ECLI:NL:RBAMS:2024:3325
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake pilot venstertijden op- en afstapvoorzieningen voor rondvaartboten in Amsterdam
Op 7 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Rederij [naam] en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit tot het instellen van een pilot voor venstertijden voor op- en afstapvoorzieningen voor rondvaartboten. Verzoekster, Rederij [naam], heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om opschorting van de beperking van de op- en afstapmogelijkheden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond en er geen evidente onrechtmatigheid van het besluit is vastgesteld. De voorzieningenrechter overweegt dat verzoekster weliswaar financiële schade kan lijden, maar dat dit op zichzelf niet voldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst erop dat de wettelijke termijnen voor de bezwaarprocedure in acht moeten worden genomen en dat er geen reden is om aan te nemen dat het besluit evident onrechtmatig is. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. P. Tanis, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.