11.2.De rechtbank is van oordeel dat de beroepen gegrond zijn
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen en welke gevolgen dit oordeel heeft.
12. Fastned voert in alle zaken aan dat de minister ten onrechte niet de Tijdelijke beleidsregel heeft toegepast. Volgens Fastned moet de minister in de bezwaarfase een volledige heroverweging verrichten en een besluit nemen op basis van de feiten en omstandigheden ten tijde van de beslissing op bezwaar. Het op dat moment geldende recht of beleid moet worden toegepast. Dat betekent dat de minister had moeten toetsen aan de ten tijde van de beslissingen op bezwaren geldende Tijdelijke beleidsregel en op grond daarvan de looptijd van de verleende vergunningen had moeten verkorten. Volgens Fastned bevat de tekst van de Tijdelijke beleidsregel, noch de toelichting daarop, een expliciete overgangsregel op grond waarvan zou moeten worden afgeweken van het uitgangspunt dat gewijzigde beleidsregels moeten worden toegepast bij beslissingen op bezwaar. Ook de bestreden besluiten bevatten daarvoor geen deugdelijke motivering. De enkele stelling dat in de bezwaarfase geen sprake meer is van een ‘lopende aanvraag’, is hiervoor onvoldoende. Dat geldt namelijk voor alle beslissingen op bezwaar en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft juist voor de categorie beslissingen op bezwaar de hoofdregel geformuleerd dat deze moeten worden gebaseerd op gewijzigde beleidsregels, aldus Fastned.
13. De minister stelt zich op het standpunt dat de Tijdelijke beleidsregel niet van toepassing is op de bestreden besluiten. De Tijdelijke beleidsregel is slechts van toepassing op ‘lopende aanvragen’. Volgens de minister is in deze gevallen geen sprake van een lopende aanvraag, omdat er al is beslist op de aanvragen met de primaire beslissingen. Uit de toelichting op de Tijdelijke beleidsregel blijkt volgens de minister dat de beleidsregel slechts wordt toegepast op aanvragen waarop nog niet is besloten, ook indien op het moment van inwerkingtreding van de Tijdelijke beleidsregel (al) een ontwerpbeschikking ter inzage is gelegd. Anders dan na het nemen van een primaire beslissing met toepassing van de reguliere procedure, is bij de terinzagelegging van een ontwerpbesluit met toepassing van de uitgebreide uniforme procedure immers nog niet op de aanvraag beslist. De aanvraag loopt in dat geval nog steeds.
14. De rechtbank volgt het standpunt van de minister niet. Als hoofdregel bij de heroverweging in bezwaar geldt dat het bestuursorgaan zijn eerdere besluit heroverweegt op basis van de feiten en omstandigheden ten tijde van de heroverweging en op basis van het op dat moment geldende recht en beleid (ex nunc toetsing). Wat betreft het geldende recht of beleid, betekent dit dat het bestuursorgaan zich bij een wijziging van dat recht of beleid ten tijde van de heroverweging rekenschap moet geven van eventueel overgangsrecht of een in het beleid opgenomen overgangsregel. Dat het tijdsverloop tussen het eerdere besluit en het besluit op bezwaar aanzienlijk is, staat in beginsel niet in de weg aan het meenemen van nieuwe ontwikkelingen.
15. De Tijdelijke beleidsregel is op 23 december 2022 in de Staatscourant geplaatst en dus op 24 december 2022 in werking is getreden. Dat is vóór de bestreden besluiten. In de beleidsregel is geen overgangsregel opgenomen, zodat deze vanaf de inwerkingtreding – en dus op het moment van het nemen van de bestreden besluiten – moest worden toegepast. Dat in de toelichting bij de Tijdelijke beleidsregel staat dat de beleidsregel met onmiddellijke werking van toepassing is op lopende aanvragen, kan niet worden aangemerkt als overgangsregel en maakt dit dus niet anders. Als de minister een uitzondering had willen maken voor bijvoorbeeld aanvragen waarop al een primair besluit is genomen, dan had hij dat expliciet in de beleidsregels moeten opnemen. Daar is niet voor gekozen. Daar komt bij dat uit de toelichting niet volgt dat in het geval van een heroverweging in bezwaar geen sprake meer is van een lopende aanvraag. In de toelichting staat slechts dat ontwerpvergunningen die reeds ter inzage zijn gelegd ook vallen onder lopende aanvragen. Daarbij is kennelijk alleen aandacht besteed aan de situatie waarin is gekozen voor toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Op de situatie waarin de reguliere voorbereidingsprocedure is gevolgd, geen ontwerpbeschikking ter inzage is gelegd en bezwaar is gemaakt tegen het besluit op de aanvraag, zoals in de zaken die hier aan de orde zijn, is in de toelichting niet ingegaan. Niet valt in te zien dat de keuze van de minister om de reguliere in plaats van de uitgebreide procedure te volgen een uitzondering op de toepasselijkheid van de Tijdelijke beleidsregel rechtvaardigt. Kortom, de minister had in het kader van een volledige heroverweging in bezwaar moeten toetsen aan de Tijdelijke beleidsregel. De bestreden besluiten zijn daarom onvoldoende gemotiveerd en onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen.
16. Voor zover de minister stelt dat het alsnog verkorten van de looptijd van de vergunning in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, volgt de rechtbank dit niet. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen volgt noch uit de Tijdelijke beleidsregel, noch uit de toelichting daarop dat bij de heroverweging in bezwaar geen sprake meer is van een lopende aanvraag. Ook het feit dat vergunninghouders als gevolg van de toepassing van de Tijdelijke beleidsregel bij de heroverweging in bezwaar in een slechtere positie kunnen komen te verkeren levert op zichzelf geen strijd op met het rechtszekerheidsbeginsel en zet de hoofdregel van ex nunc toetsing niet opzij. De mogelijkheid van een andere, voor de vergunninghouder minder gunstige, beslissing als resultaat van de heroverweging in bezwaar is immers inherent aan die toets.