ECLI:NL:RBAMS:2024:2505

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
2 mei 2024
Zaaknummer
C/13/742775 / HA RK 23-372
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake benoeming van een bestuurder in een stichting met betrokkenheid van gesanctioneerde partijen

Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenbeschikking gegeven in een verzoek tot benoeming van een bestuurder in de stichting ABH UKRAINE LTD. De stichting is opgericht met als doel het beheren van aandelen in een besloten vennootschap, [bedrijf] B.V. Sinds het vertrek van de vorige bestuurder, TMF Management B.V., op 11 augustus 2022, is er geen opvolging geregeld. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de stichting en de vennootschap geen jaarrekening hebben opgesteld en geen aangifte vennootschapsbelasting hebben gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de benoeming van een nieuwe bestuurder noodzakelijk is voor het voortbestaan van de stichting en de vennootschap, vooral gezien de betrokkenheid bij een securitisatietransactie en de gevolgen van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.

De rechtbank heeft echter ook aangegeven dat er vragen zijn over de betrokkenheid van gesanctioneerde partijen, aangezien de stichting en de vennootschap onderdeel zijn van een securitisatiestructuur waarbij Russische partijen betrokken zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om nadere informatie op te vragen bij het Nederlandse Ministerie van Financiën over de status van ABHH, de moedermaatschappij van ABH, in het kader van de sancties. De beslissing over de benoeming van een bestuurder is aangehouden totdat deze informatie is verkregen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/742775 / HA RK 23-372
Beschikking van 2 mei 2024
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
ABH UKRAINE LTD,
gevestigd te Nicosia (Cyprus),
verzoekster,
advocaat mr. E.F. Kraaijeveld te Amsterdam
en
de stichting
STICHTING [belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende.
Verzoekster wordt hierna ABH genoemd.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 27 november 2023;
  • het e-mailbericht met bijlagen van mr. Kraaijeveld, van 6 december 2023;
  • het e-mailbericht met bijlage van mr. A. Eliëns, kantoorgenoot van mr. Kraaijeveld van 15 januari 2024;
  • het e-mailbericht van mr. Kraaijeveld van 18 januari 2024;
  • het e-mailbericht met bijlage van mr. Kraaijeveld van 26 januari 2024;
  • de brief met bijlagen van mr. Kraaijeveld, ingekomen ter griffie op 29 januari 2024;
  • het e-mailbericht van de rechtbank aan mr. Kraaijeveld van 30 januari 2024;
  • het e-mailbericht met bijlagen van mr. Eliëns van 14 februari 2024;
  • de tussenbeschikking van deze rechtbank van 22 februari 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 maart 2024;
  • het e-mailbericht met bijlage van mr. Eliëns van 10 april 2024.
1.1.
Beschikking is bepaald op heden. ABH is van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
Bij akte van 23 oktober 2006 is de stichting Stichting [belanghebbende] (hierna: de Stichting) opgericht. De Stichting heeft kort gezegd tot doel het oprichten van een besloten vennootschap, [bedrijf] B.V. (hierna: [bedrijf] ), en vervolgens het in eigendom houden, administreren en beheren van de aandelen daarvan. Tevens dient de Stichting het stemrecht en andere zeggenschapsrechten verbonden aan de aandelen van [bedrijf] uit te oefenen, met als doel evenwichtige behartiging van haar belangen.
2.2.
De statuten van de Stichting luiden, voor zover relevant, als volgt:
Artikel 4
Bestuur: samenstelling, benoeming, defungeren, belet en ontstentenis
4.1
Het Bestuur bestaat uit tenminste één Bestuurder.
(…)
4.4
De Bestuurders worden benoemd door TMF.
(...)
4.2
Een Bestuurder defungeert:
( a)
(…)
(d) door zijn vrijwillig aftreden;”
2.3.
Een uittreksel uit de Handelsregisterhistorie van de Kamer van Koophandel van 6 december 2023 vermeldt dat de Stichting vanaf haar oprichting bestuurd is door TMF Management B.V. (hierna: TMF). TMF is op 11 augustus 2022 uit de functie van de bestuurder getreden.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt er toe dat de rechtbank [naam 1] tot bestuurder van de Stichting benoemt op grond van artikel 2:299 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
3.2.
ABH legt het volgende aan haar verzoek ten grondslag:
3.2.1.
De Stichting houdt zich uitsluitend bezig met het houden van aandelen en werd sinds haar oprichting bestuurd door haar enige bestuurder TMF. Vanwege het conflict tussen Rusland en Oekraïne heeft TMF besloten geen diensten meer aan de Stichting te verlenen. Op 11 augustus 2022 is TMF teruggetreden als bestuurder van de Stichting, zonder in haar opvolging te voorzien.
3.2.2.
De Stichting houdt alle aandelen in [bedrijf] TMF was eveneens de bestuurder van [bedrijf] Op 11 augustus 2022 is TMF ook teruggetreden als bestuurder van [bedrijf] , zonder in haar opvolging te voorzien.
3.2.3.
Door het ontbreken van een bestuurder heeft [bedrijf] geen jaarrekening opgesteld en gedeponeerd sinds het boekjaar 2020. Ook is er geen aangifte vennootschapsbelasting gedaan over die jaren.
3.2.4.
De Stichting en [bedrijf] zijn opgericht ten behoeve van een securitisatietransactie. Daarbij worden verhandelbare activa omgezet in verhandelbare effecten of leningen, ter beperking van het investeerdersrisico. Als onderdeel daarvan wordt een ‘orphan structure’ opgezet. In een orphan structure houdt een stichting (hier: de Stichting) alle aandelen in een Special Purpose Vehicle (SPV, hier: [bedrijf] ).
3.2.5.
[bedrijf] heeft in dit verband obligaties uitgegeven en de opbrengst van de obligaties gebruikt om leningen te verstrekken aan ABH. ABH heeft de leningen onder meer gebruikt voor de financiering van de Oekraïense onderneming JSC Sense Bank (hierna: Sense Bank). Sense Bank was voorheen genaamd Alfa-Bank. ABH hield 42,3994 % van de aandelen van Sense Bank. De overige aandelen werden gehouden door ABH Holdings S.A., gevestigd te Luxemburg (hierna: ABHH). ABH is een volledige dochteronderneming van ABHH.
3.2.6.
In maart 2023 verbood de Nationale Bank van Oekraïne de aandeelhouders van Sense Bank om gebruik te maken van hun stemrecht. In juli 2023 werd Sense Bank genationaliseerd.
3.2.7.
Voor het voortbestaan van de securitisatiestructuur en de eventuele rechten daaruit is het van belang dat de Stichting (en [bedrijf] ) blijven bestaan. Tijdens de mondelinge behandeling is namens ABH toegelicht dat benoeming van een bestuurder bij de Stichting en vervolgens [bedrijf] deze vennootschap de mogelijkheid biedt om te procederen tegen de staat Oekraïne over de rechtmatigheid en schade als gevolg van de onteigening van Sense Bank.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank kan op grond van artikel 2:299 BW op verzoek van iedere belanghebbende of het Openbaar Ministerie tot de vervulling van de lege plaatsen in het bestuur van een stichting overgaan, wanneer het door de statuten voorgeschreven bestuur geheel of gedeeltelijk ontbreekt en daarin niet overeenkomstig de statuten wordt voorzien. Zij neemt daarbij zoveel mogelijk de statuten in acht.
4.2.
Omdat de Stichting onderdeel is van een securitisatiestructuur waarbij (tegoeden van) Russische partijen betrokken zijn, wenst de rechtbank te onderzoeken of de volgende verordeningen aan de benoeming van een bestuurder van de Stichting in de weg staan. Het gaat daarbij om Verordening (EU) nr. 269/2014 van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (hierna: de Verordening 269/2014) en Verordening (EU) nr. 833/2014 van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (hierna: de Verordening 833/2014).
4.3.
In bijlage I van de Verordening 269/2014 is een lijst opgenomen van gesanctioneerde partijen. Daaruit blijkt het volgende.
4.3.1.
De Stichting, [bedrijf] , ABH en [naam 1] staan niet op de lijst van gesanctioneerde partijen.
4.3.2.
Alfa-Bank JSC, naar de rechtbank begrijpt een andere entiteit dan de voorheen Alfa-Bank genaamde Sense Bank, staat wel op de lijst van gesanctioneerde partijen. ABHH staat op de lijst als geassocieerde entiteit bij Alfa-Bank JSC. ABHH is voor 42,265% in handen van [naam 2] (12,4018%) en [naam 3] (36,8632%) (hierna: [naam 2] en [naam 3] ). De overige aandelen zijn in handen van [naam 4] (40,9614%), de Mark Foundation for Cancer Research (3,8736%) en Unicredit S.A. (9,9 %). [naam 4] staat als geassocieerde partij vermeld bij [naam 6] (hierna: [naam 6] ) op de lijst van gesanctioneerde partijen. [naam 4] heeft zijn aandelen op 14 maart 2022 overgenomen van [naam 6] en [naam 5] (hierna: [naam 5] ). [naam 6] en [naam 5] staan op de lijst van gesanctioneerde personen.
4.4.
Op 10 april 2024 heeft het Hof van Justitie voor de Europese Unie geoordeeld dat [naam 2] en [naam 3] in de periode van 28 februari 2022 tot 15 maart 2023 ten onrechte op de lijst zijn gezet. Tegen deze uitspraak is hoger beroep mogelijk. De uitspraak betekent nog niet dat alle sanctiemaatregelen jegens hen zijn komen te vervallen, aangezien er ook na die data besluiten omtrent hun plaatsing op de lijst zijn genomen.
4.5.
De tegoeden van personen en andere entiteiten zijn op grond van de Verordening 269/2014 en de Uitvoeringsverordening (EU) 2022/336 van de Raad van 28 februari 2022 bevroren. [naam 2] en [naam 3] hebben op 3 maart 2022 ontslag genomen uit het bestuur van ABHH. Tevens heeft ABHH de aandeelhoudersrechten en het vermogen van [naam 2] en [naam 3] om deel te nemen aan het bestuur van ABHH bevroren, zolang zij onderworpen zijn aan de sancties. Naar aanleiding van deze maatregelen heeft, volgens ABH, het Ministerie van Financiën in Luxemburg mondeling verklaard dat ABHH geen doelwit is van de sanctiebeperkingen. Dit is voor de rechtbank echter niet te toetsen.
4.6.
Alvorens te beslissen op het verzoek om een bestuurder te benoemen bij de Stichting wil de rechtbank daarom nog nadere informatie over de vraag of volgens het Ministerie van Financiën in Nederland ABHH, gezien de betrokkenheid van de hiervoor in overweging 4.3.2 genoemde personen en entiteiten, wordt beschouwd als doelwit van sanctiebeperkingen. De rechtbank draagt ABH daarom op hierover uitsluitsel te verkrijgen door het indienen van een verzoek bij het Ministerie, zoals ook tijdens de mondelinge behandeling is besproken. In afwachting daarvan zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat ABH het Nederlandse Ministerie van Financiën verzoekt om informatie omtrent ABHH zoals bedoeld onder 4.6,
5.2.
verwijst het verzoek naar de (interne) rekestenrol van 4 juli 2024 voor bericht van ABH omtrent de voortgang c.q. het resultaat van het onderzoek door het Ministerie van Financiën;
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. Voetelink, S.P. Pompe en Q.R.M. Falger, bijgestaan door H.A. Huisman, en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2024.