Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
[eiser]),
Bank),
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 58,
2.De feiten
[naam 1]) via de moedervennootschap [naam moedermij.] B.V.
[naam 2]) en de heer [naam 3] (hierna:
[naam 3]). [naam 2] en [naam 3] zijn ook werkzaam bij het fiscale dienstverleningskantoor ESJ Financial Enginering en bankieren zelf ook bij de Bank.
over the counter(OTC)-derivaten (hierna: de
OTC-brief), met daarin algemene informatie over de dienstverlening inzake de afdekking van rente- en valutarisico’s. Ook staat in de OTC-brief:
FOP-overeenkomst). Daarin werd een
execution only-dienstverlening beschreven, te weten het mogen verstrekken van opdrachten aan de Bank tot het verrichten van optie- en termijntransacties op de optiebeurs in Amsterdam, die de Bank voor rekening en risico van de cliënt zal uitvoeren.
interest rate swapsof renteswaps). In het cliëntprofiel staat onder meer:
forward startingrenteswaps af met een rentedekking voor financiering van in totaal € 5,8 miljoen (hierna: de
Swaps):
- Swap 1met nummer [nummer 1] met hoofdsom € 3 miljoen, ingangsdatum 1 juli 2008 en looptijd 10 jaar,
- Swap 2met nummer [nummer 2] met hoofdsom € 1,5 miljoen, ingangsdatum 1 juli 2009 en looptijd 8 jaar,
- Swap 3met nummer [nummer 3] met hoofdsom € 1,3 miljoen, ingangsdatum 1 juli 2010 en looptijd 6 jaar.
- Op 24 september 2009 nummer [nummer 4] van € 368.510 en looptijd 2 jaar,
- Op 24 september 2009 nummer [nummer 5] van € 368.510 en looptijd 2 jaar,
- Op 24 maart 2010 nummer [nummer 6] van € 615.000 en looptijd 1 jaar,
- Op 24 maart 2010 nummer [nummer 7] van € 1.125.000 en looptijd 1 jaar,
- Op 14 juni 2011 nummer [nummer 8] van € 1.200.000 en looptijd 1 jaar,
- Op 14 juni 2011 nummer [nummer 9] van € 4.662.500 en looptijd 1 jaar,
- Op 14 juni 2011 nummer [nummer 10] van € 1.000.000 en looptijd 1 jaar,
- Op 28 juni 2012 nummer [nummer 10] van € 1.000.000 en looptijd 3 jaar,
- Op 28 juni 2012 nummer [nummer 9] van € 4.662.500 en looptijd 1 jaar,
- Op 2 april 2013 nummer [nummer 9] van € 4.662.500 en looptijd 2 jaar.
UHK), waarin de Bank heeft meegedeeld dat [eiser] niet voor nadeelcompensatie in aanmerking kwam. Reden daarvoor was volgens de brief dat [eiser] in 2007 een professionele belegger was, omdat:
Renteswap in strijd met wet en zorgplicht
3.Het geschil
provisiesonder de Swaps, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de ingangsdatum van de Swaps, althans vanaf heden,
te veel betaalde renteonder de Swaps, te verminderen met vordering II voor zover toegewezen, van:
hedgevan het bedrag genoemd onder III(a),
hedgevan het bedrag genoemd onder III(a),
opslagverhogingenvan:
deskundigenkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de relevante factuurdatum, althans heden,
buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de revelante rente betaaldata, althans heden,
4.De beoordeling
overhedge,
forward starting-karakter,
hedge,
execution only-basis en dus was de Bank slechts gehouden om te informeren en niet ook te adviseren. De Bank heeft daarom ook nooit een concreet op schrift gesteld advies over de Swaps verstrekt dat was afgestemd op de financiële situatie en behoefte van [eiser] . [eiser] had überhaupt geen zorgbehoefte, doordat zij beschikte over eigen deskundigheid en professionaliteit door de bijstand van [naam 2] en [naam 3] . [naam 1] is bovendien een
selfmadeondernemer die zich niet de kaas van het brood laat eten. Hij liet zich volgens de Bank dan ook niet leiden door advies van anderen en schroomde er niet voor om tegen de Bank in te gaan met zijn eigen verwachtingen bij de renteontwikkelingen.
execution only-dienstverlening beperkter dan voor beleggingsadvies.
execution only-dienstverlening en de documentatie vanuit de Bank dus tegenstrijdigheden bevat, ligt in de risicosfeer van de Bank. Daar komt bij dat de Bank [eiser] vooraf in de OTC-brief van 2 oktober 2007 heeft toegezegd haar op de hoogte te zullen brengen van de aan OTC-derivaten verbonden risico’s (zie onder 2.4). Verder heeft de Bank [eiser] onder de destijds geldende MiFID-regelgeving geclassificeerd als niet-professionele cliënt (zie onder 2.12) en is niet aangevoerd waardoor dat ten tijde van het UHK in 2017 anders werd gezien (zie onder 2.18), zodat de rechtbank ervan uitgaat dat [eiser] bij het aangaan van de Swaps een niet-professionele cliënt was die dus de hoogste mate van bescherming mocht verwachten. Ook de op 5 oktober 2011 gesloten raamovereenkomst voor OTC-derivatentransacties gaat uit van een niet-professionele cliënt (zie onder 2.13). Dat betekent publiekrechtelijk onder meer dat naast de algemene loyaliteitsverplichting uit artikel 4:90 lid 1 Wft, de Bank een geschiktheidstoets had moeten afnemen op basis waarvan het beleggingsadvies werd getoetst aan de over [eiser] ingewonnen informatie over diens (i) kennis en ervaring, (ii) financiële situatie, (iii) beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid conform artikel 4:23 lid 1 Wft. Deze strenge publiekrechtelijke normen bij beleggingsadvies geven zoals gezegd invulling aan de bijzondere civielrechtelijke zorgplicht. Kortom, [eiser] mocht van de Bank verwachten dat het advies bij de aankoop van de Swaps was afgestemd op haar individuele situatie en voorzag in adequate waarschuwingen voor de daarbij voor haar relevante risico’s.
overhedge(kenmerk 7) of probleem met de portefeuille-
hedge(kenmerk 10) is geen sprake geweest aangezien slechts 75% tot 80% van de financiering onder de Swaps viel en de Swaps in tijd steeds aansloten op de aflopende vastrentende leningen. De Swaps werden op die manier afgestemd op de financieringsbehoefte van [eiser] , waardoor hieromtrent geen problemen waren te verwachten en het niet nodig was om daarover te waarschuwen. Ook was bij [eiser] vooraf besproken en bekend dat de Swaps
forward startingwaren (kenmerk 8) ten dienste van variabele leningen, die zouden worden aangegaan na afloop van de vastrentende leningen. Er is dan ook geen sprake van het door [eiser] gestelde risico van een speculatief karakter, omdat [eiser] de Swaps gebruikte om toekomstige renterisico’s op variabele leningen af te dekken. Dat zou immers pas het geval zijn als er geen variabele leningen tegenover stonden en de Swaps slechts bedoeld waren om als belegging later te verkopen tegen een hogere marktwaarde. [eiser] heeft de Swaps echter slechts afgenomen voor het productkenmerk van het afdekken van renterisico’s, zoals de Swaps ook presteerden.
conditio sine qua non-verband staan met de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis,