ECLI:NL:RBAMS:2024:3667
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en wijziging parkeerregime in Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende in Amsterdam, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de eiser is opgelegd op 15 augustus 2023, nadat een parkeercontroleur had geconstateerd dat er geen parkeerbelasting was voldaan. De eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar is door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard op 6 september 2023. Hierop heeft de eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 27 mei 2024 heeft de eiser aangevoerd dat hij altijd gratis kon parkeren op de betreffende locatie tussen 00.00 en 09.00 uur, en dat de gemeente zonder aankondiging het betaald parkeren in het centrum van Amsterdam had uitgebreid. De heffingsambtenaar heeft echter betoogd dat de uitbreiding van het betaald parkeren via officiële kanalen bekend is gemaakt, waaronder het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting Amsterdam van juli 2023, en dat er voldoende informatie was verstrekt aan de bewoners.
De rechtbank heeft overwogen dat gemeenten de vrijheid hebben om hun parkeerbeleid te wijzigen en dat het aan de parkeerder is om zich op de hoogte te stellen van de geldende regels. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar aan zijn informatieplicht heeft voldaan, ondanks dat de eiser stelt dat hij niet op de hoogte was van de wijziging. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag als terecht opgelegd beschouwd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.