ECLI:NL:RBAMS:2024:355
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid Sociale Verzekeringsbank en procesbelang bij loonheffingskorting AOW
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Montenegro, beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) van 7 augustus 2023, waarin werd meegedeeld dat zijn bezwaar tegen een eerdere brief niet inhoudelijk werd beoordeeld. De Svb trok dit besluit op 22 december 2023 in, met de mededeling dat de Belastingdienst bevoegd was om op het bezwaar van eiser te beslissen. Eiser handhaafde zijn beroep, ondanks de intrekking van het besluit, en bracht inhoudelijke bezwaren naar voren over de inhoudingen op zijn AOW-pensioen.
De rechtbank Amsterdam heeft op 15 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser digitaal deelnam en de Svb niet vertegenwoordigd was. De rechtbank overwoog dat er geen besluit meer ter toetsing voorlag, aangezien de Svb het bestreden besluit had ingetrokken. Hierdoor ontbrak het procesbelang voor eiser, wat leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De rechtbank benadrukte dat de bestuursrechter niet is geroepen om uitsluitend principiële vragen te beantwoorden en dat er geen aanleiding was om de mededeling van de Svb over de bevoegdheid onjuist te achten. Ten slotte werd bepaald dat de Svb het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- diende te vergoeden.