Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2],
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
mr. Scheepers en mr. Van Dijk;
Na verder debat is vonnis bepaald op 16 mei 2024.
2. De feiten2.1. [eiseres] is een investeringsmaatschappij. Zij maakt deel uit van een holdingstructuur waarin [naam 1] en [naam 2] de uiteindelijke bestuurders en de enige aandeelhouders zijn.
1. InvesteringDe investeerder[ [eiseres] , vzr.]
verstrekt de ondernemer[Magnis Domibus, vzr.]
een bedrag van €444.290 euro (…) als investering voor de aankoop van een tweetal vastgoedobjecten. Deze investeringsovereenkomst gaat in op of voor 30 november 2021 na ontvangst van de gelden op de rekening van Magnus Domibus GmbH en loopt af voor of uiterlijk op 30 november 2022.2. ZekerhedenHet geïnvesteerde bedrag is bestemd voor de aankoop, renovatie en gereed maken voor verhuur van het volgende object:(…)Adres: [object 1]Investering: €220.815,-(…)Adres: [object 2]
€ 405.000,-) voldaan, de laatste termijn heeft zij niet voldaan.
€ 405.000,- uiterlijk op 30 november 2022 terugbetaald moeten zijn. [eiseres] maakt aanspraak op terugbetaling van dit bedrag (inclusief wettelijke rente € 494.753,26) op uiterlijk 1 april 2024.
3.Het geschil
1. Magnis Domibus en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 405.000,-, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, primair vanaf 30 november 2022, subsidiair vanaf 2 april 2024 en meer subsidiair vanaf de dag van dagvaarding,
2. Magnis Domibus en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
in beginselop dat moment had moeten worden terugbetaald. Echter, niet kan worden uitgesloten dat Magnis Domibus een plausibele verklaring heeft voor het uitlopen van de renovatie. Zo is (volgens Magnis Domibus) gaandeweg het traject gekozen voor duurzamere oplossingen (zoals een warmtepomp, waarvoor een levertijd gold van acht maanden) en ook is bekend dat de levering van bouwmaterialen langer op zich liet wachten, mogelijk als gevolg van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Voorshands kon [eiseres] dan ook redelijkerwijs haar investering niet terug verlangen op 30 november 2022. Thans is de situatie anders omdat sinds 30 november 2022 een periode van anderhalf jaar is verstreken en naar eigen zeggen van Magnis Domibus de investering op betrekkelijk korte termijn kan worden terugbetaald uit de verkoopopbrengst van het pand aan de [adres] , waarvan de renovatie gereed is en welk pand volgens het door Magnis Domibus in het geding gebrachte voorblad van een taxatierapport een aanzienlijke waarde vertegenwoordigt. Zoals opgenomen in de pleitnota van haar advocaat wil Magnis Domibus zich graag conformeren aan verkoop van de [adres] en heeft Magnis Domibus die optie ook aangeboden aan [eiseres] tijdens het gesprek op 17 april 2024. Er is dan niet langer sprake van een situatie dat de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt, als gevolg van het moeten terugbetalen van de investering. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij terugbetaling van haar investering omdat de termijn die
in beginselgold voor terugbetaling al geruime tijd is verstreken en [eiseres] niet als zekerheid een recht van eerste hypotheek heeft verkregen op de panden, zoals wel is overeengekomen. De geldvordering jegens Magnis Domibus voldoet dan ook aan het onder 4.2 weergegeven criterium en zal worden toegewezen.
1.107,00