Uitspraak
zorgaanbieder: GGZ inGeest,
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1996, die momenteel onder behandeling is bij GGZ inGeest. De officier van justitie verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 21 juni 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2024, die plaatsvond op de locatie van GGZ inGeest, werd de betrokkene gehoord, evenals haar advocaat en een psychiater. De betrokkene gaf aan dat ze zich in een moeilijke situatie bevond, vooral na het overlijden van haar zus door euthanasie. Ze staat zelf op de wachtlijst voor een euthanasietraject en voelt zich niet begrepen door haar omgeving. De advocaat pleitte voor afwijzing van de verlenging van de crisismaatregel, stellende dat de betrokkene zelf keuzes wil maken en er geen psychische stoornis meer aanwezig is. De psychiater bevestigde dat er momenteel geen psychotische kenmerken zijn en dat verplichte zorg niet de voorkeur heeft. De rechtbank overwoog dat de autonomie van de betrokkene zwaarder weegt dan de doelmatigheid van verplichte zorg. Uiteindelijk werd het verzoek tot verlenging van de crisismaatregel afgewezen, met de nadruk op het belang van samenwerking met behandelaren en het maken van eigen keuzes door de betrokkene.