Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Chomutov, Tsjechië, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Regional Court in Pragueis afgewezen bij de uitspraak van 12 september 2019. Op de vraag van het IRC bij welke beslissing als laatste de zaak ten gronde is behandeld, heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit laten weten dat dit de uitspraak van 12 september 2019 is. Bij beslissing van de
District Court in Chomutovvan 2 juni 2020 is de opgeëiste persoon vervolgens voorwaardelijk vrijgelaten. Tijdens deze voorwaardelijke vrijlating heeft de opgeëiste persoon opnieuw een strafbaar feit gepleegd, waarvoor hij is veroordeeld door de
District Court in Pribrambij vonnis van 27 mei 2021.
judgment of the Regional Court of Praguevan 12 september 2019 als de
judgment of the District Court of Pribramvan 27 mei 2021, geldt dat de opgeëiste persoon niet aanwezig was op de zitting, maar dat artikel 12, sub c, OLW van toepassing is. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW doet zich dan ook niet voor.
the District Court of Pribramvan 27 mei 2021 (15 T 48/2021-84) veroordeeld voor een nieuw strafbaar feit, gepleegd tijdens de proeftijd.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank in
Chomutov(Tsjechië) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.