Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
‘exhale’te Antwerpen.
4.Strafbaarheid
9.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
[opgeëiste persoon](°[geboortedag] 2005) zal worden onderworpen na overlevering ingevolge het Europees aanhoudingsbevel (dd. 28 februari 2024, ref. 2024/024) met oog op strafvervolging uitgaande de Belgische gerechtelijke autoriteiten, verstrek ik u de volgende informatie.
1.In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
[opgeëiste persoon]aan zal worden onderworpen na overlevering:
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
Zorgwezen’ wordt in een interview met een ex-gedetineerde beschreven hoe gedetineerden in de gevangenis in Dendermonde in een gesloten regime 22 tot 23 uur per dag op hun cel moeten blijven. Er wordt beschreven dat er niet voldoende ruimte is om te bewegen, dat gedetineerden er fysiek en psychisch niet goed aan toe zijn en de toegang tot zorg beperkt is. Bij uitspraak van 16 maart 2021 van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Pîrjoleanu/België, no 26404/18 is de Belgische Staat veroordeeld wegens de onmenselijke en vernederende behandeling van een gedetineerde. Daar werd een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) vastgesteld en er werd vastgesteld dat niet werd voldaan aan de minimumeisen met betrekking tot de persoonlijke ruimte voor gedetineerden.
10.Slotsom
11.Toepasselijke wetsartikelen
12.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, België voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.