ECLI:NL:RBAMS:2024:4772

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
1 augustus 2024
Zaaknummer
10932708
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen vonnis inzake kosten reparatie autoschade en installatie parkeersensoren

In deze zaak heeft [opposante] verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van 19 september 2023, waarbij zij was veroordeeld tot betaling van een factuur aan [geopposeerde]. [opposante] had haar auto, een BMW X5, in mei 2022 ter reparatie aangeboden bij [geopposeerde], die de voorschade herstelde en nieuwe parkeersensoren bestelde. De auto werd teruggegeven aan een vriend van [opposante], maar de sensoren waren nog niet geïnstalleerd. De factuur van € 3.327,50 bleef onbetaald. [geopposeerde] vorderde betaling van de volledige factuur, terwijl [opposante] stelde dat zij nooit aanmaningen had ontvangen en bereid was de kosten voor de voorschade te vergoeden, maar niet voor de parkeersensoren.

Tijdens de zitting op 2 juli 2024 was [geopposeerde] niet aanwezig, waardoor de kantonrechter de stellingen van [opposante] als juist aannam. De kantonrechter oordeelde dat [opposante] niet hoefde te betalen, omdat er geen bewijs was dat zij aanmaningen had ontvangen. De kantonrechter besloot de vordering van [geopposeerde] voor het niet-betwiste deel toe te wijzen, waarbij de kosten voor de parkeersensoren werden afgetrokken. De buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen, omdat [geopposeerde] geen bewijs had geleverd dat aanmaningen waren verzonden.

Het verstekvonnis werd vernietigd en [opposante] werd veroordeeld tot betaling van € 3.167,50 aan [geopposeerde], vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter op 30 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10932708 \ CV EXPL 24-1597

Vonnis van 30 juli 2024

in de zaak van

[opposante] (h.o.d.n. [handelsnaam 1] ),

te [woonplaats 1] ,
opposante,
oorspronkelijk: gedaagde,
hierna te noemen: [opposante] ,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen

[geopposeerde] (h.o.d.n. [handelsnaam 2] ),

te [woonplaats 2] ,
geopposeerde,
oorspronkelijk: eiser,
hierna te noemen: [geopposeerde] ,
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen Gerechtsdeurwaarders en Incasso.

De zaak in het kort

[opposante] is in verzet gekomen tegen de uitspraak van 19 september 2023 van de kantonrechter. Bij dat vonnis is zij veroordeeld tot betaling van een factuur aan [geopposeerde] . Zij heeft destijds haar auto in reparatie afgegeven aan [geopposeerde] , die de voorschade heeft hersteld en in opdracht van [opposante] nieuwe parkeer-sensoren heeft besteld. Omdat [geopposeerde] wel de nieuwe sensoren heeft willen installeren maar [opposante] de auto niet meer heeft teruggebracht, wil [geopposeerde] dat zij toch de hele factuur betaalt.

De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding namens [geopposeerde] van 20 juni 2023,
- het verstekvonnis van 19 september 2023,
- de verzet-dagvaarding van 31 januari 2024,
- de brief van 19 februari 2024 van [opposante] ,
- de reactie van 2 april 2024 van [geopposeerde] ,
- het tussenvonnis van 14 mei 2024,
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waar namens [opposante] haar gemachtigde is verschenen en namens [geopposeerde] niemand.

De feiten

[opposante] heeft haar auto, een BMW X5, voor reparatie van schade in mei 2022 afgegeven bij [geopposeerde] . Partijen zijn overeengekomen dat [geopposeerde] de (zogenoemde ‘voorschade’) zou herstellen en dat hij nieuwe parkeer-sensoren zou bestellen en plaatsen.
[geopposeerde] heeft de auto op enig moment teruggegeven aan (een vriend van) [opposante] waarbij hij de factuur met datum 20 mei 2022 heeft meegegeven. Op dat moment waren de sensoren nog niet geïnstalleerd.
De factuur van € 3.327,50 incl. btw is geheel onbetaald gebleven.

Het geschil

4. [opposante] vordert [naar de kantonrechter aanneemt: vernietiging van de uitspraak van 19 september 2023 en] dat de auto alsnog volledig wordt hersteld dan wel dat [geopposeerde] de factuur aanpast. Bij latere brief van 19 april 2024 heeft zij gesteld dat de auto inmiddels is verkocht en vordert zij vergoeding van schade bestaand uit 'bankschade' vanwege onder haar gelegd beslag, schade vanwege een incomplete auto, immateriële schade vanwege de stress en alle overige kosten zoals proceskosten. Zij vindt dat zij ‘rauwelijks’ is gedagvaard nu zij nimmer de betalingsherinneringen en sommaties heeft ontvangen. Na ontvangst van de dagvaarding heeft zij contact opgenomen met Juristu en gezegd is dat de dagvaarding zou niet worden doorgezet.
5. [geopposeerde] vordert betaling van de volledige factuur nu het aan [opposante] te wijten is dat de desbetreffende sensoren niet alsnog zijn geïnstalleerd; zij heeft niet (meer) gereageerd op verzoeken van [geopposeerde] om de auto langs te brengen. De schadevergoedingsvordering van [opposante] is niet onderbouwd en deze vordering had bij dagvaarding moeten worden ingesteld. [geopposeerde] vordert ook dat [opposante] in de proceskosten wordt veroordeeld.

De beoordeling

6. Ter zitting heeft (de gemachtigde van) [opposante] gesteld dat zij na ontvangst van de factuur in mei 2022 nog niet hoefde te betalen, nu [geopposeerde] de sensoren nog niet kon installeren omdat die wel besteld maar nog niet geleverd waren. Nadien heeft zij niets meer van [geopposeerde] vernomen. Ook de herinneringen van [geopposeerde] en de sommatie van zijn gemachtigde heeft zij niet ontvangen. Zij is wel bereid om de kosten van reparatie van de ‘voorschade’ te betalen maar dan zonder de kosten voor de parkeersensoren en het plaatsen ervan.
7. Omdat [geopposeerde] niet ter zitting is verschenen en hij de stellingen van [opposante] op deze zitting dus niet heeft betwist, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de stellingen van [opposante] . Dat betekent dat de kantonrechter er vanuit gaat dat [opposante] vooralsnog niet hoefde te betalen en dat [geopposeerde] nimmer meer heeft verzocht om betaling, althans dat deze verzoeken [opposante] niet hebben bereikt.
8. Nu de juistheid van de factuur van [geopposeerde] dus deels niet wordt betwist, zal zijn vordering voor het niet-betwiste deel worden toegewezen.
9. De kantonrechter begroot de kosten van parkeersensoren op € 60,00 incl. btw en de kosten van installeren (arbeidsuren) van de sensoren op € 100,00 incl. btw. Om die reden zal € 3.327,50 minus € 160,00 zijnde € 3.167,50 worden toegewezen.
10. Omdat [opposante] heeft gesteld dat zij nooit aanmaningen tot betalingen of verzoeken van [geopposeerde] heeft ontvangen om de parkeersensoren te plaatsen en [geopposeerde] geen bewijs heeft geleverd dat deze aanmaningen en/of verzoeken [opposante] wel hebben bereikt, worden de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
11. [opposante] stelt voorts dat zij schade heeft geleden door toedoen van [geopposeerde] . [geopposeerde] stelt terecht dat deze schade op geen enkele wijze is onderbouwd maar bovenal dat een vordering ter zake van schade middels dagvaarding moet worden aangebracht. Dat is niet gebeurd. Om die reden zal de kantonrechter deze vordering afwijzen.
12. Gelet op voorgaande kan het verstekvonnis niet in stand blijven en zal dit worden vernietigd.
13. Nu beide partijen deels in het ongelijk worden gesteld, zal de kantonrechter de proceskosten compenseren, in die zin dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt.
14. Beslist wordt dus als volgt.

De beslissing

De kantonrechter:
- vernietigt het vonnis van 19 september 2023 met zaaknummer 10584767 CV EXPL 23-9362 en opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [opposante] tot betaling van een bedrag van € 3.167,50 aan [geopposeerde] vermeerderd met de wettelijke handelsrente hierover vanaf 7 september 2022 tot de voldoening;
- compenseert de proceskosten in deze zaak in die zin dat beide partijen de eigen proceskosten dragen;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2024.
47653