onderweg is: “Ben op snelweg Ben daar om half 3 beef navigatie aan” en “Kan he doorgeven”. Om 14.03 uur stuurt ‘ [naam account 16] ’ aan ‘ [naam account 19] ’ dat hij er ongeveer is in 20 min: “He men, I will be there about 20 min”. ‘ [naam account 19] ’ bericht ‘ [naam account 16] ’ om 14.04 uur dat hij naar een witte Scania moet uitkijken, een koelwagen met Letse Kentekenplaten: “OK white scania. Fridge. Latvian reg. What's you driving”, waarop ‘ [naam account 16] ’ antwoordt: “Volkswagen”. ‘ [naam account 19] ’ stuurt de conversatie om 14.06 uur door aan ‘ [naam account 20] ’.
• Om 14.25 uur is ‘ [naam account 16] ’ ter plaatse bij Esso Oeienbosch, maar geeft aan ‘ [naam account 19] ’ door dat hij ‘ [naam account 20] ’ niet ziet: “I am here I dont see him”. ‘ [naam account 16] ’ stuurt om 14.28 uur de locatie door van Esso Oeienbosch in Veldhoven. ‘ [naam account 19] ’ stuurt om 14.33 uur zijn gesprek met ‘ [naam account 20] ’ door waaruit blijkt dat ‘ [naam account 20] ’ vertraagd is omdat hij de verkeerde tijd had begrepen en dat de chauffeur er pas rond 6 uur kan zijn. ‘ [naam account 16] ’ geeft dit om 14.33 uur aan ' [naam account 1] ' door: “Bro die man zegt die driver is er pas 6 uir man faka” en vraagt ‘ [naam account 1] ’ hoe hij de tijd moet doorbrengen. ‘ [naam account 16] ’ laat vervolgens om 14.46 uur aan ' [naam account 1] ' weten dat hij een parkeergarage in Eindhoven gaat zoeken: “Is goed bro ga parkeer garage zoelen”.
• Om 17.29 uur bericht ‘ [naam account 19] ’ aan ‘ [naam account 16] ’ dat de chauffeur bij het tankstation is: ‘he is there’ en zegt ‘beside the forest 3rd truck’. ‘ [naam account 16] ’ geeft aan dat hij er in 5 minuten kan zijn: “5 min i am there”.
• Om 17.40 uur bericht ‘ [naam account 16] ’ aan ‘ [naam account 19] ’ dat hij het heeft afgegeven: “I have give it to him” en aan ‘ [naam account 1] ’: “heb het afgegeven”. ‘ [naam account 1] ’ bericht daarop aan ‘ [naam account 5] ’: “bits passed” en ‘ [naam account 19] ’ bericht aan ‘ [naam account 18] ’ “loaded”.
• Om 18.09 uur stuurt ‘ [naam account 19] ’ een bericht door van ‘ [naam account 20] ’ aan ‘ [naam account 18] ’ dat de chauffeur belde dat een doos beschadigd was:“there was 1 box damaged stuff all over, he tried to fix it with tape”. ‘ [naam account 5] ’ vraagt om 19.23 uur aan ' [naam account 1] ': “Hella mate can u ask ur driver did he drop one of those box tp man one of the box damage”. ‘ [naam account 1] ’ doet om 19.33 uur navraag bij ‘ [naam account 16] ’. ‘ [naam account 16] ’ bevestigt om 19.35 uur aan ‘ [naam account 1] ’ dat de dozen dicht waren en dat hij er alleen twee stuks uit heeft gehaald: “Die doosen waren alemaal dicht” en om 19.38 uur dat hij er twee heeft uit gehaald: “Heb eentje opengemaakt en 2 stuks eruit gehaald”, “Dat is wat he me.vroeg toch” en “en were dichtgemaakt”. ' [naam account 1] ' stuurt dit om 19.41 uur door aan ‘ [naam account 5] ’: “Mate there was total 37 so driver opend 1 box and put 2 out”. Om 19.46 uur bericht ‘ [naam account 18] ’ aan ‘ [naam account 19] ’ dat er 37 stuks in de dozen zaten, maar dat ‘ [naam account 16] ’ er twee uit heeft gehaald: “Our man had 37 in the boxs”, “He opened one box and took two out” en “And handed 35 altogether”.
• ‘ [naam account 20] ’ stuurt om 21.54 uur aan ‘ [naam account 19] ’: “1 bit was damage ant the dust of the stuff was on another 10 bits. He will use spirit to clean them packages. He fixed that damage one. In uk should be around 12. he wil! text me once he is there.”. Om 21.55 uur zegt hij: “35 confirmed” en om 21.57 uur: “Saturday here. (..)”.
• ‘ [naam account 5] ’ stuurt om 20.14 uur aan ‘ [naam account 1] ’ nog wat informatie over de verdeling: “Mate I'm give cuz 15 our man 20 and told cuz have rest for him next week told have two groug there get 10 each and his lad gel the 15 mate ye I have to keep everyone happy y”.
Op 25 april 2020:.
• Om 20.31 uur bericht ‘ [naam account 5] ’ aan ‘ [naam account 1] ’ dat hij geen contact kan krijgen: “Mate have problem lad that went to collect of lorry we can't contact him or tp cant contact the lorry driver last couple of hour”.
• ‘ [naam account 5] ’ stuurt vervolgens aan ' [naam account 1] ' een chat door tussen ‘ [naam account 21] ’, ‘ [naam account 18] ’ en ‘ [naam account 19] ’, waarin wordt gesproken over het overnemen van spullen uit een witte Scania vrachtwagen met een Lets kenteken bij een parkeerterrein achter een garage. ‘ [naam account 21] ’ zegt: “I could do the Dublin ones b4 i carne down rd get dem over wit”, waarop ‘ [naam account 18] ’ zegt: “OK”. ‘ [naam account 18] ’ zegt daarna tegen ‘ [naam account 21] ’: “Behind garage truck car park. White scania fridge, Latvian reg.”, waarop ‘ [naam account 21] ’ reageert met een duim. ‘ [naam account 18] ’ bericht vervolgens: “Park in front of the lorry when u get there”, waarop ‘ [naam account 18] ’ zegt: “Ok” en ‘ [naam account 21] ’ antwoordt met: “loaded”. Daarna is er kennelijk geen contact meer te krijgen met ‘ [naam account 21] ’. ‘ [naam account 18] ’ zegt dan tegen ' [naam account 19] ': ‘its no good’, “Phone ringing our” en “Last word s to me was OK have him”. ‘ [naam account 19] zegt dan: “OK. I've someone checking spot now”.
• Om 20.32 uur vraagt ' [naam account 1] ' aan ‘ [naam account 5] ’: “But tp passed tu”, waarop ‘ [naam account 5] ’ om 20.33 uur reageert met: “Ye mate think zo”. Om 20.35 uur stuurt ‘ [naam account 5] ’ aan ' [naam account 1] ': “tp can’t get hold of driver mate and we can’t get hold of our man mate” en “Think lorry pass to our man and and then something happen mate or lorry driver set our man up don't know mate just we can contact any of them lorry driver or our man who to collect of him”. ‘ [naam account 1] ’ geeft tegenover ‘ [naam account 5] ’ aan dat hij een ‘bad feeling’ heeft en dat hij de driver niet vertrouwt vanwege het eerder beschadigde pakketje: “Samting wrong one the driver mate hi olso lies about posch everywhere”. Om 20.50 uur stuurt ‘ [naam account 5] ’ aan ‘ [naam account 1] ’ dat ze met elkaar zullen blijven werken: ‘we stick together good time and bad mate ye’.
• Om 22.58 uur geeft ‘ [naam account 5] ’ tegen ‘ [naam account 1] ’ aan dat hij gestrest is: “Stressed mate” en stuurt een berichtwisseling van ‘ [naam account 18] ’ en ‘ [naam account 19] ’ door aan ‘ [naam account 1] ’ waaruit blijkt dat de politie tussenbeide is gekomen: “cops have driver”. ‘ [naam account 1] ’ geeft om 22.59 uur aan dat hij denkt dat zijn chauffeur nu ook een probleem heeft: “His driver mate so must have our man that collect to mate bath them mate”.
• Om 23.08 uur stuurt ‘ [naam account 5] ’ aan ' [naam account 1] ' een berichtwisseling tussen hem en ‘ [naam account 18] ’ door, waarin ‘ [naam account 5] ’ zegt: “mate tp man has my dutch people have anything to worry about that lorry driver?”. ‘ [naam account 18] ’ antwoordt daarop dat de chauffeur zijn mond houdt: “But driver OK keep mouth shut mate”, en dat er alleen een camera kan hangen waar ze elkaar ontmoet hebben. ‘ [naam account 5] ’ zegt dan: “Just don't want any thing going back to dutch lad mate very important tell tp mate”.
• Om 23.12 uur bericht ‘ [naam account 5] ’ aan ‘ [naam account 1] ’: “Mate I'm meet posh man tomorrow we bul plan together mate head in a mess mate”
• Om 23.04 uur bericht ' [naam account 1] ' aan ‘ [naam account 22] ’ dat ‘tp is gevallen’ en op 26 april 2020 om 00.16 uur dat hij “35 stuks” heeft verloren.
• Om 23.24 uur brengt ' [naam account 1] ' ook ‘ [naam account 16] ’ op de hoogte van het verlies en raadt hem aan de camera’s te checken bij het pompstation waar de overdracht plaatsvond. Verder zegt hij ‘ [naam account 16] ’ om het stil te houden en zijn auto van de hand te doen: ‘die wagie weg te doen’. Ook wil hij dat de twee stuks die ‘ [naam account 16] ’ kennelijk thuis bewaart, verplaatst worden naar een andere locatie: “Ja man waar heb je die 2 stuks”, “zet ze weg”, “niks osso laten” en “Bro zet die 2 dingen weg geev je 5k permaand doe niks”. Om 23.34 uur adviseert ' [naam account 1] ' ‘ [naam account 16] ’ om zijn telefoons te veranderen: “Veramder je tellefoons” en “Alles beste je had je tels ook bij je”.
• Om 23.39 geeft ‘ [naam account 5] ’ hetzelfde advies aan ' [naam account 1] ' met betrekking tot het verplaatsen van de blokken: “Just make sure he has nothing in house mate” en “And tell to have same box as he give drive with steriler of something differ in them mate ye”. ‘ [naam account 1] ’ antwoordt daarop met: “Yr mate i told him gane givr him 5k aamonth just tu doe notting”.
Op 26 april 2020 om 12.27 uur stuurt ‘ [naam account 1] ’ een krantenbericht in het Engels naar ‘ [naam account 16] ’ waarin melding wordt gemaakt van een onderschepping van €2,5 mln cocaïne in Dublin met foto’s van in het groen verpakte blokken. ‘ [naam account 16] ’ herkent de blokken: “Ja man DAT waren ze PFF Maar gepakt in dublin” en zegt: “Gaan ze Dan hier ook wat mee doen of Alleen Dublin”. ' [naam account 1] ' antwoordt hierop: “Weet niet moeten afwachten”.
Op 27 april 2020 om 18.40 uur stuurt ‘ [naam account 5] ’ een bericht aan ‘ [naam account 1] ’ waarin staat vermeld dat zijn man op borgtocht is vrijgelaten: “Hella mate I'm OK man that was nick up in court today 25k bail on him to gel him out ye”.
Op 28 april 2020 om 17.35 uur stuurt ‘ [naam account 5] ’ een krantenbericht in het Engels door aan ' [naam account 1] ', waarin informatie vermeld staat over de interventie door de politie en een vangst van cocaïne ter waarde van 2,5 miljoen euro in Ierland. De namen van de chauffeurs worden vermeld, inclusief [naam 3] ‘with an address in Latvia’ en [naam 4] . ‘ [naam account 5] ’ geeft hierbij aan: “That our man got nick mate nice fella fuck going mad here”.
Bewijsoverweging
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat op 25 april 2020 in Ierland een partij van zo’n 35 kg cocaïne is onderschept en dat de cocaïne vanuit Nederland Ierland is binnen gekomen in een vrachtwagen die werd bestuurd door [naam 3] . Uit het voorgaande blijkt ook dat [naam 3] , volgens de bij hem aangetroffen iPhone, op 23 april 2020 in Oeienbosch is geweest, wat overeenkomt met de inhoud van de Encrochat-berichten waaruit blijkt dat ‘ [naam account 16] ’ op 23 april 2020 bij tankstation Esso Oeienbosch 35 blokken heeft afgegeven aan de transporteur. Daarnaast blijkt ook dat krantenberichten met details van de onderschepping zijn gedeeld aan ' [naam account 1] ', zijnde verdachte, waarin ‘ [naam account 5] ’ de daarin genoemde gearresteerde [naam 4] ‘hun man’ noemt. Op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank dan ook van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de Encocohat-gesprekken gaan over de in Ierland onderschepte partij cocaïne. Nu hiervoor al is vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van Encrochat-account ' [naam account 1] ', komt daarmee ook vast te staan dat – gelet op de aard en inhoud van de chatberichten die zijn verstuurd – verdachte betrokken was bij de uitvoer van de cocaïne.
Op grond van het voorgaande wordt ook vastgesteld dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, de ontvangende partij (‘ [naam account 5] ’), de transporteurs ( [naam 3] en [naam 4] ) en andere personen die betrokken waren bij de logistiek rondom het transport (zoals ‘ [naam account 16] ’, ‘ [naam account 18] ’ en ‘ [naam account 19] ’). Uit de berichten blijkt dat verdachte een belangrijke aansturende en coördinerende rol vervulde, waarbij hij anderen specifieke opdrachten en instructies gaf. Zo had verdachte niet alleen contact met de ontvangende partij (‘ [naam account 5] ’), maar stond hij ook in rechtstreeks contact met ‘ [naam account 16] ’ die hij instructies gaf om blokken weg te halen en te verstoppen. Het medeplegen van de uitvoer van 35 kg cocaïne verklaart de rechtbank daarmee bewezen.
4.4.3Gewoontewitwassen (feit 2)
Feiten en omstandigheden
In de periode van 7 april tot en met 11 juni 2020 vinden gesprekken plaats tussen de Encrochat-accounts ' [naam account 1] ', ' [naam account 3] ', ‘ [naam account 23] ’, ' [naam account 4] ', ‘ [naam account 24] ’ en ‘ [naam account 25] ’. In de gesprekken wordt onder meer gesproken over “pap”, waarvan bekend is dat dit straattaal is voor geld. Ook worden weer bedragen met de letter ‘k’ erachter genoemd, waarvan bekend is dat dit een veelgebruikte afkorting en straattaal is voor € 1.000,-. In sommige gesprekken staat een getal zonder de letter ‘k’ erachter vermeld. Gelet op de context van de gesprekken kan dit getal eveneens worden vermenigvuldigd met € 1.000,-.
In de gesprekken worden foto’s van bankbiljetten en van een administratie van onder andere de aanduiden “GG 1”, “GG 2”, “GG 3” etc. met daarachter genoteerde bedragen gedeeld.
Zoals hiervoor vermeld, werden bij de doorzoeking van de woning van de medeverdachte een geldtelmachine, grote contante geldbedragen en een A4-papier met daarop soortgelijke notities van letters en bedragen aangetroffen.
Encrochatberichten
In de chatberichten staat het volgende vermeld:
Op 6 april 2020 om 17.54 uur zegt ' [naam account 1] ' tegen ' [naam account 3] ': “Oke geev [bijnaam 13] 500 en hou de rest bij je oke”.
Op 7 april 2020 vindt ook een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ':
• Om 12.23 uur zegt ' [naam account 3] ': “Salaam bro alles goed. Heb het opgehaald ben thuis.” En om 12.24 uur: “Ikbheb zo een afspraak. Ik ga strax beginnen met tellen rond 4”.
• Om 15.44 uur stuurt ' [naam account 3] ' twee foto’s van een stapel met € 50,‐ biljetten met de tekst: “Weer zwarte biljetten ertussen”. Om 15.48 uur zegt ' [naam account 1] ': “Pfff tel maar romd”. Om 16.03 uur stuurt ' [naam account 3] ' een foto van een handgeschreven notitie waarop meerdere bedragen staan vermeld met de letters “GG” en cijfers. Het totaalbedrag op de notitie is 506.130. ' [naam account 3] ' zegt daarop: “Dit is totale. Ik ga effe eten. Dan ga ikchecken hoeveel schade er is ik schat rond de 8 of 9 k.”. ' [naam account 1] ' vraagt dan: “Bro wat is totaale”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt: “506.130”.
• Om 16.19 uur zegt ' [naam account 3] ': “Alles per pakket geteld per pakketjes van 10.”
• Om 16.21 uur zegt ' [naam account 1] ': “Geev [bijnaam 13] 500 bro”.
Op 7 april 2020 vindt ook een gesprek plaats tussen ' [naam account 3] ' en ‘ [naam account 26] ’:
• Om 16:47 uur zegt ‘ [naam account 26] ’: “Hoeveel heb je voor me bro ?? Kan buurt met uurtie ziin locatie 2 !?”, waarop ' [naam account 3] ' zegt: “500 bro”.
• Om 16:49 uur zegt ‘ [naam account 26] ’: “OK bro 19.45 boi locatie 2 stap ik bij je in en om de hoek stap ik uit bro”.
• Om 17:50 uur zegt ' [naam account 3] ': “Bro ik sta [naam straat] ” en “Shop [naam coffeshop] ”.
Uit onderzoek blijkt dat op de [naam straat] coffeeshop “ [naam coffeshop] ” gevestigd is.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat, in combinatie met de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, op basis van deze gesprekken bewezen kan worden dat verdachte en medeverdachte op 7 april 2020 een contant geldbedrag van € 506.130,- voorhanden hebben gehad en een contant geldbedrag van € 500.000,- hebben overgedragen. Uit de gesprekken blijkt een nauwe en bewuste samenwerking tussen beide verdachten, waarbij de medeverdachte op verzoek van verdachte het geld telt, een administratie daarvan bijhoudt en geld overdraagt. Die samenwerking blijkt ook in de navolgende gesprekken.
Op 9 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ', waarbij ' [naam account 1] ' om 22.56 uur aangeeft: “Wat er overbblijft geev je aan [bijnaam 13] maar tel het goed na aub”. Op 10 april 2020 om 14.54 uur stuurt ' [naam account 3] ' een foto van een handgeschreven notitie waarop meerdere bedragen staan vermeld met de letters “GG” en cijfers. Het totaalbedrag op de notitie is 299.630.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 10 april 2020 een contant geldbedrag van € 299.630,- voorhanden hebben gehad.
Op 10 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 3] ' en ‘ [naam account 26] ’:
• Om 15.40 uur vraagt ' [naam account 3] ': “(..) Zie ik je strax”.
• Om 16.50 uur zegt ‘ [naam account 26] ’: “Bra die vriend met bril zonder komt aanpakken bii je OK meld me als je er bent bbro”.
Op 10 april 2020 vindt ook een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ':
• Om 16.59 uur zegt ' [naam account 3] ': “Bra heb [naam account 26] 152k gegeven”.
• Om 17.01 uur vraagt ' [naam account 1] ': “Oke heb je iedereen betaald”, waarop ' [naam account 3] ' reageert met: “W8 nu op chuchu”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 10 april 2020 een contant geldbedrag van € 152.000,- hebben overgedragen.
Op 10 en 11 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 3] ' en ‘ [naam account 28] ’. Op 10 april 2020 vraagt ‘ [naam account 28] ’ aan ' [naam account 3] ' “He [bijnaam 1] zou mij wat pap sturen ga jij dat regelen?”, waarop ' [naam account 3] ' reageert met: “Ja Bro. Ik moest 20 aan iemand van jou geven”. Op 11 april 2020 om 09.06 uur zegt ' [naam account 3] ': “Heb het afgegeven”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 11 april 2020 een contant geldbedrag van € 20.000,- hebben overgedragen.
Op 15 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ':
• Om 15.34 uur zegt ' [naam account 1] ': “Geev me adress word pap voor je gedropt”, waarop ' [naam account 3] ' reageert met: “ [adres 5] ”.
• Om 16.06 uur zegt ' [naam account 1] ': “Bro kan je vast”, “300 aan [bijnaam 13] geven”.
• Om 17.17 uur geeft ' [naam account 3] ' aan: “300 gegeven aan [naam account 26] ”.
Het adres [adres 5] ligt op acht minuten loopafstand van de woning van de medeverdachte.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat Zamouri en [medeverdachte] op 15 april 2020 een contant geldbedrag van € 300.000,- hebben overgedragen.
Op 16 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] '. Om 14.25 uur zegt ' [naam account 3] ': “Salaam bro deze is van vandaag”, waarna hij een foto stuurt van een handgeschreven notitie waarop meerdere bedragen staan vermeld. Het totaalbedrag op de notitie is 244.000. ' [naam account 1] ' vraagt dan: “Hoeveel hr”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt: “244k”. Vervolgens zegt ' [naam account 1] ': “Maak er 250 van geev het aan [naam account 24] ”. Om 16.35 uur geeft ' [naam account 3] ' aan dat hij het heeft afgegeven: “250 afgegeven bro”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 16 april 2020 een contant geldbedrag van € 250.000,- hebben overgedragen.
Op 19 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ' waarbij ' [naam account 1] ' zegt: “Zet in boekhouding”, “150 opgehaald almere”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 19 april 2020 een contant geldbedrag van € 150.000,- voorhanden hebben gehad.
Op 22 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ':
• Om 15.35 uur vraagt ' [naam account 1] ' aan ' [naam account 3] ': “44 voor me klaar kan zetten’, waarna hij ook tegen ' [naam account 3] ' zegt: ‘shockingsea toe te voegen’ en “Geev hem 44”.
' [naam account 3] ' vraagt of hij naar hem moet gaan, waarop ' [naam account 1] ' de opdracht geeft: “Ga na hem”, “Fashion centre”.
• Om 15.38 uur zegt ' [naam account 3] ': “Die van gister is trouwens 337.800 ik stuur je zo lijstje”. Vervolgens stuurt hij om 16.59 uur een foto van een handgeschreven notitie waarop meerdere bedragen staan vermeld met de letters “GG” en cijfers. Het totaalbedrag op de notitie is 337.850.
• Om 16.20 uur zegt ' [naam account 3] ': “Afgegeven 44”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 21 april 2020 een contant geldbedrag van € 337.650,- voorhanden hebben gehad en op 22 april 2020 een contant geldbedrag van € 44.000,- hebben overgedragen.
Op 24 april 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ', waarbij ' [naam account 1] ' vraagt: “Kan je me 17k brengen ben osso”, waarop ' [naam account 3] ' aangeeft: “Ben er met 3min”.
Op 25 april 2020 vraagt ' [naam account 1] ' aan ' [naam account 3] ': “Geev [naam account 24] 250 in de ochtend”, waarop ' [naam account 3] ' op 26 april 2020 antwoordt: “Salaam bra 250 afgegeven aan carrou”.
Op 1 mei 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ' waarbij ' [naam account 1] ' vraagt: “Kan je me 10k brengen moet die meubels enzo”, waarop ' [naam account 3] ' aangeeft: “Salaam ben er met 2 min”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 24 april 2020 een contant geldbedrag van € 17.000,-, op 26 april 2020 een contant geldbedrag van € 250.000,- en op 1 mei 2020 een contant geldbedrag van € 10.000,- hebben overgedragen.
Op 10 mei 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 1] ' en ' [naam account 3] ' waarbij ' [naam account 1] ' vraagt: “Hoeveel pap lag er nog”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt: “Uit mn hoofd 411k”. Op 11 mei 2020 vraagt ' [naam account 1] ' vervolgens: “Kan je iemand 400k geven”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 10 mei 2020 een contant geldbedrag van € 411.000,- voorhanden hebben gehad.
Op 27 mei 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 3] ' en ‘ [naam account 25] ’:
• Om 18.29 uur vraagt ' [naam account 3] ': “Haha Enjoy mate. Ok. Do i have to send you what we received on Monday in total. Or seperate per bag”.
• Om 18.39 antwoordt ‘ [naam account 25] ’: “Can u let me know what was sent Monday when u get a chance”.
• Om 18.40 reageert ' [naam account 3] ' met: “Here they come mat”, waarna hij drie foto’s stuurt van handgeschreven notities waarop meerdere bedragen vermeld staan. Op foto 1 staat “25 mei Rotterdam” en het totaalbedrag 357.120. Op foto 2 staat “25 mei Rotterdam” en het totaalbedrag 337.230. Op foto 3 staat “25 mei Apeldoorn” en het totaalbedrag 446.300. Het totaalbedrag is opgeteld: 1.140.650.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 27 mei 2020 een contant geldbedrag van € 1.140.650,- voorhanden hebben gehad.
Op 8 juni 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 2] ' en ' [naam account 3] ' waarbij ' [naam account 2] ' vraagt: “Hoeveel pap heb je liggen totaal”, waarop ' [naam account 3] ' antwoordt met: “607k bro”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 8 juni 2020 een contant geldbedrag van € 607.000,- voorhanden hebben gehad.
Op 11 juni 2020 vindt een gesprek plaats tussen ' [naam account 2] ' en ' [naam account 4] ':
• Om 10.32 uur zegt ' [naam account 4] ': “OK bro. Die pap wat net is gebracht. Zit 3 pakketten in niet 2 wat ik je had gestuurd”.
• Om 10.38 uur zegt ' [naam account 2] ': “Ja geen probleem tel alles na” en “Stuur dat door gwn”. Om 13.40 uur stuurt ' [naam account 4] ' een foto van een handgeschreven notitie waarop meerdere bedragen staan vermeld met de letters “GG”. Het totaalbedrag op de notitie is 206.800.
• Om 10.30 uur vraagt ' [naam account 2] ': “Kan je whalmoon acpeteren en spreek af met hem
geevem 300”, waarop ' [naam account 4] ' om 12.10 uur reageert met: “Salaam 300 afgegeven whale”.
Tussenconclusie: De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachten op 11 juni 2020 een contant geldbedrag van € 206.800,- voorhanden hebben gehad en een contant geldbedrag van € 300.000,- hebben overgedragen.
Inkomen en vermogen verdachte (feit 2 en 3)
Door de politie is onderzoek verricht naar het inkomen van verdachte. Het saldo op de bankrekeningen van verdachte – NL41 INGB 0002 6562 09 en NL70 INGB 0705 3959 52 – was nihil. Op naam van verdachte zijn geen onroerende goederen en geen erfenissen of schenkingen bekend. Bij de Belastingdienst zijn de volgende loongegevens bekend:
Jaar
Werkgever
Loon
Nettoloon
2017
V.O.F. [naam bedrijf]
€ 7.931,-
€ 7.114,-
2018
V.O.F. [naam bedrijf]
€ 12.149,-
€ 10.813,-
2018
[B.V.]
€ 2.763,-
€ 2.482,-
2019
[B.V.]
€ 13.677,-
€ 12.458,-
2020
[B.V.]
€ 14.801,-
€ 13.672,-
2021
[B.V.]
€ 6.868,-
€ 6.460,-
2021
[B.V.]
€ 9.563,-
€ 8.765,-
Juridisch kader witwasfeiten
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat het betreffende voorwerp of geldbedrag middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf. Als er geen direct bewijs voor een brondelict aanwezig is, zal allereerst moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien daarvan sprake is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp of het geldbedrag. Als een dergelijke verklaring ontbreekt, kan de rechtbank tot de conclusie komen dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp of het geldbedrag een legale herkomst heeft en dat een criminele herkomst dus als enige aanvaardbare verklaring geldt.
Bewijsoverweging
Hoewel, gelet op de betrokkenheid van verdachte bij de uitvoer van 35 kilo cocaïne zoals besproken onder feit 1, aanwijzingen bestaan dat de geldbedragen waarover in de Encrochat-berichten wordt gesproken verband houden met (de handel in) verdovende middelen, kan uit het dossier onvoldoende worden afgeleid dat er een direct verband is met enig (eigen) misdrijf. Omdat er geen direct verband kan worden gelegd met een specifiek misdrijf, gebruikt de rechtbank het hierboven genoemde toetsingskader. De feiten en omstandigheden zijn als volgt. Uit de hierboven genoemde Encrochat-berichten blijkt dat verdachte in de relatief korte periode van drie maanden zeer grote contante geldbedragen van in totaal miljoenen voorhanden heeft gehad dan wel heeft (laten) over(ge)dragen. Het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van grensoverschrijdende criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld in verschillende valuta. De geldbedragen zijn kennelijk fysiek vervoerd en op de openbare weg overgedragen. Het (op deze wijze) vervoeren van dergelijke grote geldbedragen is een – op zijn minst – ongebruikelijke wijze om legale geldstromen te laten verlopen. Ook de wijze waarop de omvangrijke geldbedragen werden bewaard – kennelijk onder meer contant in woningen – is ongebruikelijk. Verder blijkt dat de betrokkenen met elkaar communiceerden via versleutelde berichten die werden verzonden met cryptotelefoons. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke telefoons veelvuldig in het criminele milieu worden gebruikt. Ook blijkt dat in versluierd taalgebruik met elkaar is gesproken over de transacties. Verdachte heeft (in 2020) weliswaar legale inkomsten genoten, maar de hoogte daarvan is bij lange na niet toereikend om het verplaatsen van dergelijke grote contante geldbedragen vanuit legale bronnen te kunnen verklaren. De rechtbank is van oordeel dat al deze omstandigheden tezamen het vermoeden van witwassen rechtvaardigen.
Nu er voldoende feiten en omstandigheden zijn om het vermoeden van witwassen te rechtvaardigen, mag van verdachte een verklaring worden verlangd voor de herkomst van het geld. Verdachte heeft zich echter beroepen op zijn zwijgrecht. Naar het oordeel van de rechtbank kan het daarom niet anders dan dat de betreffende geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Gelet op de wijze waarop de communicatie over de geldbedragen verliep, de grootte van de gelbedragen en de manier waarop het geld werd ontvangen en/of overgedragen kan het ook niet anders dan dat verdachte wist dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig waren.
Medeplegen
Uit de chatberichten blijkt ook dat verdachte beschikkingsmacht had over het geld, aangezien hij opdracht gaf wanneer en met wie de overdrachten moesten plaatsvinden, waarbij hij de medeverdachte op pad stuurde om de geldbedragen op te halen of af te leveren. Ook ontving verdachte van de medeverdachte een boekhouding van het geld dat in kas was, die door de medeverdachte werd bijgehouden. Hieruit blijkt ook dat sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Dit maakt dat medeplegen eveneens bewezen kan worden.
Gelet op de periode en de frequentie van het witwassen en de omvang van de witgewassen geldbedragen komt de rechtbank ook tot een bewezenverklaring van gewoontewitwassen.
Vrijspraak € 50.000,- (19 april 2020)De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat op 19 april 2020 – naast de € 150.000,- die voorhanden is geweest – ook nog € 50.000,- is overgedragen en/of voorhanden is geweest. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.