Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
kon ontstaandat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd. Uit de bewijsmiddelen in het dossier blijkt dat verdachte met grote passen en met een smeermes in zijn hand richting aangever is gelopen. Toen verdachte dichter bij kwam heeft hij uitlatingen gedaan die naar hun aard bedreigend zijn en heeft hij zwaai- en steekbewegingen met het mes richting aangever gemaakt. Dit is ook niet betwist door de raadsman.
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.7. Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf en maatregel
first offenders. Het betreft in de onderhavige zaak de oriëntatiepunten voor meerdere feiten, te weten diefstal door middel van een braak, heling, bedreiging, vernieling en openlijke geweldpleging, van in totaal 190 uur taakstraf of vergelijkbare jeugddetentie. Gelet op de oriëntatiepunten en nu er sprake is van recidive tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling, heeft de rechtbank in principe de mogelijkheid om aan verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen die langer kan duren dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
- de rapporten van de Raad;
- de rapporten van JBRA, waaronder de evaluatierapportage van 6 mei 2024 ten behoeve van de inhoudelijke zitting.
de Raadtoegelicht dat verdachte zich inmiddels positief ontwikkelt. Er zijn veel hulpverleningsinstanties bij hem betrokken. Het is van belang dat de huidige trajecten door blijven gaan, zodat verdachte de prille positieve stappen van de afgelopen periode kan voortzetten. Verdachte heeft een belast verleden en het is voor de hulpverlening duidelijk dat hij tijd nodig heeft om de gebeurtenissen in de thuissituatie een plek te leren geven. Gelet op zijn kwetsbaarheid en de jonge leeftijd van verdachte is het van belang dat hij niet meer gedetineerd raakt. De Raad heeft bij een bewezenverklaring van één of meer feiten geadviseerd om aan verdachte een werkstraf op te leggen. Verdachte is in staat om een werkstraf positief af te ronden; dit is hem eerder ook gelukt. Het is daarbij van belang dat verdachte in ieder geval de komende twee jaar de hulpverleningstrajecten aangeboden krijgt die hij nodig heeft om niet meer te recidiveren. Het advies luidt als volgt: óf de huidige proeftijd met één jaar verlengen óf een nieuwe toezicht en begeleiding opleggen voor de duur van twee jaar. Indien verdachte zich positief blijft ontwikkelen en hij niet meer in aanraking komt met de politie, dan zal JBRA het reclasseringstoezicht mogelijk eerder afsluiten.
€ 50,00hoofdelijk toegewezen dient te worden.
€ 50,-vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, te weten vanaf 25 augustus 2023, welk bedrag bestaat uit materiële schade. Tot slot is het uitgangspunt dat geen gijzeling wordt opgelegd aan verdachten die volgens het jeugdstrafrecht worden berecht en dat er gezocht wordt naar andere oplossingen. De rechtbank zal om deze reden de maximale duur van de gijzeling bepalen op 0 dagen.
10.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte]daarvoor strafbaar.
een jeugddetentie van 55 (vijfenvijftig) dagen.
werkstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren.
deze werkstrafnietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene en bijzondere voorwaarden.
Stelt de proeftijd vast op
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
[persoon 6]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van € 50,- (zegge vijftig euro) voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 25 augustus 2023, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[persoon 6]ter hoogte van € 50,- (zegge vijftig euro). Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 25 augustus 2023, tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
[persoon 6]voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering.