ECLI:NL:RBAMS:2024:4285

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
13/114812-24 (EAB IV)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Internationaal strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van een Hongaars Europees aanhoudingsbevel

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Hongaarse autoriteiten. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1995, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en momenteel gedetineerd is. De officier van justitie diende op 4 april 2024 een vordering in om het EAB in behandeling te nemen. De behandeling vond plaats op 30 april 2024, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, en een tolk in de Hongaarse taal. Tijdens deze zitting werd de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd.

Op 14 mei 2024 heeft de rechtbank een tussenuitspraak gedaan, waarin het onderzoek werd heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, zodat gelijktijdig uitspraak kon worden gedaan in andere EAB-zaken. De rechtbank hervatte het onderzoek op 4 juni 2024, waarbij opnieuw de opgeëiste persoon en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Hongaarse nationaliteit bezit.

In de einduitspraak op 18 juni 2024 heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, verwijzend naar de eerdere tussenuitspraak van 14 mei 2024, waarin de rechtbank de grondslag van het EAB en de strafbaarheid van de feiten had beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de overlevering kon worden toegestaan op basis van de artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet (OLW).

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/114812-24 (EAB IV)
Datum uitspraak: 18 juni 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 4 april 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 maart 2024 door
the District Court in Miskolc, Hongarije (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1995,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 30 april 2024
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 30 april 2024, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tussenuitspraak 14 mei 2024
De rechtbank heeft op 14 mei 2024 een tussenuitspraak gewezen. [3] Daarin is het onderzoek heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, zodat gelijktijdig uitspraak kan worden gedaan in de zaken van EAB’s met parketnummers 13-070348-24 (EAB I), 13-070360-24 (EAB II) en 13-104063-24 (EAB III).
Zitting 4 juni 2024
De rechtbank heeft het onderzoek op 4 juni 2024 – met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling – hervat in de stand waarin het onderzoek zich bevond op het moment van de schorsing op 30 april 2024. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Hongaarse taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Tussenuitspraak 14 mei 2024

De rechtbank zal de overlevering toestaan en verwijst daarbij naar haar tussenuitspraak van 14 mei 2024. [4] Hierin heeft de rechtbank de grondslag van het EAB, de inhoud van het EAB, het genoegzaamheidsverweer en de strafbaarheid van de feiten al beoordeeld. De rechtbank heeft in haar uitspraak geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan. Deze overwegingen dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

4.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

5.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Miskolc(Hongarije) voor de feiten zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. E. Biçer en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Bennett, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 18 juni 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.