ECLI:NL:RBAMS:2024:4772
Rechtbank Amsterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen vonnis inzake kosten reparatie autoschade en installatie parkeersensoren
In deze zaak heeft [opposante] verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van 19 september 2023, waarbij zij was veroordeeld tot betaling van een factuur aan [geopposeerde]. [opposante] had haar auto, een BMW X5, in mei 2022 ter reparatie aangeboden bij [geopposeerde], die de voorschade herstelde en nieuwe parkeersensoren bestelde. De auto werd teruggegeven aan een vriend van [opposante], maar de sensoren waren nog niet geïnstalleerd. De factuur van € 3.327,50 bleef onbetaald. [geopposeerde] vorderde betaling van de volledige factuur, terwijl [opposante] stelde dat zij nooit aanmaningen had ontvangen en bereid was de kosten voor de voorschade te vergoeden, maar niet voor de parkeersensoren.
Tijdens de zitting op 2 juli 2024 was [geopposeerde] niet aanwezig, waardoor de kantonrechter de stellingen van [opposante] als juist aannam. De kantonrechter oordeelde dat [opposante] niet hoefde te betalen, omdat er geen bewijs was dat zij aanmaningen had ontvangen. De kantonrechter besloot de vordering van [geopposeerde] voor het niet-betwiste deel toe te wijzen, waarbij de kosten voor de parkeersensoren werden afgetrokken. De buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, omdat [geopposeerde] geen bewijs had geleverd dat aanmaningen waren verzonden.
Het verstekvonnis werd vernietigd en [opposante] werd veroordeeld tot betaling van € 3.167,50 aan [geopposeerde], vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter op 30 juli 2024.