Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
- de partijen bij een transactie staan in een vertrouwelijke verhouding tot elkaar,
- waarbij één van de partijen in machtigere/superieure verhouding staat ten opzichte van de andere, zwakkere partij,
- de machtige partij een voordeel behaalt ten opzichte van de zwakkere partij,
- de zwakkere partij geen onafhankelijk juridisch advies heeft ingewonnen, en
- de machtige partij heeft de plicht om de zwakkere partij te adviseren om onafhankelijk juridisch advies in te schakelen.
handelsrente verschuldigd is. De geldlening is verstrekt door [eiser] als natuurlijk persoon en daardoor is geen sprake van een handelsovereenkomst. [eiser] heeft daartegen aangevoerd dat het verstrekken van een geldlening kan worden aangemerkt als een dienst en heeft daarbij een beroep gedaan op de uitspraak HvJ EG 17 maart 1998, zaak C-45/96, ECLI:EU:C:1998:111 (Bayerische Hypotheken/Dietzinger).