Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een eindbeschikking gedaan in de zaak van ABH UKRAINE LTD, een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Nicosia, Cyprus, die verzocht om de benoeming van een bestuurder in de stichting STICHTING [belanghebbende]. Deze zaak is bijzonder vanwege de betrokkenheid van partijen die op de sanctielijst staan in verband met de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De rechtbank heeft in een eerdere tussenbeschikking van 2 mei 2024 ABH verzocht om informatie in te winnen bij het Ministerie van Financiën over de sanctiestatus van ABH Holdings S.A. (ABHH), gevestigd in Luxemburg. Het ministerie heeft bevestigd dat ABHH niet onder de sancties valt, wat van belang is voor de benoeming van de bestuurder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verordeningen die sancties opleggen, niet in de weg staan aan de benoeming van een bestuurder op grond van artikel 2:299 van het Burgerlijk Wetboek. ABH heeft voldoende aangetoond dat zij als geldlener van een besloten vennootschap waarvan de aandelen door de stichting worden gehouden, als belanghebbende kan worden aangemerkt. Aangezien de stichting momenteel geen rechtsgeldig bestuur heeft, heeft de rechtbank besloten om [naam] te benoemen als bestuurder. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de benoeming onmiddellijk effect heeft, en de griffier is gelast om deze beslissing in het register in te schrijven zodra deze in kracht van gewijsde is gegaan.