ECLI:NL:RBAMS:2024:4886

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
7 augustus 2024
Zaaknummer
11054906
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van relatiebeding in arbeidsovereenkomst in kort geding

In deze zaak heeft [eiser] een kort geding aangespannen tegen SC Tiger B.V. met als doel het relatiebeding in zijn arbeidsovereenkomst te schorsen. [eiser] is sinds 1 maart 2023 in dienst bij SC Tiger en heeft werkzaamheden verricht bij Eurocommercial Properties N.V. via een inleen-doorleenconstructie met Riviq B.V. SC Tiger heeft [eiser] laten weten dat hij niet voor Eurocommercial mag werken, omdat dit in strijd zou zijn met het relatiebeding. [eiser] stelt dat Eurocommercial geen relatie van SC Tiger is en vordert schorsing van het relatiebeding, zodat hij als freelancer voor Eurocommercial kan werken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het relatiebeding niet van toepassing is op Eurocommercial, omdat er geen directe zakelijke relatie bestaat tussen SC Tiger en Eurocommercial. De rechter heeft de primaire vordering van [eiser] toegewezen en het relatiebeding gedeeltelijk geschorst. SC Tiger is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11054906 \ KK EXPL 24-267
Vonnis in kort geding van 2 juli 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. L.Q. Jolink,
tegen
SC TIGER B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
gedaagde partij,
hierna te noemen: SC Tiger,
gemachtigden: mr. E.H.J. van de Velde en mr. P.K.T. Koppenaal.

1.De procedure

Bij dagvaarding met producties van 30 april 2024 heeft [eiser] een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 4 juni 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiser] is verschenen en werd bijgestaan door mr. Jolink. Namens SC Tiger zijn verschenen:
[naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door mr. Van de Velde en mr. Koppenaal. [eiser] en SC Tiger hebben op voorhand stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting vragen van de kantonrechter beantwoord en hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat is dit kort geding aangehouden tot en met 18 juni 2024 voor schikkingsonderhandelingen, waarbij is bepaald dat als partijen er niet uitkomen op 2 juli 2024 vonnis zal worden gewezen. Op 14 juni 2024 is van de gemachtigde van SC Tiger bericht ontvangen dat geen minnelijke oplossing is bereikt.

2.De feiten

2.1.
SC Tiger traint, coacht en ondersteunt business intelligence en data professionals. SC Tiger neemt consultants in dienst en zet deze vervolgens op een opdracht bij een van haar klanten.
2.2.
[eiser] is per 1 maart 2023 in dienst getreden bij SC Tiger op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van ‘Consultant’, tegen een laatst genoten salaris van € 3.000,00 exclusief bonussen.
2.3.
In artikel 9.1 van de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen dat luidt:
Het is werknemer verboden tijdens het dienstverband, alsmede één jaar na beëindiging daarvan, in welke vorm en hoedanigheid dan ook, direct of indirect, betrokken te zijn, c.q. zaken te doen met ondernemingen en/of personen, die relatie zijn van Werkgever, of gedurende de laatste 12 maanden van het dienstverband relatie waren en waarvoor Werknemer diensten heeft verricht. Bij beëindiging van het dienstverband wordt door Werkgever een lijst opgesteld waarin aangegeven wordt welke relaties dit de laatste 12 maanden van het dienstverband waren en door de Werknemer gedurende een jaar niet mogen worden benaderd behoudens schriftelijke toestemming van Werkgever.
2.4.
Op overtreding van het relatiebeding is in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst een boete gesteld.
2.5.
Op basis van een zogenaamde inleen-doorleenconstructie is [eiser] werkzaamheden gaan verrichten bij Eurocommercial Properties N.V. (hierna: Eurocommercial). De constructie is aldus dat [eiser] op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst is bij SC Tiger. SC Tiger heeft een overeenkomst van opdracht gesloten met Riviq B.V. (hierna: Riviq) op grond waarvan SC Tiger [eiser] aan Riviq uitleent die op haar beurt [eiser] bij Eurocommercial plaatst. Eurocommercial is de opdrachtgever van Riviq.
2.6.
Artikel 9.1 van de tussen SC Tiger en Riviq gesloten overeenkomst van opdracht luidt:
Het is Opdrachtnemer[SC Tiger, ktn]
en Opdrachtuitvoerder[ [eiser] , ktn]
zowel gedurende de looptijd van deze overeenkomst als gedurende een periode van 1 jaar na het einde daarvan verboden om met de Derde[Eurocommercial, ktn]
op enigerlei wijze, direct of indirect, een zakelijke relatie aan te gaan en/of voor die Derde werkzaamheden te (doen) verrichten en/of diensten te (doen) verlenen (al dan niet om niet), behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van Opdrachtgever[Riviq, ktn]
.
2.7.
De detachering van [eiser] bij Eurocommercial is meerdere keren verlengd en duurt nog tot en met 31 december 2024.
2.8.
In augustus 2023 heeft [eiser] aan SC Tiger meegedeeld dat hij vanaf november 2023 als freelancer voor Eurocommercial wil gaan werken. SC Tiger heeft [eiser] daarop laten weten dat hij de arbeidsovereenkomst kan opzeggen en vanaf 1 november 2023 als freelancer kan gaan werken, maar dat het hem niet is toegestaan om voor Eurocommercial te werken.
2.9.
Bij brief van 1 februari 2024 van zijn gemachtigde aan SC Tiger heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld, voor zover van belang, dat het relatiebeding niet van toepassing is op Eurocommercial en heeft hij SC Tiger verzocht hem te bevestigen dat zij [eiser] niet aan het relatiebeding zal houden voor wat betreft Eurocommercial.
2.10.
In reactie hierop heeft de gemachtigde van SC Tiger bij brief van 12 februari 2024 aan [eiser] laten weten dat SC Tiger hem onverkort zal houden aan het relatiebeding.
2.11.
Bij e-mail van 8 mei 2024 heeft Riviq aan SC Tiger bericht dat zij niet ondersteunt dat [eiser] als ZZP’er aan de slag gaat bij Eurocommercial.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert als voorziening bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair: het relatiebeding met onmiddellijke ingang te schorsen, zodat [eiser] als freelancer werkzaamheden kan uitvoeren voor Eurocommercial;
Subsidiair: voor het geval het relatiebeding slechts deels wordt geschorst, te bepalen dat SC Tiger aan [eiser] een vergoeding verschuldigd is voor de periode dat het relatiebeding eraan in de weg staat dat [eiser] als freelancer werkzaamheden verricht voor Eurocommercial;
Primair en subsidiair: SC Tiger te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[eiser] stelt hiertoe, voor zover voor de beoordeling van belang, dat Eurocommercial niet als relatie van SC Tiger is aan te merken zoals bedoeld in het relatiebeding. Hij wordt bij Eurocommercial tewerkgesteld via Riviq. Eurocommercial is daarmee een relatie van Riviq en niet van SC Tiger. Temeer omdat [eiser] de werkzaamheden bij Eurocommercial uitvoert onder leiding en toezicht van Riviq. [eiser] ging ervan uit dat een relatie inhield een bedrijf waar SC Tiger een directe zakelijke relatie mee heeft, zoals met Riviq. SC Tiger detacheert [eiser] immers aan Riviq. Riviq is ook de partij die een overeenkomst heeft met Eurocommercial en niet SC Tiger. SC Tiger heeft dan ook geen enkele inbreng of zeggenschap over de relatie tussen Riviq en Eurocommercial over het inzetten van [eiser] . [eiser] is geen partij bij de overeenkomst van opdracht tussen SC Tiger en Riviq en hij is dan ook niet gebonden aan het in artikel 9.1 van die overeenkomst opgenomen relatiebeding. Uit dat artikel blijkt overduidelijk dat Eurocommercial een relatie is van Riviq, omdat het SC Tiger door Riviq wordt verboden om tijdens of gedurende een periode van een jaar na het einde van de overeenkomst een zakelijke relatie aan te gaan met Eurocommercial.
3.3.
SC Tiger heeft, voor zover voor de beoordeling van belang, als volgt verweer gevoerd. [eiser] wist, of had in ieder geval behoren te weten, dat Eurocommercial een relatie is van SC Tiger, zij het direct of indirect. [eiser] is van meet af aan betrokken geweest bij Eurocommercial. Het had derhalve voldoende duidelijk moeten zijn voor [eiser] dat de strekking van het relatiebeding is om relaties zoals Eurocommercial af te schermen, omdat deze klanten van groot belang zijn voor SC Tiger. Gelet op de betrokkenheid van vier partijen, alsmede de kennis en achtergrond van [eiser] , mag van hem worden verwacht dat hij wist dat het relatiebeding ook van toepassing kan zijn op een van deze vier partijen, te weten Eurocommercial. Het relatiebeding strekt ter bescherming van de relaties en het klantenbestand van zowel SC Tiger als Riviq en ook ter bescherming van het bedrijfsdebiet van SC Tiger.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.
4.2.
[eiser] heeft voldoende onderbouwd dat hij een spoedeisend belang heeft bij de door hem gevorderde voorziening. Hij heeft er belang bij op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen over de strekking en reikwijdte van het relatiebeding, zodat hij kan inschatten of hij niet achteraf wordt geconfronteerd met boetes die op overtreding van het relatiebeding staan als hij als freelancer voor Eurocommercial aan de slag gaat. Daarmee is het spoedeisend belang gegeven.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat het relatiebeding rechtsgeldig is overeengekomen en dat het beding eenzijdig door SC Tiger is opgesteld. Voorshands is niet gebleken dat partijen bij de totstandkoming van het beding met elkaar hebben gesproken over de betekenis die aan de term ‘relatie’ moet worden toegekend.
4.4.
Partijen verschillen van mening over de uitleg van het beding en in het bijzonder wie of wat onder het begrip ‘relatie’ moet worden verstaan. Bij de uitleg van het relatiebeding moet worden aangeknoopt bij de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis daarvan en hoe partijen die redelijkerwijs hebben mogen opvatten. Een relatie is volgens Van Dale taalkundig een betrekking waarin zaken of personen tot elkaar staan en tevens ziet het taalkundig op de personen die in betrekking staan, met als voorbeeld een zakenrelatie. Bij de uitleg kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kring(en) partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin deze bepalingen zijn gesteld, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift vaak wel van groot belang (vgl. Hoge Raad 20 februari 2004, ECL:NL:HR:AO1427,
NJ2005, 493). [1] Voorts is van belang dat een relatiebeding zoals hier aan de orde de vrije arbeidskeuze van een werknemer beperkt. In plaats van een ruime uitleg van een beding is daarom eerder een terughoudende uitleg op zijn plaats.
4.5.
[eiser] heeft een arbeidsovereenkomst met SC Tiger. Op grond van een tussen SC Tiger en Riviq gesloten overeenkomst is [eiser] op papier gedetacheerd bij Riviq. In de praktijk werkt [eiser] op grond van een tussen Riviq en Eurocommercial gesloten overeenkomst bij Eurocommercial. Tussen Eurocommercial en SC Tiger bestaat geen contractuele relatie. In de overeenkomst tussen SC Tiger en Riviq staat dat het SC Tiger gedurende de looptijd van die overeenkomst en een jaar na het einde daarvan verboden is om met Eurocommercial een zakelijke relatie aan te gaan of voor Eurocommercial werkzaamheden te verrichten. Daar komt bij dat SC Tiger ter zitting desgevraagd heeft verklaard dat zij geen contact heeft gehad en ook niet mag hebben met Eurocommercial over deze kwestie, vanwege voormeld beding in de overeenkomst met Riviq. Vanwege deze constructie kan niet worden gezegd dat SC Tiger en Eurocommercial een betrekking vormen waarin zij tot elkaar staan en/of een (zaken)relatie zijn. Zoals gezegd heeft SC Tiger de bedoeling en strekking van de term ‘relatie’ in het relatiebeding niet met [eiser] besproken. Onder deze omstandigheden mocht SC Tiger er niet zonder meer op vertrouwen dat [eiser] redelijkerwijs had moeten begrijpen dat SC Tiger de term relatie zo ruim opvatte dat het daarbij ook gaat om relaties (in dit geval Eurocommercial) van relaties (in dit geval Riviq). Dit maakt dat het voorshands aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat Eurocommercial geen relatie is van SC Tiger en de primaire vordering van [eiser] zal toewijzen.
4.6.
Het beroep van SC Tiger op het relatiebeding in de met Riviq gesloten overeenkomst, kan SC Tiger niet baten. [eiser] is daaraan niet gebonden, omdat hij geen partij is bij die overeenkomst. De overeenkomst is eerst bij antwoord in deze procedure overgelegd en was volgens [eiser] hem niet bekend, ondanks dat er verplichtingen in staan die op hem betrekking hebben, zie hierboven onder 2.6.
4.7.
De conclusie is dat de primaire vordering van [eiser] zal worden toegewezen, in die zin dat het relatiebeding gedeeltelijk zal worden geschorst, voor zover het betreft de beoogde freelancewerkzaamheden van [eiser] bij Eurocommercial.
4.8.
De overige door partijen betrokken stellingen en de subsidiaire vordering van [eiser] behoeven gelet op het bovenstaande geen bespreking.
4.9.
SC Tiger is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
814,00
- nakosten
68,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.104,97.

5.De kantonrechter

5.1.
schorst het tussen partijen overeengekomen relatiebeding zoals vermeld in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst voor zover dit betreft de beoogde freelancewerkzaamheden van [eiser] bij Eurocommercial,
5.2.
veroordeelt SC Tiger in de proceskosten van € 1.104,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als SC Tiger niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van der Molen, kantonrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2024.
Fno: 57170