Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123) overwogen dat de rechter de wilsbekwaamheid dient te beoordelen in het geval dat een betrokkene tijdens de procedure tot het verlenen van verplichte zorg een voldoende toegelicht bezwaar maakt tegen de voorgestelde verplichte zorg én zich geen situaties als bedoeld in art. 2:1 lid 6, aanhef en onder b, Wvggz voordoen.
- ernstig lichamelijk letsel (voor betrokkene);
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
- toedienen van vocht, voeding en medicatie;
- het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het houden aan afspraken met het ambulante behandelteam.
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] (Mexico), voor zover het de in rechtsoverweging 2.11. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
.