Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 april 2024,
- de akte overlegging producties van Nelsons' Holdings, ingediend op de rol van 17 mei 2024,
- de akte uitlaten tevens akte wijziging eis van [eiser] , ingediend op de rol van 7 juni 2024.
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 12 juli 2024 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser] en Nelsons' Holdings B.V. De zaak betreft een derdenbeslag dat is gelegd op vorderingen van Nelson op Nelsons' Holdings. De procedure volgde op een tussenvonnis van 26 april 2024, waarin Nelsons' Holdings was opgedragen een derdenverklaring af te leggen. In het vonnis van 12 juli 2024 heeft de kantonrechter geoordeeld dat Nelsons' Holdings aan de eisen voor een derdenverklaring heeft voldaan, maar dat de primaire vordering van [eiser] niet toewijsbaar is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het derdenbeslag betrekking heeft op het netto equivalent van € 4.000 per maand, dat Nelsons' Holdings aan de deurwaarder moet afdragen in plaats van aan Nelson. Tevens is Nelsons' Holdings veroordeeld in de proceskosten van [eiser], die zijn begroot op € 4.700,85. De kantonrechter heeft de wettelijke rente over deze proceskosten toegewezen en de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis sluit af met de afwijzing van het meer of anders gevorderde.