Op 3 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB was uitgevaardigd door het Circuit Court in Katowice, Polen, op 9 oktober 2023, en strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1972. De behandeling van de zaak vond plaats op een zitting op 5 juni 2024, waar de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. M. de Klerk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding van de opgeëiste persoon onder onmiddellijke schorsing bevolen.
In een tussenuitspraak op 19 juni 2024 heeft de rechtbank de grondslag van het EAB vastgesteld en geoordeeld dat het feit dubbel strafbaar is. Het verzoek van de opgeëiste persoon om gelijkgesteld te worden met een Nederlander werd afgewezen, en de rechtbank verwierp het verweer omtrent het specialiteitsbeginsel. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en geschorst om de officier van justitie in staat te stellen aanvullende vragen aan de Poolse autoriteiten voor te leggen.
Tijdens de zitting op 3 juli 2024 werd de behandeling van het EAB voortgezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank concludeerde dat de weigeringsgrond van artikel 12 van de Overleveringswet niet van toepassing is, omdat de opgeëiste persoon in persoon was opgeroepen voor het proces dat leidde tot de beslissing. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de wet en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank staat daarom de overlevering toe.