In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen met een besluit van 5 april 2023, en het college bleef bij deze afwijzing in een bestreden besluit van 9 augustus 2023. Eiseres, die sinds 2012 in Nederland woont en vier kinderen heeft, heeft een geschiedenis van huiselijk geweld en kampt met huisvestingsproblemen. Ze verblijft momenteel met haar kinderen in een hotel, wat leidt tot stress en schoolverzuim bij de kinderen.
De rechtbank heeft het beroep op 21 maart 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar het college zich afmeldde. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, waaronder de vraag of het college de aanvraag op de juiste wijze heeft beoordeeld en of de belangen van de kinderen voldoende zijn meegewogen. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de zelfredzaamheid van eiseres correct is beoordeeld en de belangen van de kinderen in de beslissing zijn meegenomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt.