ECLI:NL:RBAMS:2024:3606
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.P. Bleeker
- E. Dinjens
- C.C.J. Maas – van Es
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in drugszaken door bewijsuitsluiting van getuigenverklaringen en ondervragingsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van drugshandel en het voorhanden hebben van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijsvoering voornamelijk was gebaseerd op getuigenverklaringen die waren verkregen via enkelvoudige fotoconfrontaties. De verdediging voerde aan dat deze verklaringen niet betrouwbaar waren en dat het ondervragingsrecht van de verdediging was geschonden, omdat getuigen niet konden worden ondervraagd. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de getuigen, die niet konden worden ondervraagd, uitgesloten moesten worden van het bewijs. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide ten laste gelegde feiten, te weten de handel in cocaïne en heroïne, en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. De uitspraak benadrukt het belang van het ondervragingsrecht en de noodzaak van betrouwbare bewijsvoering in strafzaken.