In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging tegen een aangever op 23 juni 2023 in Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 1 maart 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.H. Buijsman, de vordering heeft gedaan en de verdediging werd gevoerd door mr. S. Snelder. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. E.J.M.J. Damen, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht.
De tenlastelegging betrof openlijke geweldpleging, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een geweldsincident in het Vondelpark. De rechtbank heeft vastgesteld dat er twee afzonderlijke geweldshandelingen hebben plaatsgevonden, waarbij de verdachte in de eerste fase een conflict had met de aangever en hem meerdere klappen heeft gegeven. In de tweede fase heeft een medeverdachte de aangever met een mes gestoken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet opzet had op het in vereniging plegen van geweld, omdat de geweldshandelingen los van elkaar stonden en niet gelijktijdig zijn uitgevoerd.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging, omdat niet kon worden bewezen dat hij opzet had op het gezamenlijk plegen van geweld. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.