8.2.De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling en drie mishandelingen, waarvan twee gericht tegen een ambtenaar in functie. Dit zijn ernstige feiten. De slachtoffers hebben door het handelen van verdachte pijn en letsel opgelopen. Bovendien veroorzaakt een mishandeling ook gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers.
De rechtbank heeft bij het tussenvonnis van 11 januari 2024 het Openbaar Ministerie verzocht om een zorgmachtiging voor te bereiden. In de beëindigingsbrief van 19 maart 2024 is opgemerkt dat niet is voldaan aan de uitgangspunten en criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Om die reden heeft het Openbaar Ministerie geen verzoekschrift tot de afgifte een zorgmachtiging voorbereid.
Het advies van de deskundigen
De rechtbank heeft kennis genomen van de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 14 september 2023, opgemaakt door J. Vreugdenhil, psychiater, en M. van der Burgh, GZ-psycholoog. De deskundigen hebben de rechtbank geadviseerd om de tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen. Daartoe hebben zij onder meer het volgende overwogen:
Zoals in het verleden reeds meermaals is vastgesteld is er bij betrokkene sprake van een ernstige en chronische vorm van schizofrenie waarbij er sprake is van paranoïde, desorganisatie en forse oordeels- en kritiekstoornissen. Er is sprake van paranoïde-, grootheids-, hypochondere - en seksuele wanen.
Vanuit de voorgeschiedenis wordt duidelijk dat sprake is van een patroon van geweld, met name naar hulpverleners. Er is telkenmale sprake van zeer plotseling geweld waarbij betrokkene veelal een ander met veel kracht in het gezicht of op het hoofd slaat.
Ondanks een lange geschiedenis van opnames, die vaak binnen een dwangkader plaatsvonden en waarbij betrokkene verbleef op afdelingen met een hoge intensiteit van zorg en beveiliging, is het onvoldoende gelukt om betrokkene langdurig te stabiliseren. Ook bij hoge doseringen antipsychotica (clozapine al dan niet in combinatie met een ander antipsychoticum) blijft betrokkene psychotisch ontregeld.
Om een passende behandeling te kunnen bieden is het ten eerste van belang dat
betrokkene verblijft op een passende plek: een rustige, prikkelarme omgeving waar
voldoende psychiatrische zorg kan worden geleverd. Ook moet er voldoende getraind personeel aanwezig zijn in verband met de veiligheid, omdat betrokkene onvoorspelbaar impulsief en agressief kan reageren.
Bij betrokkene is er sprake van een therapieresistente vorm van schizofrenie waarbij er ook bij het gebruik van een hoog therapeutische dosis antipsychotica sprake is van psychotische ontregeling. In een behandelsetting dient er specialistische kennis op het gebied van psychiatrische zorg te zijn om nog openstaande behandelopties, zoals elektroshocktherapie (ECT), te onderzoeken.
Gebleken is dat betrokkene een gebrekkig ziektebesef heeft en daarom schatten onderzoekers in dat een voorwaardelijk kader niet mogelijk is. Daarbij zijn er in het verleden meermaals dwangbehandelingen opgelegd middels een artikel 37 Sr of een zorgmachtiging, waarmee het uiteindelijk niet lukte om betrokkene langdurig te stabiliseren. Er is bij betrokkene een langdurige, intensieve en vooral ook stabiele behandeling nodig in een specialistische setting met een hoog beveiligingsniveau. Onderzoekers schatten in dat de benodigde behandeling niet binnen het kader van een zorgmachtiging vormgegeven kan worden. Onderzoekers denken dat een tbs met verpleging wel de stabiliteit en veiligheid kan bieden die nodig is in de behandeling van betrokkene. Een plaatsing in een kliniek met de
hierboven beschreven specialistische expertise op het gebied van behandeling van ernstige schizofrenie heeft hierbij de voorkeur. Als er daarbij bij uitplaatsing naar een FPC nog steeds sprake is van een boeienregime of onberekenbaar en agressief gedrag,, is het van belang dat er in de kliniek eveneens een extreem vlucht- en beheersgevaarlijk (EVBG)-afdeling is waar betrokkene zou kunnen worden geplaatst.
Op de zitting van 31 mei 2024 is J. van Dam, psychiater, als deskundige gehoord. Zij heeft toegelicht dat de agressie bij verdachte volkomen uit het niets komt. Dit betekent dat op geen enkele wijze kan worden ingeschat of er een incident zal plaatsvinden. Verdachte kan thans niet anders worden verpleegd dan in een boeienregime. Een zorgmachtiging is niet doelmatig, omdat het beveiligingsniveau in de GGZ te laag is om verdachte te kunnen verplegen. Er is een langdurige, klinische behandeling nodig in een hoog beveiligde setting. Dit kan binnen de GGZ niet worden geboden.
Vereisten voor het opleggen van een tbs-maatregel
De tbs-maatregel kan door de rechter worden opgelegd wanneer is voldaan aan de in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht (Sr) gestelde voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat bij verdachte op het moment van het plegen van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daarnaast moet het feit zien op een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld (artikel 37a lid 1 Sr). Ook moet de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen zodanig in gevaar zijn dat het opleggen van de maatregel is vereist. Voor oplegging van de maatregel is verder vereist dat de rechter beschikt over een advies van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, onder wie een psychiater, die de verdachte hebben onderzocht (artikel 37a lid 2 Sr).
De rechtbank stelt vast dat aan de voorwaarden voor het opleggen van de tbs-maatregel met dwangverpleging is voldaan.
Tbs-maatregel met dwangverpleging
De rechtbank overweegt allereerst dat een zorgmachtiging niet aan de orde is, gelet op de ernstige, langdurige en complexe problematiek van verdachte.. Verdachte heeft in het verleden al diverse malen een zorgmachtiging gehad en heeft in verschillende klinieken verbleven. Het regime van een reguliere GGZ-instelling (ook in een hoger beveiligingsniveau) heeft niet kunnen voorkomen dat verdachte steeds ernstige geweldsdelicten bleef plegen. Overigens is een zorgmachtiging daar ook niet voor bedoeld. Verdachte heeft, onder meer terwijl hij werd verpleegd op basis van een zorgmachtiging, volkomen uit het niets en om ongrijpbare redenen medewerkers van de instellingen die in zijn buurt waren geslagen. Hierbij heeft ten minste één persoon letsel in de vorm van een breuk in de hand opgelopen. Verdachte is therapieresistent en is al twee jaar niet op een stabiel en veilig niveau te krijgen. Verdachte blijft floride psychotisch, ondanks de medicatie die hij krijgt en de afgelopen twee jaar is gebleken dat verdachte niet is te stabiliseren in een regulier GGZ-setting. Hiermee is voldoende komen vast te staan dat een zorgmachtiging niet doelmatig is. De rechtbank overweegt verder dat risicomanagement essentieel is. Er dient niet alleen voldoende fysieke beveiliging te zijn, maar ook voldoende personeel en behandelaars. Voor verdachte is het noodzakelijk dat hij een langdurige, intensieve en vooral ook stabiele behandeling krijgt in een specialistische forensische setting met een hoog beveiligingsniveau. De rechtbank sluit zich aan bij het advies van de deskundigen van het PBC. Gelet op de aard en de ernst van de stoornis en de ernst van het gevaar op herhaling, is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van de tbs-maatregel met dwangverpleging passend en geboden is.
Ongemaximeerde tbs-maatregel
De rechtbank overweegt dat de tbs-maatregel zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten poging tot zware mishandeling en gekwalificeerde mishandeling. De maatregel kan daarom langer duren dan vier jaar.