In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen A.F. Participatie B.V. en A.F. Benelux Holding B.V. als eisers en [eiseres] B.V. als gedaagde. De eisers vorderden onder meer de opheffing van een executoriaal beslag dat op 28 december 2023 ten laste van [eiseres] onder [bedrijf] was gelegd. De voorzieningenrechter heeft op 24 januari 2024 uitspraak gedaan. De procedure begon met een dagvaarding op 9 januari 2024, waarna op 17 januari 2024 een mondelinge behandeling plaatsvond. Tijdens deze zitting zijn de vorderingen van [eiseres] toegelicht en hebben beide partijen hun standpunten naar voren gebracht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] heeft voldaan aan de veroordeling in het kortgedingvonnis van 27 november 2023, waarin werd bepaald dat [eiseres] inzage moest geven in de boekhouding van [bedrijf]. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen dwangsommen zijn verbeurd, omdat het doel van de veroordeling is bereikt. De voorzieningenrechter heeft het beslag opgeheven en de eisers hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen partijen en de noodzaak om geschillen op een constructieve manier op te lossen.