ECLI:NL:RBAMS:2024:4388

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
C/13/734794 / HA ZA 23-538
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van het besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap van een studentenvereniging wegens gebrek aan zorgvuldigheid en feitelijke basis voor beschuldigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, lid van de studentenvereniging Liber, en de vereniging zelf. De eiser was ontzet uit zijn lidmaatschap op basis van beschuldigingen van ongewenst gedrag, waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag. De rechtbank oordeelde dat het besluit tot ontzetting niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand was gekomen. De rechtbank stelde vast dat de aan de eiser verweten gedragingen voor een belangrijk deel een concrete feitelijke basis misten. De overige redenen die aan het besluit ten grondslag lagen, waren niet voldoende om een ontzetting te rechtvaardigen. De rechtbank vernietigde het besluit van de algemene vergadering van 16 maart 2022 en verklaarde dat de aantijgingen van fysiek grensoverschrijdend gedrag door de eiser een onrechtmatige daad opleverden. De eiser had ook vorderingen tot rectificatie ingediend, die door de rechtbank werden toegewezen, met de verplichting voor Liber om een rectificatiebericht te plaatsen en te communiceren naar haar leden en zusterverenigingen. De proceskosten werden toegewezen aan de eiser, die grotendeels in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/734794 / HA ZA 23-538
Vonnis van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. S. IJntema,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
STUDENTENVERENIGING LIBER,
met zetel te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Liber,
advocaat: mr. M.J. Drijftholt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 23 januari 2023 met producties 1 tot en met 28;
 de conclusie van antwoord met productie 1;
 het tussenvonnis van 20 september 2023;
 de producties 29 tot en met 39 van [eiser] ;
 het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is sinds 2015 lid van Liber, een studentenvereniging. Binnen Liber wordt [eiser] ‘ [naam 1] ’ genoemd.
2.2.
De statuten van Liber (hierna: de Statuten) bepalen, voor zover relevant:
Artikel 5
1. Het lidmaatschap eindigt:
(…)
c) door schriftelijke opzegging door het bestuur namens de vereniging;
deze kan te allen tijde en zonder inachtneming van een opzeggistermijn geschieden wanneer een lid niet of niet naar behoren voldoet aan zijn/haar verplichtingen ten opzichte van de vereniging alsook wanneer anderszins redelijkerwijze van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d) door ontzetting;
deze kan alleen door het bestuur worden uitgesproken, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
(…)
3. Degene, ten aanzien van wie een besluit tot ontzetting of opzegging namens de vereniging is genomen, wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld.
Hem/haar staat binnen vier weken na ontvangst van de kennisgeving beroep op de algemene vergadering open. (…)
4. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is de betrokkene geschorst (…).”
2.3.
Op 27 oktober 2021 om 15:03 uur stuurt de toenmalige voorzitter van het bestuur van Liber, binnen Liber bekend onder de naam ‘ [naam 2] ’ (hierna: [naam 2] ), een e-mail aan [eiser] waarin onder andere staat:

Tijdens en na afloop van afgelopen intro periode heeft het bestuur kennis genomen van een aantal gebeurtenissen waaraan nieuwe leden onaangename en onveilige gevoelens hebben overgehouden. (…) Hoewel wij niet in detail kunnen treden over de specifieke momenten in verband met de betreffende personen, gaat het om de volgende onwenselijke manieren van doen:
  • Ongewenste aanrakingen en fysiek contact.
  • Overmatige aanhankelijkheid waardoor leden het gevoel krijgen niet meer weg te kunnen uit een gesprek en zich gevangen voelen in de situatie.
  • Opdringerig gesprekken voeren met leden zonder het besef dat leden het gesprek over bepaalde onderwerpen helemaal niet willen voeren, of niet op dat moment willen voeren.
  • Ongepast gedrag naar de leden toe zoals het overmatig aandringen tot toenadering.
(…) Daarom het volgende:

Het bestuur acht jouw gedragingen van afgelopen periode als kwalijk en hier staat 1 officiële waarschuwing als sanctie op. (…)”
2.4.
Op 27 oktober 2021 om 15:06 uur stuurt [naam 2] een e-mail aan [eiser] waarin onder andere staat:
“Op 13 oktober jl. ontving het bestuur een invordering van Incassocenter wegens een vermeende ingebrekestelling vanuit de vereniging naar jou. (…)
Het signaal dat je hiermee afgeeft aan het bestuur én de vereniging is dat je uit bent op het doen van schade. (…) We zien dit als een onredelijke benadeling van de vereniging. (…) legt het bestuur jou de volgende sancties op:(…)
  • Het bestuur noteert 1 officiële waarschuwing.
  • Het bestuur schorst jou t/m [datum] . (…)”
2.4.
Op 24 november 2021 schrijft [eiser] in een e-mail aan het bestuur onder andere:
“eigenlijk ben ik behoorlijk verbaasd moet ik zeggen, dit is het eerste wat ik hier over hoor namelijk. Het brengt me nog steeds aardig van slag dat er over mij een klacht is ingediend.
Het roept ook vragen bij me op. De belangrijkste:
  • Wat zijn de feiten waarop jullie dit baseren?
  • (...)
  • Ik kan het verdere verloop nu niet goed inschatten, daarom reserveer ik hierbij in ieder geval alvast de mogelijkheid om tegen de beslissingen in beroep te gaan bij de ALV.”
2.5.
Op 2 december 2021 schrijft het bestuur in een e-mail aan [eiser] onder andere:
“Zoals aangegeven in de mail over jouw gedrag tijdens de intro periode gaan wij niet verder in op specifieke gebeurtenissen uit respect voor en bescherming van de betrokken personen. (...)Jouw reservering op de komende ALV wijs ik af op grond van de verstreken termijn voor beroep. Mocht je dit willen nalezen verwijs ik je ook naar de statuten.”
2.6.
Op 12 januari 2022 vindt, digitaal, een algemene vergadering plaats. Tijdens deze algemene vergadering leest [eiser] , nadat [naam 2] hem had laten weten dat dit niet mocht omdat het niet op de agenda stond, een petitiebrief voor waarin onder andere zijn schorsing en de aan hem opgelegde waarschuwingen aan de orde worden gesteld. In de petitie staat ook dat [eiser] op zijn vragen geen enkel inhoudelijk antwoord heeft gekregen. Daarnaast leest [eiser] een Whatsappgesprek voor dat hij heeft gevoerd met iemand die binnen Liber bekend staat als ‘ [naam 3] ’ en die op dat moment lid was van het bestuur en vertrouwenspersoon (hierna: [naam 3] ).
2.7.
Op 14 januari 2022 stuurt [eiser] namens zichzelf en elf andere leden aan het bestuur per e-mail de petitiebrief die [eiser] op de algemene vergadering van 12 januari 2022 had voorgelezen.
2.8.
Op 13 januari 2022 mailt [naam 2] [eiser] dat hij graag met hem in gesprek zou gaan. Op 17 januari 2022 stuurt [naam 3] namens het bestuur aan [eiser] een e-mail waarin onder andere staat:
“Wij eisen dat er binnen een week (je hebt hier tot en met zondag 23 januari voor) een consensus wordt bereikt over een datum in de eerste week van februari waarin wij met jou een gesprek gaan voeren.”
2.9.
Op 23 januari 2022 om 14:07 uur stuurt [naam 2] een e-mail aan [eiser] met als onderwerp:
“Beëindiging lidmaatschap” (hierna: het bestuursbesluit). Daarin staat onder andere:
“Je bent een aantal keer aangesproken op door jou veroorzaakte incidenten en op jouw voor verschillende leden van de vereniging ongewenste gedrag. Jouw gedrag waarmee jij leden van de vereniging lastigvalt en beschadigt, verhindert het ongestoord realiseren van wezenlijke doelstellingen van de vereniging zoals bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de statuten. (…)
Concreet gaat het over herhaaldelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag, het bewust ontwrichten van een ALV, het delen van persoonlijke berichten zonder toestemming tijdens de vergadering, het geven van persoonsgegevens aan een partij buiten de vereniging zonder toestemming van de desbetreffende personen en het misleiden van (nieuwe) leden om jouw verzoek te steunen een algemene vergadering te beleggen met quasi algemene punten terwijl zij zich, zoals zij schriftelijk verklaarden, niet bewust waren van jouw werkelijke bedoelingen. (…)
Gelet op het bovenstaande, in navolging van het advies van de Liberraad en namens de vereniging, zegt het bestuur jouw lidmaatschap op, resp. eindigt jouw lidmaatschap door ontzetting als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c en d, e.e.a. met inachtneming van artikel 5 leden 3 en 4.”
2.10.
[eiser] heeft beroep ingesteld tegen het bestuursbesluit. Het bestuur heeft het beroep van [eiser] geagendeerd voor de algemene vergadering van 16 maart 2022 (hierna: de ALV). In de uitnodiging staat, voor zover relevant:
“Zondag 23 januari hebben wij, het bestuur, het lidmaatschap van [eiser] beëindigd zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c en d van de statuten. (…) [naam 1] heeft aangegeven gebruik te willen maken van het recht om hiertegen in beroep te gaan, wat tevens ook de aanleiding is voor het bijeenroepen van de ALV. (…) De ALV zal op woensdag 16 maart 19:30 uur aanvangen. Inloop vanaf 19:00.”
2.11.
Van de ALV zijn notulen opgemaakt. De toenmalig vicevoorzitter van het bestuur heeft de aanleidingen voor de beëindiging van het lidmaatschap tijdens de ALV toegelicht.
2.12.
[eiser] arriveerde op de ALV nadat de stemming had plaatsgevonden. De algemene vergadering heeft op de ALV met een meerderheid van stemmen vóór de beëindiging van het lidmaatschap van [eiser] gestemd (hierna: het ALV-besluit).
2.13.
ZEUS is een overkoepelende vereniging waarbij Liber en zusterverenigingen van Liber zijn aangesloten. In de notulen van ZEUS van een vergadering van 20 mei 2022 staat onder andere:
“Liber: lid geroyeerd bij Liber, maar was dubbellid bij de Bolk (nog steeds Bolklid). Geeft soms complicaties, denk aan zusjesactiviteiten. Hoe willen we hiermee omgaan?
[naam 4] : Waarom geroyeerd?
Liber: een vijftal redenen, voornamelijk langer termijn gedrag naar jonge dames in de vereniging.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – dat de rechtbank bij een voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
het bestuursbesluit vernietigt;
het ALV-besluit vernietigt;
voor recht verklaart dat de aantijgingen aan het adres van [eiser] zoals die blijken uit het bestuursbesluit of het ALV-besluit, althans de aantijging van seksueel grensoverschrijdend gedrag door [eiser] , een onrechtmatige daad oplevert;
Liber gelast een rectificatie te verzenden aan haar (voormalige) leden, functionarissen, zusterverenigingen, de overkoepelende vereniging ZEUS en de onderwijsinstellingen, op straffe van een dwangsom, op basis van de tekst: “Hierbij berichten wij jullie dat eerdere uitlatingen van ons over gedragingen van [eiser] , op grond waarvan wij hem hebben geroyeerd, en met name uitlatingen over vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag van hem, niet door ons zijn bewezen of aangetoond en dat wij dus met die uitlatingen onrechtmatig jegens hem hebben behandeld. Wij trekken onze beschuldigingen hierbij in.”;
Liber gelast geen mededelingen te doen waarmee de aantijgingen die onderdeel uitmaken van de besluiten opnieuw worden geuit, op straffe van een dwangsom;
Liber te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen tot vernietiging van het bestuursbesluit en het ALV-besluit ten grondslag dat deze besluiten in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:15 lid 1 onder b BW). Er heeft geen hoor en wederhoor plaatsgevonden er heeft geen enkel onafhankelijk onderzoek plaatsgevonden naar de aan hem ten onrechte verweten aantijgingen. Daarnaast zijn de beschuldigingen deels onterecht en kunnen deze voor het overige niet een ontzetting dragen. Aan zijn vordering tot vernietiging van het ALV-besluit legt [eiser] tevens ten grondslag dat de uitnodiging voor de ALV gebrekkig is omdat de uitnodiging niet de plaats van de vergadering meldt, terwijl dit volgens de Statuten wel moet (artikel 2:15 lid 1 onder a BW). Aan de vorderingen genoemd onder c, d en e van het petitum legt [eiser] ten grondslag dat de beschuldigingen aan zijn adres, zeker die ten aanzien van seksueel grensoverschrijdend gedrag, in strijd zijn met de waarheid, zodat Liber het misdrijf pleegt van smaad(schrift), althans eenvoudige belediging, en dat sprake is van een onrechtmatige daad.
3.3.
Liber voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] vordert allereerst vernietiging van zowel het bestuursbesluit, als het ALV-besluit.
[eiser] niet-ontvankelijk in zijn vordering tot vernietiging van het bestuursbesluit
4.2.
Op grond van artikel 5 lid 3 van de Statuten kan degene ten aanzien van wie een besluit tot ontzetting of opzegging namens de vereniging is genomen daartegen beroep instellen bij de algemene vergadering. Artikel 5 lid 4 van de Statuten bepaalt dat de betrokkene gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is geschorst. Daaruit volgt dat een bestuursbesluit inhoudende een opzegging of ontzetting pas daadwerkelijk de opzegging of ontzetting tot gevolg heeft als de beroepstermijn is verstreken zonder dat de betrokkene beroep heeft ingesteld bij de algemene vergadering. Als de betrokkene wel tijdig beroep instelt en de algemene vergadering vervolgens op het beroep beslist, treedt het besluit van de algemene vergadering dus feitelijk in de plaats van het bestuursbesluit.
4.3.
Het voorgaande brengt mee dat [eiser] niet -ontvankelijk is in zijn vordering tot vernietiging van het bestuursbesluit. Daarom zal de rechtbank in deze zaak alleen het ALV-besluit toetsen.
De inhoud van het ALV-besluit en het toetsingskader voor vernietiging
4.4.
In het bestuursbesluit en de uitnodiging voor de ALV staan de bepalingen genoemd uit de Statuten die zien op zowel de opzegging als op ontzetting. In de notulen van de ALV wordt steeds de term “beëindiging” of “royement” gebruikt. De rechtbank begrijpt uit het debat van partijen dat het ALV-besluit bedoeld is als een besluit tot ontzetting en ook als zodanig is opgevat door [eiser] . Dat neemt de rechtbank dan ook als uitgangspunt bij de beoordeling.
4.5.
Op grond van artikel 2:15 lid 1 onder b BW kan een besluit van een orgaan van een rechtspersoon worden vernietigd wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist. Vooropstaat dat de rechterlijke toetsing van besluiten van een orgaan van een rechtspersoon aan de redelijkheid en billijkheid een marginaal karakter heeft, omdat de algemene vergadering beleidsvrijheid toekomt. De toetsing door de rechter komt neer op de vraag of de algemene vergadering in redelijkheid tot het ontzettingsbesluit heeft kunnen komen. Daarbij komt het aan op een beoordeling of Liber alle bij het besluit in aanmerking komende belangen naar redelijkheid en billijkheid heeft afgewogen en daarbij de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. [1]
4.6.
Ontzetting uit het lidmaatschap kent – anders dan opzegging - een bestraffend karakter en kan volgens artikel 2:35 lid 3 BW en artikel 5 lid 1 onder d van de Statuten alleen plaatsvinden wanneer een lid in strijd handelt met de Statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of wanneer een lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
4.7.
Uit de notulen van de ALV blijkt dat aan het ontzettingsbesluit – kort samengevat - de volgende vijf redenen ten grondslag zijn gelegd:
dat sprake is van een ongewenst gedragspatroon waardoor leden achterblijven met ongemakkelijke, onwelkome en onveilige gevoelens. Volgens Liber heeft [eiser] de grenzen die vaak vrouwelijke leden stelden niet erkend of gerespecteerd en weet [eiser] niet van ophouden. Daarbij gaat het volgens Liber om “zowel het excessief aandringen tot fysiek contact, communicatie of ontmoetingen, als de ongemakkelijke, intieme en persoonlijke onderwerpen die worden aangehaald, zonder ook maar na te denken of de ander hier ok mee is”. Leden hebben geuit dat ze zich gevangen voelen in een gesprek;
dat [eiser] de algemene vergadering van 12 januari 2022 heeft verstoord;
dat [eiser] op de algemene vergadering van 12 januari 2022 zonder toestemming te vragen privéberichten heeft voorgelezen;
dat [eiser] een petitie heeft laten ondertekenen terwijl sommige van de ondertekenaars niet (volledig) op de hoogte waren van de petitie of de petitie niet volledig steunden;
dat [eiser] een incassobureau heeft ingeschakelde om declaraties betaald te krijgen en persoonsgegevens van bestuursleden heeft gedeeld met het incassobureau.
ALV-besluit is vernietigbaar
4.8.
Naar het oordeel van de rechtbank is het ALV-besluit vernietigbaar omdat het niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand is gekomen, het aan [eiser] verweten ongewenste gedragspatroon voor een belangrijk deel concrete feitelijke basis mist en de overige redenen het besluit tot ontzetting niet rechtvaardigen. Daarbij is het volgende van belang.
4.9.
Het gedragspatroon dat Liber [eiser] verwijt, komt voor een deel neer op fysiek grensoverschrijdend gedrag. Dergelijke beschuldigingen zijn ernstig en raken aan de persoonlijke integriteit van [eiser] . Het had op de weg van Liber gelegen om aan [eiser] te laten weten op welke concrete incidenten zij deze beschuldigingen baseert. Liber heeft dit echter nagelaten. Dit terwijl Liber [eiser] al maanden voor de ALV van ernstige gedragingen had beschuldigd en [eiser] sindsdien meerdere malen om duidelijkheid heeft gevraagd. In de e-mail van 21 oktober 2021 15:03 uur schrijft Liber dat [eiser] zich schuldig zou hebben gemaakt aan ongewenste aanrakingen en fysiek contact. [eiser] heeft op 24 november 2021 aan het bestuur laten weten verbaasd en van slag te zijn en om opheldering gevraagd over de feiten. Daarop antwoordt Liber dat zij niet ingaat op specifieke gebeurtenissen. Vervolgens heeft [eiser] op de algemene vergadering van 12 januari 2022 een petitie voorgelezen waarin onder andere staat dat hij geen inhoudelijk antwoord krijgt op zijn vragen. [eiser] heeft deze petitie op 14 januari 2022 aan Liber gemaild. Liber beantwoordt vervolgens de vragen van [eiser] nog steeds niet en neemt vóór afloop van de termijn van beraad voor een persoonlijk gesprek het bestuursbesluit, waarin zij de verwijten aan [eiser] omschrijft als herhaaldelijk “seksueel grensoverschrijdend gedrag”. Liber geeft in het bestuursbesluit geen handen en voeten aan deze – nog ernstigere – beschuldiging. Op de ALV heeft Liber bij de toelichting op de redenen voor de ontzetting de term “seksueel” niet meer gebruikt, maar wel bewoordingen gebruikt die duiden op fysiek grensoverschrijdend gedrag. Daarbij heeft Liber niet concreet gemaakt aan welke fysiek grensoverschrijdende gedragingen [eiser] zich schuldig zou hebben gemaakt. Op de vraag van een lid of het gedrag van [eiser] in het bestuursbesluit was omschreven als seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft Liber bevestigend geantwoord.
4.10.
Liber heeft tegen de stelling van [eiser] dat er geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden ingebracht dat zij voorafgaand aan het bestuursbesluit heeft geprobeerd hoor en wederhoor toe te passen door met [eiser] in gesprek te gaan, maar dat [eiser] dat heeft geweigerd. Verder voert Liber aan dat [eiser] de gelegenheid heeft gekregen om op de ALV zijn zienswijze te geven. Daarmee zou volgens Liber een eventueel gebrek in hoor en wederhoor zijn hersteld, maar [eiser] heeft daar geen gebruik van gemaakt omdat hij te laat op de ALV verscheen. Het betoog van Liber komt erop neer dat er deugdelijke hoor en wederhoor zou hebben plaatsgevonden als [eiser] met het bestuur in gesprek was gegaan voorafgaand aan de ALV of als [eiser] op tijd bij de ALV was verschenen. Daarmee gaat Liber er echter aan voorbij dat hoor en wederhoor niet alleen inhoudt dat Liber en [eiser] (al dan niet op de ALV) in gesprek gaan, maar dat Liber [eiser] ook had moeten informeren van welke concrete feiten zij [eiser] beschuldigde. Alleen dan kon [eiser] zich immers deugdelijk verweren tegen de beschuldigingen. Aangezien Liber deze duidelijkheid niet heeft verschaft, is van deugdelijke hoor en wederhoor geen sprake geweest. Liber heeft daarmee niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen bij de totstandkoming van het ALV-besluit.
4.11.
Inmiddels staat tussen partijen niet meer ter discussie dat er geen sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Volgens Liber is seksueel grensoverschrijdend gedrag ook niet aan het ALV-besluit ten grondslag gelegd, maar ging het om een ongewenst gedragspatroon waarbij [eiser] de grenzen van vaak vrouwelijke leden niet zou hebben erkend of gerespecteerd en excessief zou hebben aangedrongen op fysiek contact. Naar het oordeel van de rechtbank mist echter ook deze grond voor de ontzetting feitelijke basis. Liber heeft namelijk tot op heden niet concreet kunnen maken welke gedragingen van [eiser] hebben geleid tot de conclusie dat [eiser] zich schuldig zou hebben gemaakt aan dergelijk ongewenst fysiek gedrag. Desgevraagd heeft Liber ter zitting verklaard geen concrete voorbeelden van dergelijk gedrag te kunnen noemen.
4.12.
De overige redenen die Liber aan het ALV-besluit ten grondslag heeft gelegd zijn niet ernstig genoeg om het besluit tot ontzetting te rechtvaardigen. Het omschreven gedragspatroon – de beschuldigingen van ongewenst fysiek gedrag buiten beschouwing latend – komt er grotendeels op neer dat [eiser] gesprekken voert met mensen die daar niet op zitten te wachten en niet weet wanneer hij moet stoppen. Aan Liber kan worden toegegeven dat dit gedrag sociaal onwenselijk kan zijn. Het gedrag is echter niet dusdanig ernstig dat het een ontzetting rechtvaardigt. De gedragingen van [eiser] op de (digitaal gehouden) algemene vergadering van 12 januari 2022 kunnen voorts niet los worden gezien van de omstandigheid dat Liber zeer zware beschuldigingen had geuit aan het adres van [eiser] , maar niet aan [eiser] had laten weten op welke concrete incidenten zij deze beschuldigingen baseerde. Liber verwijt [eiser] dat hij, nadat [naam 2] tegen hem had gezegd dat hij de petitiebrief niet mocht voorlezen en hem meerdere keren had gedempt, alsnog de petitiebrief heeft voorgelezen. Dit is op zichzelf juist, maar onder de gegeven omstandigheden deels voorstelbaar. [eiser] stelde in de petitiebrief namelijk de gang van zaken rondom de waarschuwingen en schorsing aan zijn adres van oktober 2021 aan de orde. Wellicht was een petitie niet het meest passende middel om deze zaken aan de orde te stellen, maar dát [eiser] deze zaken aan de orde wilde stellen, is voorstelbaar omdat Liber weigerde aan hem duidelijkheid te verschaffen. Liber verwijt [eiser] voorts dat hij zonder toestemming privéberichten voorlas op de algemene vergadering van 12 januari 2022. Dit ging om Whatsappberichten van [naam 3] . Deze Whatsappberichten waren echter niet van persoonlijke aard, maar hadden betrekking op de rol van [naam 3] (als bestuurslid of vertrouwenspersoon) en de bedoeling van haar uitnodiging aan [eiser] voor een gesprek. Verder verwijt Liber [eiser] dat hij een petitie heeft laten ondertekenen terwijl sommige ondertekenaars niet (volledig) op de hoogte waren van de petitie of de petitie niet volledig steunden. Volgens [eiser] hebben sommige leden zich na de chaotisch verlopen algemene vergadering van 12 januari 2022, na kennelijke druk van het bestuur, misschien bedacht. Liber betwist dat zij druk heeft uitgeoefend maar acht het mogelijk dat leden zich na de chaotisch verlopen algemene vergadering van 12 januari 2022 bedacht kunnen hebben. Van bewuste misleiding van leden door [eiser] is dus niet gebleken. Tot slot verwijt Liber [eiser] dat hij een incassobureau heeft ingeschakeld om declaraties betaald te krijgen en persoonsgegevens van bestuursleden heeft gedeeld met het incassobureau. Het inschakelen van een incassobureau kan geen reden voor ontzetting zijn. Dat zou een lid namelijk ernstig beperken in zijn mogelijkheden om een vordering op een vereniging te incasseren. [eiser] heeft ter zitting verklaard dat hij slechts het telefoonnummer dat op de website staat en een e-mailadres van de penningmeester heeft doorgegeven aan het incassobureau, omdat er geen publiekelijk bekende contactgegevens van Liber beschikbaar waren. Liber heeft dit niet betwist. Niet valt in te zien waarom [eiser] verweten zou moeten worden dat hij de door hem genoemde gegevens heeft gedeeld met een incassobureau.
4.13.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het ALV-besluit vernietigen, omdat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Het argument van [eiser] dat het ALV-besluit vernietigd moet worden omdat de uitnodiging voor de ALV niet de plaats van de vergadering meldt, behoeft dan ook geen bespreking meer.
Rectificatie
4.14.
Daarnaast vordert [eiser] rectificatie. Daarvoor moet worden beoordeeld of Liber op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is omdat zij op onrechtmatige wijze onjuiste en/of door onvolledigheid misleidende informatie van feitelijke aard heeft verstrekt (artikel 6:162 BW jo. artikel 6:167 BW) zowel binnen als buiten Liber. Daarbij moeten alle van belang zijnde omstandigheden in aanmerking worden genomen.
4.15.
Uit de dagvaarding en de toelichting ter zitting van [eiser] blijkt dat het [eiser] het meest steekt dat Liber hem heeft beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag. [eiser] wijst erop dat dit in het bestuursbesluit is genoemd, dat hierover gesproken is op de ALV en dat Liber ook dergelijke uitingen heeft gedaan aan zusterverenigingen. Liber voert hiertegen aan dat het woord “seksueel” uitsluitend is genoemd in het bestuursbesluit en dat dit alleen aan [eiser] is gestuurd, dat seksueel grensoverschrijdend gedrag niet aan de ALV is voorgelegd als grond voor de ontzetting, dat zij op de ALV slechts bevestigend heeft geantwoord op de vraag van een lid of het gedrag van [eiser] in het bestuursbesluit was omschreven als seksueel grensoverschrijdend gedrag en dat Liber daarover geen uitlatingen heeft gedaan bij zusterverenigingen.
4.16.
Gelet op de beschrijving die Liber op de ALV heeft gegeven van het ongewenste gedragspatroon kan dat bezwaarlijk anders worden opgevat dan dat [eiser] mede is ontzet omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan fysiek grensoverschrijdend gedrag. Zoals Liber ook zelf onderkent in haar conclusie van antwoord, kunnen de leden van Liber het door Liber omschreven gedrag als seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben opgevat. Liber heeft voorts bevestigd dat het gedrag van [eiser] in het bestuursbesluit was omschreven als seksueel grensoverschrijdend gedrag en daarbij ook niet verduidelijkt dat daarvan feitelijk geen sprake was en dat dit dus ook niet als grond voor de ontzetting aan de ALV werd voorgelegd. Dit kan mogelijk de gedachte bij leden hebben gevoed dat [eiser] zich schuldig had gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag. Verder heeft Liber op een vergadering van de vereniging ZEUS van 20 mei 2022 te kennen gegeven dat een lid van Liber is geroyeerd om “voornamelijk langer termijn gedrag naar jonge dames in de vereniging”. Deze uitlating kan bij leden van ZEUS de gedachte hebben gevoed dat [eiser] zich schuldig heeft gemaakt aan (al dan niet seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
4.17.
De hiervoor genoemde uitlatingen van Liber moeten zonder twijfel als beschadigend voor [eiser] worden aangemerkt en missen, zoals hiervoor al is overwogen, een concrete feitelijke basis. Dat brengt mee dat Liber tegenover [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld. [eiser] heeft een voldoende gerechtvaardigd belang dat Liber die uitlatingen rectificeert in de vorm van een mededeling aan de leden van Liber, de oud-leden van Liber die lid waren ten tijde van het ALV-besluit en aan de leden van ZEUS. De rechtbank ziet geen grond voor een rectificatie aan andere verenigingen of aan onderwijsinstellingen, aangezien niet is gebleken dat Liber buiten haar eigen vereniging en ZEUS voor [eiser] schadelijke uitlatingen heeft gedaan. De rechtbank zal de tekst van het rectificatiebericht bepalen. Daarbij is rekening gehouden met wat in het kader van deze procedure is komen vast te staan en de over en weer aan de orde zijnde belangen.
4.18.
Liber wordt geboden om, op verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat Liber daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het hieronder opgenomen bericht op haar website te plaatsen gedurende drie maanden, aan vereniging ZEUS te berichten en te e-mailen naar al haar huidige leden, alsmede aan alle oud-leden die lid waren op 16 maart 2022.
Verklaring voor recht
4.19.
Hiervoor is al overwogen dat Liber tegenover [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld. De verklaring voor recht is daarom toewijsbaar, met dien verstande dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat de aantijging van Liber van fysiek grensoverschrijdend gedrag door [eiser] een onrechtmatige daad oplevert jegens [eiser] .
Geen verbod op uitlatingen
4.20.
Er is op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat Liber zich nog eens onrechtmatig over [eiser] zal uitlaten, zodat een verbod voor de toekomst niet nodig is. Die vordering wordt daarom afgewezen. De gevorderde dwangsom deelt hetzelfde lot.
Proceskosten
4.21.
Liber is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Liber niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht
86,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2,00 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.492,00
4.22.
De gevorderde wettelijke rente over de nakosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vordering tot vernietiging van het bestuursbesluit van 23 januari 2022,
5.2.
vernietigt het besluit van de algemene vergadering van 16 maart 2022 tot ontzetting van [eiser] uit zijn lidmaatschap,
5.3.
gebiedt Liber, op verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat Liber daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000, om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis het volgende bericht op haar website te plaatsen gedurende drie maanden, aan vereniging ZEUS te berichten en te e-mailen naar al haar huidige leden, alsmede aan alle oud-leden die lid waren op 16 maart 2022:

De algemene vergadering van Studentenvereniging Liber heeft op 16 maart 2022 het besluit genomen om [eiser] , binnen Liber bekend als ‘ [naam 1] ’, uit zijn lidmaatschap te ontzetten. De rechtbank Amsterdam heeft in een vonnis van 26 juni 2024 dit besluit vernietigd omdat:
i) Liber geen deugdelijke hoor en wederhoor heeft toegepast,
ii) het aan [eiser] verweten patroon van ongewenst gedrag, voor zover dat ziet op fysiek grensoverschrijdend gedrag, een concrete feitelijke basis mist,
iii) andere redenen die aan het besluit ten grondslag liggen een ontzetting ook niet kunnen rechtvaardigen.”
5.4.
verklaart voor recht dat de aantijging van Liber van fysiek grensoverschrijdend gedrag door [eiser] een onrechtmatige daad oplevert jegens [eiser] ,
5.5.
veroordeelt Liber in de proceskosten van € 1.492,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 als Liber niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt Liber tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.7.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Rodriguez Galvis en in het openbaar uitgesproken door mr. N. Versteeg op 26 juni 2024.

Voetnoten

1.HR 2 december 1983, ECLI:NL:PHR:AG4702; HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9145.